Dolls

Genre: Poëtisch melodrama | Duur: 1u53 | Release: 4 Juni 2003 | Land: | Regie: Takeshi Kitano | Cast: Miho Kanno, Hidetoshi Nishijima, Tatsuya Mihashi

Kitano brengt in zijn laatste film een ode aan het traditionele Bunraku-theater dat samen met het Nô en het Kabuki één van de drie klassieke vormen van theater is in Japan. Kenmerkend voor het Bunraku zijn de grote marionetten, die op het podium door drie poppenspelers (per pop) bediend worden, en de recitant (joruri) die achter op het podium zit met naast hem een bespeler van de shamisen (driesnareninstrument) die het spel begeleiden. Het aantal poppen beperkt zich veelal tot twee of drie, meestal man en vrouw die een tragisch liefdesverhaal uitbeelden.



Dolls opent en sluit met beelden uit het Bunrakutheater. Het stuk dat wordt opgevoerd is een klassieke 17de-eeuwse tragedie van Chikamatsu (de Japanse Shakespeare). Tussenin vertelt Kitano drie tragische liefdesverhalen, die zich afspelen in het hedendaagse Japan. Het meest aangrijpende verhaal is zonder twijfel dat van Matsumoto en Sawako.



Matsumoto moet op aandrang van zijn ouders zijn verloofde Sawako laten staan voor een ander meisje, die van een hogere klasse is. Sawako is doodongelukkig en neemt een overdosis pillen. Ze overleeft het, maar houdt er een ernstige mentale handicap aan over. Wanneer Matsumoto het nieuws van Sawako's zelfmoordpoging ontvangt vlak voor zijn huwelijk laat hij de bruid staan en haalt hij zijn echte liefde uit het tehuis waar ze verblijft. Wanneer hij haar vindt op een bankje in de tuin geeft ze geen blijk van affectie of herkenning maar blijft eindeloos doorstaren naar de roze vlinder die met een gebroken vleugel in het gras ligt.



Matsumoto neemt de zorg voor haar op zich, maar dat blijkt niet altijd gemakkelijk. Nadat hij Sawako, die zich van kwaad noch goed bewust is, uit een zoveelste hachelijke situatie redt, besluit hij zijn geliefde vast te maken met een dik, rood koord, dat als een navelstreng hun beide middels verbindt. Matsamoto laat zijn auto - die ondertussen een vuilnisbelt is geworden - achter en ze trekken te voet doorheen het prachtige Japanse landschap op een schijnbaar doelloze tocht, met het koord tussen hen in bengelend.



De starre, expressieloze uitdrukking op het gezicht van de mooie Sawako herinnert aan de porseleinen gezichten van de Bunraku-poppen. Naarmate de tocht vordert tekent dezelfde wezenloze uitdrukking zich echter ook het gezicht van Matsumoto af. Als twee houten poppen gekleed in prachtige, soms theatrale kostuums wandelen ze eindeloos verder zonder ooit te stoppen om te eten of te slapen. Zo stappen ze letterlijk doorheen de vier seizoenen om uiteindelijk hun tragische eindbestemming te vinden in de koude, witte winter.



De noodlottige tocht van het koppel wordt afgewisseld met twee andere verhalen: het eerste over ex-yakuza leider Hiro, die zich veertig jaar later plots herinnert dat zijn jeugdliefde nog steeds op hem zit te wachten en een derde over de onmogelijke liefde van Nakui voor de onbereikbare popster Haruna. De film vermengt dus een klassiek universeel verhaal, met heel actuele elementen zoals zelfmoord bij jongeren, het belang van de carrière en de idealisering van popsterren.



Deze film lijkt op het eerste zicht een buitenbeentje in Kitano's oeuvre dat vooral bestaat uit gewelddadige gangsterfilms (Hana-Bi, Kids Return, Sonatine) maar vormt bij nader beschouwing eerder een vernieuwende (en verrassende) voortzetting van Kitano's hypergestileerde fataliteitsdenken.

