Vers le Sud

Genre: Drama | Duur: 1u47 | Release: 1 Februari 2006 | Land: | Regie: Laurent Cantet | Cast: Charlotte Rampling, Karen Young, Ménothy Cesar, Louise Portal, Pierre-Jean Robert, Lys Ambroise

Met Sous le Sable en Swimming Pool, Embrassez qui vous voudrez en Lemming herbevestigde Charlotte Rampling zich de laatste jaren als één van de koninginnen van de art house cinema.



De Britse sfinx poëtisch in de verte zien staren is altijd de moeite.

Zo blijkt alweer uit haar vertolking van Ellen, een vrouw op leeftijd die zich eind jaren zeventig op Haïti laat verwennen door jonge schandknapen. Ze komt al jaren naar Port-au-Prince komt en beschouwt de jonge Legba als haar persoonlijke speeltje. De gemoederen raken verhit als ene Brenda (Young, bekend van haar rol in The Soprano's) aanspoelt op het eiland. Enkele jaren geleden heeft zij immers ook van Legba's kunnen genoten. Hij was vijftien, zij veertig en toe aan haar eerste orgasme. Ze komt hem terug opzoeken en vormt zo een bedreiging voor Ellen, die nochtans opschept over hoe nuchter zij tegen haar paradijselijke avonturen aankijkt. Behalve de twee Legba-lovers is ook Sue van de partij, een volslanke Canadese die erg blij is met hààr compagnon: "At home, blacks don't interest me ... Here, I feel like a butterfly". U raadt het al, we zitten hier veraf van het Zuid-Aziatische misbruik- en pedofiliegedoe dat de laatste jaren terecht veel pers krijgt. Neen, de dames rijden paard in de branding en vleien zich nadien in het brandende zand met cocktails, joints en jonge mannen die er wel pap van lusten.



Regisseur Cantet (L'emploi du temps) baseerde zich op drie novelles van Danny Laferrière, zelf ooit een loverboy in Port-au-Prince en ook auteur van Comment faire l'amour avec un nègre sans se fatiguer. Zonder al te veel erotiek in beeld te brengen, concentreert de actie zich vooral op de belevenissen van de dames. Tussendoor krijgt elk van hen een monoloog. Ze kijken de camera aan en vertellen over hoe ze de Haïtiaanse hof der lusten ervaren. Goed gevonden, maar de uitéénzettingen bekken vaak maar stroef en lijken soms erg geconstrueerd. Bovendien krijgt nubische god Legba (Ménothy Cesar kreeg een Marcello Mastrioanni-award als beste jonge acteur op het filmfestival van Venetië) géén kans om zijn eigen verhaal te doen. Misschien wou de regisseur zo uitdrukken dat 's mans mening er voor de vrouwen in de fond toch niet toe doet.



Wél een monoloog krijgt maître d'hotel Albert, een oudere Haïtiaan die in de prent de voornaamste link verzorgt met de penibele sociale achtergrond van het land. In de aangrijpende intro zagen we al hoe een vrouw haar vijftienjarige dochter aan hem probeert te verpatsen: ze heeft het ongeluk tegelijk erg mooi en straatarm te zijn. Geen goeie combinatie in het Haïti van dictator Baby Doc.



Kleine bijrollen zoals deze halen de anders maar sporadisch aan bod komende politiek-economische context even naar de oppervlakte. Je kunt natuurlijk argumenteren dat die aanpak net effectiever is om de wantoestanden tot bij de kijker te brengen. Omdat de achtergrond wél bepalend zal blijken voor het lot van Legba, en dus ook van de drie vrouwen, zal dat ook wel Cantets bedoeling zijn geweest. Jammer dus dat de boodschap niet helemaal overkomt.

Jan Sulmont Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Legba papt tegen zijn zin aan met een Haïtiaans meisje dat 'dient' bij 'de kolonel', een man die nooit in beeld komt maar de scepter over de stad lijkt te zwaaien. In nachtshots zien we soldaten de lijken van Legba en het meisje in de zee dumpen. De blanke vrouwen keren terug naar huis.