Interview met Bram Smeyers en Peter Missotten

Het grote ongelijk van Einstein -Interview met Bram Smeyers en Peter Missotten, regisseurs van de Vlaamse cultfilm, The Cutting The Cutting was te zien op het festival van Gent in 2001. De bizarre, filosofisch aandoende Vlaamsgesproken maar Engels ondertitelde thriller-horror-lachfilm had me in zijn greep. Uitgelachen door mijn collega's die de film absoluut niets vonden zocht ik heil bij mensen die mijn visie onderschreven, want The Cutting is wel degelijk een fantastische film, je moet er gewoon even bij nadenken. Dit wordt bevestigd door de regisseurs, de jonge en enigzins timide Bram Smeyers en de retorisch aangelegde Peter Missotten, vervuld van idealisme en sterk gekant tegen het extreem pretentieus gedrag van zijn collega regisseurs. Een samenvatting van een gesprek dat zoals steeds veel te lang uitliep en waar we begonnen met die andere opvallende Vlaamse film van het festival, Falling. Falling kan niet anders dan tegenvallen, dat móet tegenvallen. In zijn concept, en zijn potentieel, zet daar eender welke regisseur op, dat doet er niet toe. Als het zo simpel was om met zo'n budget een brede publieksfilm te maken die alle lagen van de bevolking zou bespelen, tja.. dan deden de Amerikanen dat ook wel he. Denkt ge dat die voor hun plezier een half miljard uitgeven ? En dan nog met een uitgebreide industrie als ondersteuning, die kranen en al die nest, die hebben dat al he, dat staat daar klaar. En dan gaan wij dat hier es effekes opnieuw doen... Maar de Amerikaanse film brengt wel geld op, terwijl de Europese, de Vlaamse... Denkt ge dat onze knotsgekke Lars von Trier geen geld opbrengt, amai nie! Die brengt gewoon sloten geld op. En als je kijkt naar de verhouding kosten/baten, dan zijn het altijd Europese films die het hoogst scoren... U gaat me nu toch niet vertellen dat de Vlaamse film - qua boxoffice - succesvol is? The Cutting bv. heeft dat zijn geld terug opgebracht? Neen, langs geen kanten. Dat is zoals die wetenschappelijke testen rond kernfusie, die hebben ook nog nooit hun geld opgebracht en ik denk dat we daar nog wel even op kunnen wachten. We proberen ook heel expliciet experimenten op te zetten rond een nieuw soort van dramaturgie bijvoorbeeld. In The way of the Weed bv. kunnen we een soort van dramaturgie van het lichaam maken in een fictiefilm. En net zoals bij de kernfusie-experimenten, die kernfusie marcheert nog steeds niet he, maar ondertussen zijn die experimenten wel extreem nuttig. Ik heb niet het idee dat we in de lucht schieten en kijken valt er iets uit de lucht? Zo neen, dan hebben we pech. Zou het dan niet lukken een Vlaamse film te draaien die tenminste breakeven is? Totaal foute ambitie. In die taal ben je economisch aan 't praten. En dan ga je, als je Bill Gates was, geen operating system maken, want dat lukt misschien nooit. Maar dan ga je, marketinggewijs één heel specifieke noot uitzoeken die bv. Microsoft nog niet doet. En dan gaan we binnen dat klein segmentje zoeken of we nog iets heel straf kunnen doen wat Microsoft nooit gaat doen. En dan kan je binnen dat segment extreem succesvol zijn. Bijvoorbeeld: Lars von Trier heeft daarin extreme risico's genomen en is erg succesvol. Misschien verkoopt Von Trier in Denemarken niet goed verkoopt, maar in de rest van de wereld wel. Zou dat dan ook voor de Vlaamse film mogelijk zijn? Dat is zeker mogelijk. Dat had ik bijvoorbeeld bij De Idioten en Dancer in the dark, godverdomme, dat hadden we ook in België kunnen draaien. Technologisch, metiergewijs had dat gekund. De kracht is Lars zelf, die zo bezeten is, dat hij opeens beslist: we gaan het musicalgenre opnieuw uitvinden en een Bjork 17 keer de set jankend laat afstormen. Wat tot gevolg heeft dat hij een film maakt die je alleen maar kunt zien met Lars. Terwijl Falling.. dat kun je in 50 versies beter gaan zien in een of andere Amerikaanse B-movie. Zegt u nu dat we geen rekening moeten houden met het de vraag of iets geld opbrengt? Ik zeg dat je extreem moet denken. Als je weinig geld hebt, moet je naar een nichemarkt gaan en daar extreem in denken. Je moet niet proberen het hele brede publiek te veroveren. Dat lukt niet. Dat lukt alleen wanneer je een half miljard achter je kont hebt steken en de industrie om dat half miljard aan op te doen. Het is dus niet zo dat mocht je 400 miljoen bij elkaar kunnen scharrelen die film ook effectief zou lukken in Europa omdat je die industrie niet hebt. Dus de Vlaamse film zal nooit kunnen concurreren? Met een Schwarzenegger, natuurlijk niet. B: Maar met een Lars von Trier kan de Vlaamse film wel concurreren. P: En je mag niet vergeten, Lars is veel rendabeler dan Schwarzenegger. Schwarzenegger kost 2 miljard en brengt er 2 op. Maar Lars kost 100 miljoen en brengt er 500 op. Dan heb je dus een betere investering gedaan met Lars von Trier, maar het zijn wel hoge risicobeleggingen. Wanneer is het idee van The Cutting voor de eerste keer ter sprake gekomen? Dat is eigenlijk wel een grappig verhaal. Ik reed langs een kortere weg naar mijn werk, dat was zo'n hele smalle weg. En ik dacht: stel nu dat er iemand langs de andere kant afkomt, dan zit ik dus wel klem. Wie gaat dan achteruit rijden ? En dan gingen we verder: stel nu dat er niemand in die andere auto zit en als je terugkeert naar je auto dat die blijkt veranderd te zijn. Dat was eigenlijk het hele domme, thriller-achtige idee. Toen hebben we Paul Pourveur, die ik in de eerste plaats kende als theaterschrijver, gevraagd om een tekst te schrijven op basis van dit idee, maar vooral geen filmscenario. Omdat ik Paul ook ken van zijn films en hij vrij... commercieel, neen, publieksgerichte filmscenarios heeft gemaakt die mij minder interesseren. (nvdr: waarschijnlijk bedoelt hij de tv-series Kongo). Dus hij vertrok van ons klein ideeetje én hij moest werken met 3 mannen, iets waar Paul heel erg tegen was. "Je kan geen drama maken met drie mannen, dat gaat niet. Daar moet een vrouw bij voor een drama", zei hij. Da's goed Paul, zei ik, één van mijn acteurs heeft lang haar, stel dat dat de vrouw is. En Bram, hoe ben jij begonnen met The Cutting? Ik werkte toen nog niet bij de Filmfabriek. Maar ik had wel een toneelstuk gemaakt en geregisseerd waar Peter is naar komen kijken. En hij wou een film met twee maken. Veel mensen vinden dat raar, een film met twee regisseurs. Maar als mensen zeggen: hoe kom je erbij een film met twee te maken antwoordt Peter steeds: hoe kom je erbij om een film alleen te maken. P: Bram heeft zich meer beziggehouden met de acteursregie, terwijl mij als experimentele filmmaker de abstracte poëzie van een film meer interesseerde. Als ik zelf naar de cinema ga versta ik heel vaak de verhalen die ze mij proberen uit te leggen niet. Behalve bij Falling had ik door dat ze mij 2 verhalen probeerde te vertellen waarbij het één niets met het ander te maken had. Twee regisseurs dus.. wie riep er dan op de scène? Euhh.. wij riepen eigenlijk veel meer lul dan kut op de scène. (lacht) Neen, er was geen hiërarchie. Ik kan er niet tegen dat bij sommige films opeens iedereen een hiërarchische rol aanneemt en ze dan doen alsof ze cinema gaan spelen. Want dan lijkt het net (sarcastisch) alsof het een echte film is. Dat zie je ook heel vaak bij jonge studenten, daar heb je een filmset die heel fel lijkt op een echte film en uiteindelijk trekt dat dan toch op niets, maar ze hebben intussen wel een échte film gemaakt. En dat is zo dom, zo prententieus, zo overbodig,.. Ik bedoel, Lynch maakt zijn eigen films wel, ge moet in Vlaanderen niet de Lynch uithangen. Je moet ook niet de pretentie hebben het altijd beter te weten. De monteur bijvoorbeeld heeft een compleet andere film gemaakt dan ik voor ogen had. Ik legde hem uit wat ik wou en toen ik 's avonds thuiskwam had hij een compleet, compleet andere film gemaakt. Maar dat zag er zo goed uit, dat ik dacht wow, dit is interessant. Kijk, dat is het domme, hé. Dat je denkt dat een regisseur alles weet en dat de technische ploeg enkel uitvoert wat hij zegt. Dat is flauwekul, denk je nu echt dat je, iets zo complex als een langspeelfilm, volledig onder controle kunt houden, tot in het kleinste detail ? Dat wordt zo complex dat je verschillende mensen met verschillende metiers naast elkaar dient te zetten, die elk een zeer artistieke invulling kunnen geven van belichting, montage, acteursregie,... Wat voor type film zou je The Cutting eigenlijk noemen. In