Technocalyps

Genre: | Duur: 15u06 | Release: 30 April 2008 | Land: België | Regie: Frank Theys | Cast:

Dat de documentaire Technocalyps een boodschap zonder daadkracht is, werd goed gesymboliseerd door de prekers in de film die op publieke plaatsen het einde der tijden verkondigen maar waar niemand naar luistert. Laten we ons vragen stellen bij de hybride vorm van 'artdocu' waarbij sommige kunstvormen evocatief noch functioneel werken. Zo denken we aan het wegvallen of dimmen van het geluid (voice-over): een experiment dat kan passen in een docu over doven, maar dat niet ten koste kan gaan van de inhoud. Denken we aan de montage die fragmenteert: een idee wordt gereduceerd tot data eerder dan de gedachte weer te geven. De afwezigheid van de namen van de sprekers die normaal gezien op het scherm verschijnen werd niet gecompenseerd door de eindgeneriek, die alle sprekers in volgorde weergeeft.



Hoe dan ook, wat volgt is een beschrijving van en reflectie over de inhoud van de documentaire die tijdens de première eerder de vertoning was van een ?technocolaps?.



Net als de documentaire wees Sophokles reeds in zijn ?ode aan de mens? in Antigone op de ontzaglijkheid van de techniek: deze verheft de mens hoog boven de andere levende wezens, maar kan hem ook meesleuren in de ondergang. ?Met zijn kunst groter dan verbeelding ? zijn vernuft ? wil hij vandaag het kwaad en gisteren het goed.? Dat de mens wordt voortgesleept door de techniek en dat de onbeheersbare techniek de mens steeds weer boven zichzelf laat uitstijgen is dus niet nieuw. We kennen ook de cut-and-paste-cultuur waar de wereld als een grote database uiteen valt in elementen die willekeurig gecombineerd kunnen worden.

Maar transhumanisme ? dat door menig wetenschapper wordt verkondigd als uitgangspunt van een toekomstvisie en dat de waarden van kennis, functionaliteit en vooruitgang garandeert en incarneert in een getotalitariseerde doelrationaliteit voorbij de mens ? is iets radicaler dan de veelbesproken mainstream technofobie. Neen, rond transhumanisme hangen taboes die in de 16de eeuw rond het heliocentrische hingen (waar de mens niet in het centrum van het heelal staat) en in de 19de eeuw rond de evolutieleer (waar de mens van de aap afstamt). De Kerk heeft, niet verwonderlijk, ook de leer van het transhumanisme (waar de mens niet de eindfase van de ontwikkeling vormt) verketterd.



In dit tijdperk van transhumanisme wordt de plaats van de mens dus ingenomen door de techniek. De mens wordt niet getransformeerd, maar verdwijnt. Marvin Minsky ? vader van de artificiële intelligentie en goeroe van het provocerende materialisme ? ontdekte dat hersenen als parallelle processors werken: we berekenen vele keren hetzelfde. Onze hersencapaciteit is volgens hem te reduceren tot 800 MB en zou zo op een cd-rom passen. Kurtzweil ? de hedendaagse Thomas Edison ? voorspelt in zijn ?wet van de versnellende opbrengsten? dat we tegen 2045 op een punt terecht zullen komen waar kennis exponentieel versnelt. Op dit punt, dat hij ?singulariteit? noemt, wordt in elke fractie van een seconde alle voorgaande kennis verdubbeld. De homo sapiens kan niet volgen (dat kan hij nu al niet) en laat alles over aan de technocratie.



Via het inplanten in de hersens van artificiële intelligentie die zichzelf kan upgraden of via het uploaden van hersengrammatica in de computer komt men tot een techniek die zichzelf kan programmeren en updaten. Deze techniek is superieur aan de homo sapiens in kennis, communicatie, handeling, efficiëntie, ? De technici, ingenieurs en de denkers verworden tot techniek. Sophocles? ?Veel is vreemd op deze wereld, maar niets is vreemder dan de mens? is voorbijgestreefd, want het is de technologie die bij uitstek δεινον is. Hij moet zelfs de volgende woorden terug inslikken: ?hij weet raad op alles: radeloos zal hij wel nooit meer zijn. Ongeneeslijk ziek geneest hij zich. Alleen de dood ontkomt hij niet?, want de transhumaan is onsterfelijk geworden, hij is immers techniek. En hier komt de Apocalyps, het einde van de geschiedenis. De techniek is onsterfelijk en genereert een posthistorische kijk op de werkelijkheid: de technocalyps.



De futuristische kunst zal de enige kunst zijn die haar project waarmaakt en zal zichzelf opheffen omdat kunst zich in een totalitaire wereld zou bevinden die niet meer de hare is. Tijd en ruimte spelen geen rol meer want je stelt zelf dimensies in, je laat de grenzen los. Om zich op de toekomst van de singulariteit voor te bereiden neemt Terence McKenna, een etnobotanist, psychedelische drugs.



We kunnen de tragiek ervan inzien. In het nastreven van beheersing is men op een bepaald punt genoodzaakt die beheersing uit handen te geven. Door het blindelings streven het noodlot te domesticeren, steekt men uiteindelijk zijn eigen ogen uit. Alluderend op Heidegger kunnen we zeggen: de mens is de bres waardoor de technè doorbreekt, en die als bres zelf op de technè stukbreekt.



Maar de technocalyps gaat verder: De homo sapiens heeft zijn verantwoordelijkheid weggeschonken aan de overspoelende techniek en zich zo bevrijd van zonde. In die zin noem ik de technocalyps een tweede zondvloed. Vrijheid en zonde zijn niet meer. Terug in de tuin van Eden. De mens die alles overlaat aan de techniek proeft immers niet meer van de boom van kennis die enkel voor goden (de techniek of de transhumaan) bestemd is.

Matthias De Groof Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien