Interview met Kornel Mundruczó van Pleasant Days

?Ik denk dat de jury een heel moedige en gedurfde beslissing heeft genomen? Smaken verschillen. Vond onze K.U.T-recensent de Hongaarse prent Pleasant Days maar niks, de festivals van Locarno (Zilveren luipaard 2002) en Brussel bedolven hem onder de prijzen. ?Voor haar veeleisende keuzes bij de regie, haar weigering van nutteloos pathetische en gemakkelijke effecten, haar manier van kijken die soms wanhopig, soms humanistisch naar een verre jeugd kijkt, haar geweld en haar weigering om graag gezien te worden?, meldde de jury waar filmintendant Luckas Vander Taelen en regisseur Dorothée van den Berghe deel van uitmaakten. Op de slotavond van het Europees Filmfestival van Brussel beklom François-Xavier de Donnea dan ook het Flagey-podium en kende Mundruczó de ?Iris Prijs? voor beste film (10.000 euro) toe. De achtentwintigjarige regisseur Mundruczó kreeg niet één maar twee bekroningen. Ook de RTBF vond Pleasant Days een televisieprijs waard, meer bepaald tienduizend euro voor distributie. Wij hadden naar spijtige gewoonte geen half miljoen in de zakken maar waren wél geïnteresseerd in ?s mans visie op zijn gelauwerde werk. Met de hulp van een bebaarde en bebrilde tolk kwamen we tot volgend, in het Hongaars en Frans gevoerde gesprek.

Uw debuut als regisseur is een harde, donkere film. In welke mate vertelt u hier uw eigen verhaal?

Op een zekere manier komt de ?récit? van de film, komen de gebeurtenissen zelf uit mijn kindertijd. Maar belangrijker vond ik het een film te maken die een universeel verhaal vertelt. Ik wou een land tonen, een gemeenschap die kampt met de naweeën van ingrijpende politieke veranderingen. Hongarije is in schok. Ik beschikte over schitterende acteurs, met een subliem expressievermogen. Via hen kon ik spelen met dat gegeven van een natie in crisis.

Uw film is gelauwerd op verschillende festivals. Is het voor u belangrijk een bepaalde boodschap op dat Europese forum te verspreiden?

Het was voor mij in eerste instantie van groot belang dat dit een puur Hongaarse productie zou worden. In alle details, in de landschappen, tot en met de mise-en-scène is het een Hongaarse film. Tegelijk wilden mijn kameraden-scenaristen en ikzelf een universeel begrijpelijke film maken. Ik denk dat Dostojevski een grote schrijver is. Zijn verhalen en romans zijn heel Russisch maar universeel interessant. Zijn verhalen zijn mooi voor de hele wereld. In mijn film wilde ik scherp doen aanvoelen dat als iemand een halsmisdaad pleegt, kapitale gevolgen dan onvermijdelijk worden. Dat kan enkel in tragedie eindigen en dat is een universele boodschap.

Kent u Vlaamse of Belgische films?

Ik ken er niet erg veel. Specifiek de Belgische film ken ik niet echt. In Locarno heb ik wel Meisje gezien. Verder ken ik van het Europese werk de Dogma?s nog het beste.

De Belgen krijgen nu alleszins de kans uw Hongaarse film te zien.

Het doet me veel plezier dat de film in Belgie zal worden verdeeld, en hier ook op de televisie te zien zal zijn. Dat was niet zo logisch, ik denk dat de jury een heel moedige en gedurfde beslissing heeft genomen. Dat dergelijke toch behoorlijk harde films door een groot publiek kunnen worden gezien, is fantastisch.

 

Jan Sulmont