A Late Quartet

Genre: Drama | Duur: 1u42 | Release: 10 Juli 2013 | Land: VS | Regie: Yaron Zilberman | Cast: Philip Seymour Hoffman, Catherine Keener, Christopher Walken, Imogen Poots, Mark Ivanir

Voor een dosis filmisch valium moet u dezer dagen bij A Late Quartet zijn. Yaron Zilbermans debuut over een strijkkwartet dat geplaagd wordt door overspel, jaloezie en Parkinson is zo’n ontstellend saaie, zelfingenomen en in goedkoop sentiment badende prent dat er bij afloop van het glazuur op onze knarsetandende kiezen maar weinig overbleef.

 

Nochtans doen namen als Christopher Walken, Catherine Keener en Philip Seymour Hoffman vermoeden dat er achter het ogenschijnlijk oninteressante leven van deze fijnbesnaarde musici en de tagline “No arrangement is more beautiful...or more complicated” een wereld bruist die evenveel laagjes kent als het opus van Beethoven waaromheen de film draait. Helaas is niets in het repertoire van Zilberman erg gecompliceerd of mooi. Als een lauwe microgolfmaaltijd serveert hij een zoutloos allegaartje van conflicten en emoties die te oppervlakkig blijven om dieper dan het gemiddelde soap-gehalte te pijlen en braver in beeld werden gebracht dan De Zevende Dag. Voorgekauwd dieptepunt: Wanneer Walken een plaatje oplegt van zijn overleden vrouw, de camera langzaam op zijn trillende kin inrijdt en de aria gestaag aanzwelt, knipt Zilberman naar het Proustiaanse tegenshot van Walkens vrouw die plots, alsof het een engelken was, voor hem verschijnt. Zelfs de klassekop van Christopher Walken redt een dergelijke scène niet van de tenenkrullende schmaltz.

Tegen deze zielloze regie bieden de puike soundtrack van Badalamenti, een leuke anekdote over Pablo Casal of het gedeclameerde gedicht van T.S. Eliot helaas geen tegengif. Daarbij storen niet zozeer de gladde acteerprestaties (een Hoffman op autopiloot blijft aangenaam kijkvoer), maar wel de oervervelende dialogen en de klungelige muzikale onderonsjes. Wanneer stercelliste Nina Lee zich bij het kwartet voegt wordt pijnlijk duidelijk hoe slecht de zichtbaar onervaren acteurs de passie en vingervlugheid van echte strijkers weten te imiteren.

Als een lauwe microgolfmaaltijd serveert A Late Quartet een zoutloos allegaartje van conflicten en emoties die te oppervlakkig blijven om dieper dan het gemiddelde soap-gehalte te pijlen en braver in beeld werden gebracht dan De Zevende Dag

Omdat onze kennis over klassieke muziek zich eerder in eierdopjes dan tonnen laat meten, hadden we gehoopt in Zilbermans Quartet enkele frases van die verborgen passie voor de stiel der strijkers te ontdekken. Zoals Sideways een introductie was in de wondere wereld van wijn (ah, die onovertrefbare liefdesverklaring van Paul Giammatti voor Pinot Noir) of Monica Vitti inl’Eclisse de zinnenprikkelende poorten van de beurs op een kier zette. Helaas komt A Late Quartet niet veel verder dan wat gekeuvel over de juiste paardenmanen voor een strijkstok en een gemoedelijk lesje waarin het belang van respect voor je medemuzikant wordt bepleit. Beethovens geest geeuwt met ons mee.

Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peter slaagt er niet in om de Parkinson-symptomen voldoende te onderdrukken en moet tijdens een concert noodgedwongen het kwartet verlaten. Gelukkig is er nog Nina Lee om hem te vervangen, and so... the music goes on.