The Host

Genre: Actie | Duur: 2u00 | 2006 | Release: 2 Mei 2007 | Land: Zuid-Korea | Regie: Bong Joon-ho | Cast: Doona Bae, Hae-il Park, Hee-bong Byun, Kang-ho Song

De lichtjes disfunctionele familie Park baat een eetstalletje uit aan de Han-rivier in Seoul. Papa is een rustige en verantwoordelijke man, zoon Gang-Du is de slaperige, geblondeerde en (want?) niet al te snuggere vader van Hyun-Seo (een zeer sterk acterende Ah-sung Ko), dochter Nam-Il is een van de beste boogschutters te lande, en zoon Nam-Joo heeft een diploma en een verleden als politiek activist, maar geen job. Op een dag komt er een monster te voorschijn uit de Han. Na een korte killing spree, grijpt het Hyun-Seo en verdwijnt die in de rivier. Wat volgt is een entertainende maar iets te lange zoektocht naar het kleine meisje.

De nieuwe Joon-Ho Bong (Memories of Murder, Barking Dogs Never Bite) wordt door velen enorm gesmaakt als een superieure monsterfilm met een behoorlijke dosis comedy en politieke sneren. Al die elementen mogen er dan wel zijn, echt werken doet The Host lang niet altijd.

Met de politieke sneren blijkt het om te beginnen allemaal nogal mee te vallen. Uiteraard zijn de Amerikanen schuldig aan het ontstaan van het monster: door toedoen van een Amerikaanse dokter belandt een massa formaldehyde in de Han rivier (een verwijzing naar een waargebeurd vervuilingsschandaal). Dat zorgt voor een mutatie die uitgroeit tot een gigantisch monster dat zowel te water als te land zijn mannetje staat. Bovendien beweren de Amerikanen - niet alleen de oorzaak van het kwaad, maar ook nog eens verpersoonlijkt door een schele, achterlijke dokter - dat een Amerikaanse soldaat die het bevechten van het monster met zijn leven bekoopt, besmet werd met een virus. De Zuid-Koreaanse overheid - een bende dommeriken - gelooft dat uiteraard blindelings en zet de grote middelen in, met inbegrip van een Amerikaans biochemisch wapen genaamd Agent Yellow. De politieke verwijzingen zijn er dus wel, maar echt bijten doen ze niet, net omdat ze er zo dik opliggen.

De monsterscènes zijn behoorlijk indrukwekkend, met dank aan Peter Jacksons WETA studio's en het Amerikaanse The Orphanage (bekend van o.a. Hero en The Day After Tomorrow) voor de geloofwaardige CGI. Maar alle dure effecten ten spijt is The Host nergens echt beangstigend. Dat valt deels te verklaren door de wat magere sfeerschepping. Bong komt direct ter zake: geen mysterieus gedoe: enige karakterpresentatie en dan het monster, meteen in een spectaculaire massascène. Maar in zijn geheel focust The Host meer op de ontwikkeling van familierelaties dan op het monster. Spijtig genoeg zijn die personages niet bijzonder boeiend en levert hun zoektocht nogal weinig spanning op. Het duurt tot de finale eer de film nog eens het niveau van het begin haalt.

Met de komische tussendoortjes zit het dan weer wel goed. Een begrafenisplechtigheid mondt uit in een slapstickscène waarin de familie Park huilend over de grond rolt, de familie valt in slaap tijdens een emotionele speech van de pater familias, etc. Bong speelt met verve met genreconventies en -verwachtingen, maar de voortdurende stroom aan komische elementen draagt niet echt bij tot de spankracht.

The Host is kortom boeiend en geinig, maar niet echt meeslepend. Niettemin een redelijk geslaagde - en zeer professioneel gemaakte - poging om het monstergenre nieuw leven in te blazen.

Benjamin De Cleen Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien