The Truman Show

Genre: Satire | Duur: 1u43 | 1998 | Release: 4 November 1998 | Land: VS | Regie: Peter Weir | Cast: Jim Carrey, Ed Harris, Laura Linney, Natascha McElhone, Holland Taylor, Noah Emmerich

DE FAVORIETE FILM ALLER TIJDEN VAN HOOFDREDACTEUR SVEN DE SCHUTTER

Uit meer dan 50 favoriete films er ééntje kiezen, was een helse opdracht. Dat het uiteindelijk The Truman Show is geworden, verrast mezelf nog het meest van al. Ik herinner me destijds met een erg tevreden gevoel - maar ook niet meer dan dat - naar buiten te zijn gekomen uit de bioscoop. Een heel verschil met het bekijken van pakweg 2001: A Space Odyssey of Requiem for a Dream, die nog dagenlang door mijn hoofd bleven spoken en een onuitwisbare indruk maakten. Hoe het komt dat The Truman Show dan toch gestaag naar nummer één op mijn lijst is geklommen, is me eigenlijk nog steeds een raadsel.

The Truman Show was een bescheiden kassucces in 1998. Critici waren in de wolken met het scherpe scenario van Andrew Niccol, de originele regie van Peter Weir en het fantastische acteerwerk van Jim Carrey, maar de film kreeg slechts oscarnominaties voor de regie, het scenario en mannelijke bijrol (Ed Harris). Teleurstellend weinig eer, voor een zeldzaam intelligente film. Intussen heb ik het belang van de Oscars, gezien de waardering van banale films als A Beautiful Mind en Chicago, al lang geminimaliseerd, en heb ik geleerd films zelf te beoordelen. Misschien heeft die underdogpositie in de Amerikaanse cinema mijn liefde voor The Truman Show gestimuleerd, maar ik twijfel nu niet meer aan de vele kwaliteiten van deze bijzondere film, die ik gerust enkele keren na elkaar kan bekijken.

Het ingenieuze verhaal - een man ontdekt dat zijn leven een tv-serie is - is niet alleen hoogst vermakelijk en interessant (zij het niet geheel nieuw), het is ook nog eens meesterlijk uitgewerkt. Scenarist Andrew Niccol creëert eerst een nep sitcom-sfeertje, laat het hoofdpersonage via allerlei intrigerende gebeurtenissen de waarheid ontdekken, en laat de boel eindigen in een strijd met bijbelse allures. Daaronder zit een vlijmscherpe satire op de reality-tv (die toen nog niet eens zulke groteske vormen aannam als nu), die uiteindelijk als aanklacht kan beschouwd worden tegen het steeds verder leggen van de grenzen van de privacy op televisie. The Truman Show sleurt de kijker mee van de ene heerlijke scène naar de andere, vol subtiele grappen, inventieve situaties, knappe dialogen en onthutsende dramatiek, en weet daarbij nog vragen te stellen en tot nadenken aan te zetten: tot welke nieuwe waarden dwingt de media ons, met zijn nieuwe vormen van entertainment en technologische vooruitgang? Is alles wat mogelijk is op tv ook nodig? Is het publiek mee schuldig aan de misbruiken? En vragen we onszelf wel eens af of het leven ons leidt of wij het leven?

Good morning, and in case I don't see ya, good afternoon, good evening, and good night!

Peter Weir, van wie ik ook Fearless en The Mosquito Coast erg bewonderde, weet er bovendien met zijn sterke regie een dimensie aan toe te voegen. Een groot deel van Truman's belevenissen worden ons getoond via de camera's waarmee het dorpje volhangt. Zo krijg je een gevarieerde, aangename beeldvoering, die zonder te willen opvallen mee het verhaal helpt dragen. Weir wisselt de soap trouwens af met documentairebeelden over het maken van de show, en plaatst zijn film zo in een realistische context. Hij weet ook waar op te houden. The Truman Show klokt jammer genoeg af op 95 minuten, maar het is een verdienste van de makers het idee niet uit te melken en de minder geslaagde elementen eruit te schiften. Dat de film daardoor wat onevenwichtig of onvolledig overkomt bij sommigen, moet geen euvel zijn. Voor mij is de narratieve structuur en emotionele afwisseling perfect. Even grappig als tragisch.

Jim Carrey, een acteur die ik tot dan toe onuitstaanbaar vond, is het hart van de film en de enige acteur die Truman Burbank kon spelen (tenzij Jack Lemmon, had de film enkele decennia eerder gemaakt geweest). Carrey beschikte over de gepaste cartooneske grimassen om gestalte te geven aan die onschuldige, optimistisch ogende Jan-met-de-pet, maar bleek verrassend genoeg ook een perfecte dosis ernst en een uitermate precies gevoel voor dramatiek te bezitten, net wat nodig is om het brede scala van emoties waar Truman doorheen de film mee worstelt, uit te beelden: zijn onder gedwongen vrolijkheid schuilgaand gebrek aan affectie, zijn paranoia, de existentiële crisis, en later zijn gekwetste strijdlust. Het charisma en talent dat Carrey in The Truman Show (en ook in zijn volgende dramatische rol in Man on the Moon) tentoonspreidt, evenaren volgens mij die van pakweg Tom Hanks of James Stewart. Dat weinigen dit willen erkennen, steunt me in mijn overtuiging dat Carrey momenteel één van de meest ondergewaardeerde acteurs is (Maar akkoord, hij maakt ook wel héél slechte films?). Ed Harris, die Dennis Hopper verving, maakt van producer Christoff een mens, ondanks zijn goddelijke status, en vormt zo een perfecte antagonist.

Wat van het bekijken van The Truman Show uiteindelijk een onovertrefbare ervaring maakt, is de overweldigend mooie soundtrack, een mix van minimalistische en groots georchestreerde muziek van Burkhard Dallwitz, Philip Glass en enkele klassieke componisten. Zij geven een poëtisch extraatje aan een al grootse film.

Het is nog te vroeg om te bepalen of The Truman Show een plaats in de filmgeschiedenis zal weten te veroveren, maar ik acht de kans eerder klein. Het lot van intelligente, minder succesvolle films is meestal de vergetelheid. Net als de vergelijkbare, knappe mediasatire Network (1976), zal The Truman Show pas weer aan de oppervlakte komen als de waarheid de fictie zal overtreffen. Maar dan zal de genialiteit van deze grandioze film dan ook dubbel en dik bewezen zijn.

Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien