Cannes 2009

Na enkele dagen vervaagde het. Ik had mijn appartement en mijn vrienden teruggevonden, het afwasproduct naast de gootsteen en de planten die dringend water nodig hadden. Ik ontdekte mijn rituelen weer, hoe ik mijn ontbijt nam, waar ik werkte en wat ik deed, hoe ik mijn veters moest vastknopen. Mensen vroegen hoe het was, daar in Cannes. Dan kon ik niets anders dan glimlachen en 'Goed' antwoorden. Over Cannes spreken is onmogelijk zonder de hitte op de armen te voelen, de verre zeegeur te ruiken, een knoop van tientallen talen te horen en honderden mensen in maatpak te zien. Het is onmogelijk om de gewoontes te begrijpen, wat je er als ontbijt eet en hoe je er je veters knoopt. Ik had me al enkele dagen voorbereid op een opeenvolging van gesukkel en arrogantie, ongemakkelijke recepties en overdadige hapjes. Op donderdag kwam ik aan ? het was warm, maar ik weigerde mijn vest uit te trekken. Na de eerste stappen in de stad, leek een film zien me het meest logische wat ik kon doen. Victim, een film uit 1961 van Basil Dearden, bleek de allereerste screening van de festivalsectie Cannes Classics. Dirk Bogarde, in de jaren 1960 de perfecte schoonzoon, speelt de hoofdrol in deze bijzonder controversiële film over een man die afgeperst wordt omwille van zijn homoseksualiteit. In het programmaboekje vallen in de selectie Competitie de Europese meesters op. Tijdens het festival vinden de wereldpremières plaats van de nieuwe films van Ken Loach, Lars Von Trier, Pedro Almodóvar, Alain Resnais en Michael Haneke. In tegenstelling tot wat de televisie toont, zijn in Cannes, een festival voor professionals, niet Angelina Jolie en Brad Pitt de sterren, maar de filmmakers met het talent, de producenten met de juiste projecten en de distributeurs die de rechten bezitten. Dagelijks staan horden piekfijn geklede mensen met een briefje in de handen 'Looking for invitation' voor de grootste arthouse-films. Deze kan je immers niet zomaar bekijken, laat staan in T-shirt, jeans en sportschoenen. Ik kon me enkel inbeelden hoe die mensen na een wanhopige zoektocht zouden afdruipen en zich thuis, in hun beste kleren, voor de televisie zouden zetten. Achter de schermen is er de Marché du Film, een markt waarbij ongeveer duizend, vooral kleine films vertoond en hopelijk verkocht worden. 'Iedereen is hier op zoek naar de nieuwe Slumdog Millionaire', hoorde ik iemand zeggen. In de Palais, de centrale gebouwen van het festival, zijn er honderden standjes van distributeurs, sales agents, filmcommissies, lokale promotiestructuren. Flanders Image, de promotiecel van het Vlaams Audiovisueel Fonds, heeft de boot alvast niet gemist. Boven de ingang van de Marché hangt een gigantische poster met de drie Vlaamse films die geselecteerd zijn op het festival en in verschillende folders, boekjes en magazines duiken De Helaasheid der Dingen (La Mertitude des Choses), Lost Persons Area en Altiplano op. Word of mouth gebeurt in Cannes op heel geconcentreerde schaal. Films zijn een sociaal bindmiddel, een betrouwbaar gespreksonderwerp, een veilig discours. Op veel momenten lijken de films een achtergrond van ontmoetingen en manieren om stiltes te doorbreken, maar uiteindelijk zijn ze waar het om draait. De stad is immers gevuld met de internationale filmwereld, mensen van wie je wilt dat ze je naam onthouden en je cv bijhouden. Zo kreeg De Helaasheid der Dingen vanaf de eerste screening positieve commentaren, die als een zenuwbaan door de stad gaan ? een wedstrijd naaktfietsen helpt daar natuurlijk altijd bij. Na de initiële desoriëntatie, maakte ik de paden vrij voor mezelf. Ik groef tunnels in het zand en begon te lopen waar ik heen wilde. Op recepties praatte ik met Zwitserse programmatoren, Deense filmproducenten, Nederlandse distributeurs. Voor de screening van Precious, de grote winnaar van het afgelopen Sundance-festival, werden Mariah Carey en Lenny Kravitz op het podium gehaald, en ontdekte ik opnieuw de celebrity hunter in mezelf. Zonder het te beseffen, werd ik compleet begraven in de stad, de straten, de rode loper en het overdonderend aantal medewerkers ? zich afscheidend van de massa door de afschuwelijk beige uniformpjes die vast niemand anders zou durven dragen. De helft van de tijd vroeg ik me af waar ik was en hoe ik er was terecht gekomen. Tussen het zand, kijkend naar Lawrence of Arabia in de open sectie Cinéma de la Plage. Op het feestje van de Filippijnse film Kinatay, op het strand met een derde whiskey. Op de laatste dag zag ik op het strand, nog geen tien meter verwijderd van zakelijkheid en professionalisme, Cannes weerspiegeld in de zee. Het zag er echt uit ? geen arrogantie, maar hoge verwachtingen en vol liefde voor film.

 

Bert Lesaffer