The Look of Love

Genre: Biopic | Duur: 1u34 | Release: 28 Augustus 2013 | Land: Groot-Brittannië | Regie: Michael Winterbottom | Cast: Tamsin Egerton, Anna Friel, Steve Coogan, Imogen Poots

Hebt u zich - bij het verlaten van dat kapitalistisch toverbosbedrijfje nabij Kaatsheuvel met zijn oogverblindende simulacrum van pluche en plastiek -, ook wel eens de bedenking gemaakt: verdorie, aan al die zoetgevooisde valsheid heb ik lak. Wel, dan weet u wellicht hoe bekocht wij ons voelden na het bekijken van The Look of Love. Een smakeloze nostalgieparade die met goedkope effecten en een flashy montage de fonkelende Citizen Kane van deze moderne tijden droomt te zijn maar met zijn voorgekauwde filmclichés en pseudopoëzie niet meer dan de glans van een prullerig speelgoedringetje weet te imiteren. Vergeleken met deze fantasieloze rollercoasterrit zijn de robotelfjes van De Droomvlucht een artistieke tour de force.

Hoewel de openingstitels niet meteen aan Saul Bass’ betere werk doen denken, loodst The Look of Love zichzelf aanvankelijk op frisse wijze doorheen het imperium van zijn protagonist, Paul Raymond. De naam zegt u misschien niets, maar bronstige bouwvakkers en hongerige schoolknapen zullen wellicht glossy herinneringen overhouden aan enkele van zijn magazines (Men Only, Escort en Mayfair). Wie tijdens het discotijdperk doorheen Soho struinde moet wel langs één van Raymonds vele strip- en burleskebars zijn gedrenteld, waarop hij sinds 1958 een monopolie had. Naast softpornomogul, rijkste Brit en notoir rokkenjager was hij ook een onvervalst charmeur. ‘We’ve got dolphins pulling off girls’ knickers. What’s not to like?’

Ook Steve Coogan – altijd te genieten op de sofa van Graham Norton en sinds 24 Hour Party People kind aan huis bij regisseur Michael Winterbottom -, weet tijdens de verkenningsronde zijn rol van gladde zakenman nog met enige chutspa en witz in te vullen. Maar terwijl Raymonds coiffure, snor, brilmontuur en fortuin almaar omvangrijker worden, blijft zijn karakterschets jammerlijk in de kinderschoenen staan. Onder druk van het dartele montagewerk en de eindeloze stoet van redundante naaktscènes racet Winterbottom al snel voorbij het potentieel van zijn acteurs, het rijkelijke decorum (met dank aan Ringo Starr) en in het geheel, van zijn film. Ruim dertig jaar aan anekdotes en akkefietjes uit het leven van de erotica-industrialist worden er in anderhalf uur met de vasilinelens ingesmeerd. Een gladgepolijst koetswerk van drugs, polygamie, scheidingen en megalomanie dient de absolute stuurloosheid van de film te verhullen.

Als The Look of Love al een centraal thema heeft, dan is het wellicht de verwrongen vader-dochterrelatie tussen Paul Raymond en zijn divadochter, Debbie. Dankzij Imogen Poots’ glansrol - die in Debbie Raymond een vleugje Susan Alexander injecteert, de gefaalde divavrouw van Charles Foster Kane -  toont deze façadefilm heel eventjes diepgang. Maar vele van haar scènes werden zo kort gemonteerd (een hele kankerepisode in 2 minuten!) dat haar impact op het geheel minimaal is. Winterbottom heeft niet zozeer een film gemaakt als wel een langgerekte videoclip,  aangekleed in een ordinaire MTV-look à la retro en een arsenaal zoete popsongs.

Als een cineast zich onderscheidt door de inhoud van zijn film op een coherente en gevoelige manier in eigenzinnige beelden te gieten, dan is Winterbottom een blinde pottenbakker en The Look of Love een lekke kruik. Halverwege de film vinden we hiervan een mooi voorbeeld, wanneer Raymond een zoveelste bacchanaal van drugs en voluptueuze vrouwen bijwoont. Terwijl plagerige Roxy Music-beats de camera koortsachtig van gegiechel naar gedans manoeuvreren, worden talloze lijntjes coke gesnoven. Spiegeltje, visakaart, opgerold geldbiljet: u kent het cliché. En elk lijntje wordt op exact dezelfde manier getoond: in medium close up die van de opgesnoven coke vliegensvlug naar het voldane gezicht tilt. Een beetje zoals u en ik een kok en een ketel soep zouden filmen. Deze laissez-faire aanpak maakt beelden overbodig. Niets voegen ze toe aan wat er al in het scenario beschreven staat.

The Look of Love is een flitsend verpakt vacuüm. Een revueshow van trivialiteiten, een verfilmd stationsromannetje zonder visie.

Toen Tarantino met Pulp Fiction het gebruik van drugs een lik glamour en een shot dreiging meegaf, deed hij dat op een puur visuele manier (iets waar Aranofsky hem met Requiem for a Dream in zou overtreffen). Slow motion en clair-obscur … drugs zagen er zelden zo sexy uit, al sloegen ze even later wel staalhard terug. Het tegenovergestelde effect, dat van authenticiteit en uitzichtloosheid, wordt in Paul Morrisseys verpletterend eerlijke Trash verwezenlijkt door een documentairestijl te hanteren waarin korrelige, onderbelichte beelden en semiprofessionele acteurs voorop stonden. In The Look of Love is er geen effect, sfeer, emotie of boodschap omdat elk shot, en in het bijzonder die van cokesnuivers, de erfenis draagt van zestig jaar aan hardgekookte televisievoorschriften.

The Look of Love is een flitsend verpakt vacuüm. Een revueshow van trivialiteiten, een verfilmd stationsromannetje zonder visie of bezieling, waarin elke emotie voorgekauwd is en transparant. Terence Davies liet ooit optekenen: ‘In film, you go on a journey. In television they tell you where you’re going.’ The Look of Love is zo’n tv-filmpje.

Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Debra Raymond sterft aan een overdosis. Paul Raymond, op dat moment de rijkste man in Groot-Brittanië, wordt een eenzaat.