mijn recensie kwam ik niet verder dan 'filosofische meta-thriller'. Wij noemden het altijd filosofische horror, omdat het zowel visueel als inhoudelijk doet denken aan een horror. Maar ik kan jouw definitie ook volgen. Toen de film zag dacht ik meteen: ofwel is dit gemaakt door iemand die heel fel filmtheoretisch bezig is, ofwel door iemand die er net een hekel aan heeft dat films kapot geanalyseerd worden, klopt dit? Ik heb een hekel aan theorie-adepten maar ik ben altijd zeer geïnteresseerd om te horen wat andere mensen zien in iets dat je zelf gemaakt hebt. Een film maken dat is zoals een hof maken en dan gaan kijken bij wat de mensen blijven stilstaan. Eén van mijn lievelingsfilmmakers die zei altijd: "Filmmaken is 'k weet niet hoe simpel, het is totaal belachelijk dat mensen daarbij blijven stilstaan. Maar ne schone hof aanleggen, da's ingewikkeld.". Bij een hof heb je vele onbekenden: hoe gaan de mensen binnenkomen, gaan ze eerst staan bij de rozen of bij de tulpen,... Op dat niveau beseft iedere modale Belg dat dat heel complex is, en dat je je dit eigenlijk niet kunt voorstellen. Bij een hof kan je dat niet voorstellen, bij een film evenmin. B: Het toffe aan The Cutting is dat iedere keer dat je de film ziet, je er iets anders kan inzien. Ik kwam onlangs iemand tegen die de film gezien had en die zei dat als ze ooit nog eens les gaf over sociale structuren ze een deel uit The Cutting ging laten zien. Ze heeft een eigen theorie en ze ziet die terug in de film, en ik geef haar gelijk: wat zij zegt zit inderdaad in de film, ik heb dat daar echter nooit in gezien. Het is heel pretentieus te denken dat 'het publiek', dat bestaat uit massa's verschillende achtergronden, ambities, obsessies,.. allemaal en bloc juist hetzelfde gaan zien wat jij erin gezien hebt. Je moet zien dat je een schone hof maakt, eentje waar veel mensen op totaal verschillende manieren een tijdje aangenaam in kunnen verblijven. Maar hóe je daarin verblijft, ik weiger daar een oordeel over te hebben. Mensen die deze film extreem slecht vinden, vind ik veel interessanter dan mensen die geen echt idee hebben. Het lijkt me dan ook een film te zijn die ofwel grote voorstanders heeft, ofwel grote tegenstanders. Tja...dat hebben we wel vaker. Dat heb je met hoge risicoprojecten omdat deze het publiek uitdagen zelf na te denken, zelf te kijken. We proberen een heel open film te maken die de zelfstandigheid teruggeeft aan de kijker, de kijker dus meer au sérieux neemt. B: Je kan de film op verschillende manieren bekijken. Je kan er ofwel heel veel theorieën achter zoeken en die proberen te analyseren. Maar je kan het ook gewoon zien dat je 3 mensen hebt met een praktisch probleem die op zoek gaan naar een oplossing. Je zegt 3 mensen die gewoon heel praktisch een probleem oplossen. Maar je gaat me toch niet vertellen dat mensen bijvoorbeeld echt spreken zoals ze in The Cutting spreken. Neen, maar zoals ze in Oesje spreken, wordt er ook niet gesproken. Dat is geen reden. Dat was ook een bewuste keuze van Paul Pourveur, die afstandelijke manier van praten, dwingt de mensen hun eigen weg te zoeken. (...) Eigenlijk is The Cutting niet filosofisch, het is gewoon een andere manier om tegen de wereld aan te kijken. The Cutting zegt: Einstein je hebt gelijk, maar tegelijk weten we allemaal dat je geen gelijk hebt want elke keer dat we een appel laten vallen, valt die op de grond en vinden we eigenlijk dat Newton gelijk heeft. In ons hart geloven wij geen zak van Einstein en zijn we constant met Newton bezig. De personages besluiten dat ze de werkelijkheid zoals die wetenschappelijk bewezen eens au serieux nemen. En in no time geraken die mensen in extreme problemen. Omdat elke zingeving aan hun acties en hun normaal patroon van handelingen ondergraven wordt om dan uiteindelijk met een heel sentimenteel einde af te sluiten waar ze hopen dat Newton toch gelijk heeft. Eén van de ideeën die aan de grond lag is de volgende: je hebt Einstein met zijn relativiteitstheorie en je hebt de extreme oude Newtoniaanse logica: als je A zegt moet je ook B zeggen. Als je A zegt zonder B, dan zit je bij Einstein, en dan heb je problemen. Tenslotte heb je ook het psychologische luik. Jung - altijd al één van mijn favoriete personalia - met zijn archetypen. Jung is niet toevallig gekozen, ook Jung zegt dat oorzaak en gevolg een soort van psychologische fictie is die te maken heeft met het toevallig samenlopen van twee gebeurtenissen. (fm: zinvolle coïncidenties of synchroniteit). Als ik hier nu een bierkaartje uit de stapel trek en op dat moment valt er een madam van het dak, dan zal ik maar rap dat kaartje terugsteken zeker? Dat is ons oergeloof in Newtoniaanse fysica terwijl we langs de andere kant in de realiteit constant geconfronteerd worden met bv. het druppelen van een kraan, een klassiek voorbeeld uit de chaostheorie. Het is niet voorspelbaar wanneer die druppel gaat vallen, je kan daar schattingen over doen, maar er is geen enkele fysicus die dit exact kan berekenen. Dus hoewel we voortdurend geconfronteerd worden met het feit dat Newton niet steeds gelijk heeft, verwachten we toch nog steeds bij belangrijke beslissingen dat er een rechtstreeks, Newtoniaans verband bestaat. Hier heeft Jung gelijk en vandaar dat Joost (nvdr: één van de personages in The Cutting) voortdurend over seks bezig is, met een platte simpele sekspsychologie 'Als ik ze maar geneukt krijg'. Maar ik vind persoonlijk dat Joost op het einde van de film wint, dat zijn persoonlijke psychologie boven blijft drijven. Zo nu en dan rijdt er een trein voorbij waarna het scenario omslaat, wat stelt deze voor? Het zijn letterlijke citaten van Einstein. Het wordt dan ook geciteerd vanuit een TGV, die gaat extreem snel, en de fenomenen waar Einstein het over heeft gebeuren ook alleen bij extreme snelheid. Na de TGV worden de mensen altijd teruggeworpen naar hun beginpositie. Als afsluiter een stelling over de Vlaamse film: ofwel is een Vlaamse film slecht geacteerd, ofwel is hij theatraal zoals bij Karakter, ofwel moet je een soort van onrealistische, surrealistische situatie creeën waar het 'slecht filmisch' acteren niet opvalt zoals bij Olivetti 82 of The Cutting. Ten eerste wil ik zeggen dat het opvallend is hoe extreem denegrerend filmmakers omgaan met hun acteurs. Hoe ze een soort idioom voor ogen hebben hoe er moet geacteerd worden. Je zou dan moeten doen alsof je echt in die situatie zit. De Amerikanen hebben method-acting geïntroduceerd. Ik heb gelukkig in mijn theatercarrière nog nooit iemand zien method-acten. Ik vind dat ook extreem prententieus te stellen dat dat dé vorm is van acteren. Nu, Stanislavski, de man die de method-acting ontwikkelde is al heel lang dood. Het zou me verbazen als dat de meest actuele manier van acteren zou zijn. Terwijl een meerlagige Brechtiaanse afstand creëren, tenminste al als voordeel heeft 40 jaar recenter te zijn en bovendien het publiek ook meer au serieux neemt. Theatraal acteren, dat ging zeker op tot voor een jaar of 15 jaar waar de acteurs hun uiterste best deden om maar zo veel mogelijk emoties te tonen en de camera die als een statistische stofzuiger dienst deed om al die emoties op te zuigen. Ik denk niet dat dit van toepassing is op The Cutting, wel heb je daar een aantal 18-jarigen die heel eigenaardige dingen zeggen voor mensen van hun leeftijd en zich daar ook van bewust zijn. (...) Als er iemand geforceerd acteert is dat Robert De Niro en niemand is theatraler dan Al Pacino. We doen in Vlaanderen alsof alleen hier de meeste filmacteurs meer op de planken staan dan achter de camera, maar ook Pacino doet dat. De meeste belangrijke Amerikaanse acteurs staan meer op de planken dan dat ze films maken. En uw laatste punt, het magisch realisme, dat begon met De Man Die Zijn Haar Kort Liet Knippen. Dat is misschien de enige grote periode uit de Vlaamse cinema die we ooit gehad hebben. Allez, wat is uw alternatief? Oesje, Daens? Ik vind het juist fantastisch dat we heel even een eigenheid hadden die we nergens anders zagen. Allerlaatste vraag: wat is het volgende project? Opnieuw samen: The Mastering, snap je mastering, master - ring. Veel verder dan de titel staan we nog niet. Het is een soort virtueel vervolg op The Cutting. Niet met dezelfde acteurs, situatie of whatever, maar wel een beetje dezelfde richting die we hebben ingeslagen als bij The Cutting. Eind 2002 zou het klaar moeten zijn.

 

Frank Moens