Berlin Calling

Genre: Drama | Duur: 1u40 | Release: 2 Oktober 2008 | Land: Duitsland | Regie: Hannes Stöhr | Cast: Peter Schneider, Araba Walton, Corinna Harfouch, Rita Lengyel, Paul Kalkbrenner

Aan de release van het album Berlin Calling van de Duitse technoproducer en DJ Paul Kalkbrenner, werd een gelijknamige film gekoppeld met Kalkbrenner zelf in de hoofdrol. Regisseur van dienst is de relatief onbekende Hannes Stöhr.

Kalkbrenner vertolkt de Duitse ‘DJ Ickarus’, die zijn nieuwe album wil uitbrengen. De soundtrack is dus effectief het artiestenalbum Berlin Calling, en tijdens de film zien we hoe de muziek en de artwork tot stand komen. Er zijn dus veel parallellen met de realiteit, maar het verhaal an sich is fictief.

De film begint in medias res.  We zien meteen met een beeld van Dj Ickarus -de symboliek van de naam ligt er net iets te dik op-  die zijn set begint op een zomerfestival. De muziek speelt hier al meteen een heel centrale rol, het mooie Altes Kamuffel zet de toon. Ickarus staat hoog boven de massa verheven en wordt aanbeden en bewonderd. De zon is heel aanwezig, het is een kleurrijk en vredig tafereel. Dit is de symboliek van Ickarus op zijn hoogtepunt. Hoe hij daar gekomen is krijgen we niet te zien, zijn ‘downfall’ wordt de kern van het verhaal.

Dj Ickarus heeft net zijn album af en stapt zelfzeker met zijn manager/vriendin het kantoor van het platenlabel binnen, niets minder dan euforie verwachtend. Die euforie blijft uit en Ickarus blijft gefrustreerd achter. Hij vindt zijn troost in drugs. De teneur van de film verandert met de setting: van de zonnige festivalweide naar donkere nachtclubs en de grijze achterbuurten van Berlijn.

Ondertussen verliest Icka helemaal de pedalen. Zijn vriendin, familie en vrienden dreigen hem in de steek te laten. Na een trip die fout afloopt, belandt hij in een psychiatrische instelling. Daar krijgt hij de kans om tot zichzelf te komen, en de muziek diep in hem te vinden. De strijd tussen de artiest Ickarus versus de wereld is een zeer nadrukkelijk motief in de film. De problemen in zijn leven lijken hem te inspireren. Maar hoeveel opofferingen maak je in functie van de creatie?

Er wordt duidelijk geopteerd voor een gevoelige balans tussen fictie en documentaire. Enerzijds is het verhaal fictief, maar anderzijds is de film ook promotie voor Kalkbrenner en zijn album. Het amateuristisch ogende camerawerk en de passieve montage geven de film een documentairegevoel: een weergave van Ickarus in zijn dagelijkse omgeving, waaruit blijkt dat de technogod ook maar een mens is met heel wat problemen. Dat beeld van de mislukte mens achter de grote kunstenaar is echter  al te cliché geworden. En over clichés gesproken, het verhaal doet wat denken aan One flew over the cuckoo’s nest, en de combinatie met de muziek zal de fans van Trainspotting bekend voorkomen.  Voor de originele invalshoek hoef je het dus niet te doen.

De muziek van Kalkbrenner neemt vanzelfsprekend een dominante rol in. Zowat het hele album komt aan bod, maar nooit krijg je het gevoel dat de film louter een promotiemiddel is voor het album. De toon van de muziek onderstreept de fases die Ickarus ondergaat. Op zijn diepste punt klinkt alles zeer agressief en zelfs deprimerend. Naarmate hij orde op zaken stelt, weerklinkt het geluid van hoop. Dat het hele album de revue passeert was echter ook de grootste valkuil voor de film. Er is soms te weinig verband tussen de tracks en de scènes die ze begeleiden, waardoor de muziek bijwijlen wat obligaat aanvoelt.

Vaak is de balans tussen de objectieve documentairestijl en het emotionele verhaal wat zoek. De muziek verdient beter dan op de achtergrond te worden gedrukt. Een documentaire zou zich goed lenen om de soundtrack aan bod te laten komen, maar dat zou het doelpubliek kleiner maken. Muzikale documentaires bleken zich in het verleden al te beperken tot een extraatje voor de fans. De muziek is dan weer te uitgebreid en complex om geminimaliseerd te worden tot soundtrack. De bedoeling was nobel, maar de uitwerking is quasi onmogelijk. Stöhr valt met deze prent wat tussen twee stoelen.

De acteerprestaties zijn heel degelijk. Paul Kalkbrenner heeft veel gevoel voor drama en staat verrassend goed te acteren, al moet gezegd worden dat hij zijn rol heel ingetogen en zonder veel risico vervult. Maar voor een eerste ervaring op het witte doek valt hij absoluut niet uit de toon, integendeel. De rol van zijn vriendin en manager komt echter nooit ten volle uit de verf. De tweeledigheid van het personage zorgde blijkbaar ook voor een identiteitscrisis bij actrice Rita Lengyel want ze speelt tamelijk inconsistent en oppervlakkig.

Berlin Calling is een heel sfeervolle prent, met een unieke soundtrack. Berlijn wordt erg realistisch en zelfs ruw en vijandig weergegeven. Helaas wist de regisseur niet goed welke koers te varen met dit project, en komt er geen enkel aspect echt ten volle tot recht. Een leuk toetje voor de fans, filmliefhebbers kunnen zich wenden tot betere alternatieven.

Tim Vanhoorneweder Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ickarus aanvaardt uiteindelijk zijn tegenslag en gebruikt zijn ervaring in de instelling zelfs als thema voor zijn album. Dat album slaat aan, en Ickarus sluit vrede met zijn vader en broer.