Beasts of the Southern Wild

Genre: Fantastisch Drama | Duur: 1u32 | Release: 12 December 2012 | Land: VS | Regie: Benh Zeitlin | Cast: Quvenzhané Wallis, Dwight Henry

Wanneer een klein meisje, gekleed in niet meer dan een oranje onderbroek en plastiek laarsjes, door het afval ploetert van een desolaat woonwagenpark, op zoek naar eten en haar dronken vader, zouden bijstanders in onze grimgrauwe realiteit luidkeels om de dienst kinderwelzijn roepen. Maar niet zo in de wondere wereld van Beasts of the Southern Wild, waarin dat kleine meisje Hushpuppy heet en haar temperamentvolle vader Wink. Op de tonen van dromerige muziek die uit de Badlands van Terrence Malick weggeplukt lijkt, laveert Hushpuppy zich door de drab van een kleine commune, The Bathtub genaamd, aan de rand gelegen van een post-Katrina, pre-apocalyptische welvaartsstad die zich met behulp van een grote dam afscheid van het zuidelijk deel van de wereld. Het is daar dat de zesjarige Hushpuppy luistert naar het kloppend hart van kleine dieren, mijmert over de samenhang van het heelal en droomt van een krokodillendodende moeder.

 

Deze fabelachtige vertelling lijkt in vele opzichten de ideale ambassadeur te zijn voor het toenemend aantal Indies die met een beperkt budget de lens richten op socio-culturele problemen in de Amerikaanse samenleving. Verfrissend aan de aanpak van debutant Benh Zeitlin is dat hij het grauwe, neorealistische deken waarin landgenoten als Ramin Bahrani en Kelly Reichardt hun humanistisch onderzoek hullen gedeeltelijk van zich afschudt en in een schattig, mytho-poëtisch jasje steekt. Aanvankelijk voelt deze ambitieuze film, die een rauwe esthetiek vermengt met poëtische droombeelden, aan als een unieke brok onversneden Americana. Een stukje arthouse in het hart van Tinseltown, waar het grote publiek zich verzoent met de kritische cinefiel, John Cassavetes meekijkt over de schouder van Mark Twain en een groeiend aantal prestigieuze filmprijzen de muren mogen decoreren. Wanneer het verhaal echter vaart krijgt, een grote zondvloed The Bathtub van de kaart veegt en Hushpuppy zich in het gezelschap van een bonte bende armoezaaiers staande probeert te houden, blijkt deze trip doorheen het wondere wasteland een verassend holle onderneming te zijn.

Na de mooie proloog ruilt regisseur Zeitlin de meanderende beschouwing in voor een plotgedreven roadmovie, voorzien van avontuur en heldendom, waarin een echte plot evenwel lijkt te ontbreken. Vele scènes, hoe fascinerend de setting vaak ook is, zijn rommelig en dragen weinig bij tot het geheel van de film, hetgeen de spanningsboog, omhoog gehouden door de sluimerende ziekte van Wink en een stel aanstormende oermonsters, laat knappen. Het handheld cameragebruik, dat onlangs nog bloedmooi tot z’n recht kwam in Andrea Arnolds Wuthering Heights, valt niet altijd even geslaagd te noemen en de overdaad aan feeërieke muziek in combinatie met een snoeperige voice-over fungeert al te vaak als lapmiddel voor de talrijke plotgaten.

Een stukje arthouse in het hart van Tinseltown, waar het grote publiek zich verzoent met de kritische cinefiel, John Cassavetes meekijkt over de schouder van Mark Twain en een groeiend aantal prestigieuze filmprijzen de muren mogen decoreren

Als rots in de branding is er gelukkig Hushpuppy, of beter: Quvenzhané (uitgesproken als Kwivan-Djahnee) Wallis, die als zesjarige heldin over een ontwapenende naturel beschikt. Zich moeiteloos metend met andere kleine helden als Scout (To Kill a Mockingbird), Max (Where the Wild Things Are) of het anonieme kereltje uit Le Ballon Rouge, stampt zij zo’n zinderende dosis schoonheid in de film dat het meest ommuurde hart ervoor valt en de luidste kritiek erdoor wordt gesmoord. Of toch bijna. Hoewel haar kinderlijke blik het Benh Zeitlin toelaat één en ander te stereotyperen, slaagt zelfs Hushpuppy’s serafijnen charme er niet in om enkele al te ongenuanceerde stigmata te verdoezelen. Wanneer het gros van een arme gemeenschap afgeschilderd wordt als dom en dronken, alcoholisme niet de minste wrange bijklank krijgt en conservatisme leidt tot verlossing, oogt de allegorische spiegel die Beasts of the Southern Wild hoort te zijn zowel al te romantisch als vals. Ondanks alle vormelijke inventiviteit propageert de film een wereld(beeld) waarin een sticking-to-your-roots-mentaliteit verheerlijkt wordt. Waarin een klassenscheiding behouden moet blijven en bordkartonnen karikaturen de tragiek van armoede weglachen.

Met Beasts of The Southern Wild is het een beetje zoals met een cruise langs de Nijl. Exotische figuren, wonderlijke taferelen en schrijnende armoede glijden aan een gezellig tempo en vanop veilige afstand voorbij. De werkelijke beproevingen en moeilijkheden voor de man aan wal zijn niet meer dan een wazig schaduwbeeld aan de horizon. Maar ondanks de ietwat wrange nasmaak van dit cultureel toerisme, trommelt deze ambitieuze fabeltjeskrant vooral  vermaak en verwondering doorheen het hart. Met Hushpuppy als weergaloze compagnon aan uw zijde en enkele kratten pessimisme overboord gegooid, is deze prent al bij al een bruisende trekpleister van naïeve maar desalniettemin verkwikkende schoonheid.

Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hushpuppy vindt haar krokokdillendodende moeder en brengt een stukje krokodillenvlees naar haar stervende vader.