Qua stijl getuigt de film van een veel feller kleurenpallet dan we van Kitasho gewoon zijn, waarbij soms schilderachtig effecten van diepte bereikt worden door middel van kleur. Het verwondert dan ook niet dat Kitano zelf schilder is. Een belangrijke bijdrage aan de vormgeving werd geleverd door één van Japans meest innovatieve stylisten van het moment, Yohji Yamamoto, die voor de kostuums zorgde.



Vele critici zullen de film misschien afdoen als lege vormentaal, als hypergeësthetiseerde beelden zonder inhoud, een opeenvolging van overbodige shots. Maar volgens mij hebben zij een andere film gezien dan ik. De tragiek is immers de inhoud: liefde en dood of liever, liefde tot de dood, dat is wat het leven ons te bieden heeft en daar wordt in Dolls op zeer poëtische manier uitdrukking aan gegeven. Niet door middel van dialogen of gebeurtenissen, wél door de hele film in een tragisch-lyrische sfeer te dompelen, die een gevoel van stilstand en contemplatie teweegbrengt bij de toeschouwer. Een stilstand die soms weer abrupt afgewisseld wordt met plotse gebeurtenissen of onverwachte wendingen in de plot.



De cinema is nooit enkel een verhaal, en dat wordt door Kitano eens te meer bewezen. Het narratief aspect is maar het resultaat van de beelden; in de meeste films is dit nochtans omgekeerd en wordt de opeenvolging van beelden en hun specifieke vormgeving bepaald door de eisen van het verhaal.

Andere bekende films waarin beeldpoëzie en sfeerwerking boven de vertelling worden gesteld zijn die van David Lynch, David Cronenberg of Peter Greenaway, of de nog vrij recente films Chihwaseon of Avalon.

Het zijn films die stuk voor stuk bewijzen dat cinema ook een plastische kunst is, een kunstvorm die werkt met een lichtgevende beeldmaterie die een ritmische beweging in de tijd maakt, vloeiend en vluchtig maar met een zeer krachtig gevoelsmatig effect op lichaam en geest.

Ils Huygens Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat het verhaal van Sawako en Matsumoto slecht eindigt weten we al. Ook de andere twee verhalen hebben een tragische afloop. Yakuza-leider Hiro liet op prille leeftijd zijn geliefde staan voor zijn carrière - haar plechtig belovende dat hij terug zal keren wanneer hij het gemaakt heeft in de 'zakenwereld'. Veertig jaar en een succesvolle carrière als yakuza-leider later herinnert hij zich plots de woorden van zijn geliefde de dag dat hij haar verliet: ik zal elke zaterdag op je wachten, met een lunchpakket, hier op deze bank. En ja hoor, de dame zit daar nog steeds elke zaterdag met twee lunchpakketten een plaats vrij te houden op de bank. In het park is ze ondertussen een levende legende geworden. Hiro zoekt haar op, maar ze herkent hem niet (of durft hem niet herkennen?) en schaamte en schuldgevoelens beletten hem aanvankelijk te bekennen dat hij de man is waarop ze al heel haar leven wacht. Dan slaat het noodlot toe en ontneemt hem definitief de kans om zijn geheim te onthullen. In het derde verhaal is seinwachter Nakui hopeloos verliefd op de populaire tienerzangeres Haruna. De enige manier om haar te ontmoeten is via de korte handtekeningsessies met de ster. Wanneer Haruna zich vroegtijdig terugtrekt van de showbusiness o.w.v. een ongeluk waarbij ze haar linkeroog verliest, wil Nakui de waarheid niet inzien. Hij memoriseert haar gezicht in zijn geheugen en snijdt zich beide ogen uit. Haruna leeft teruggetrokken op een eiland en weigert nog iemand uit haar verleden te ontvangen uit schaamte voor haar littekens. Maar een blinde toegewijde fan kan ze niet weigeren en zo komt Nakui's grootste wens toch in vervulling: een intieme kennismaking met het meisje van zijn dromen, het meisje van zijn posters. Maar ook hier zal het geluk niet lang duren. Opvallend is dat de dood nooit rechtstreeks wordt getoond, maar altijd via een omweg (het theater) of achteraf (de levenloze lichamen van Sawako en Matsumoto die aan een tak aan een bergklif hangen of de politie die het bloed van de straten schrobt).