The Irishman

Genre: Misdaaddrama | Duur: 3u29 | 2019 | Release: 13 November 2019 | Land: VS | Regie: Martin Scorsese | Cast: Robert De Niro, Al Pacino, Harvey Keitel, Jesse Plemons, Joe Pesci, Anna Paquin, Stephen Graham, Bobby Cannavale, Jack Huston, Domenick Lombardozzi

Martin Scorsese ljkt ons niet meteen te willen verrassen met The Irishman, dat zich lijkt te manifesteren als - alweer - een misdaaddrama, makkelijk te bestempelen als een opvolger van het onovertrefbare Goodfellas en het al even meeslepende Casino. Niets is minder waar want deze verrassend ingehouden en tragische biografie kiest nadrukkelijk voor een rustige, beschouwende aanpak die in schril contrast staat met de allure die Scorsese bij die eerdere films etaleerde. It's a mob movie Jim, but not as we know it. 

 

Scorsese kiest er immers nadrukkelijk voor dit levensverhaal van gangster Frank Sheeran - bijgenaamd The Irishman - zonder veel sensatie in te blikken. We volgen onze protagonist als huurmoordenaar voor allerlei malafide zakenlui over meer dan veertig jaar, maar de terugblik stuurt onze aandacht nergens naar zekere hoogtepunten. Zelfs als je gevraagd wordt de ene na de andere dwarsligger een kogel door de kop te jagen, blijkt het leven ook maar een opeenvolging van bezigheden tot het laatste uur geslagen heeft. 

Niet dat Sheeran zijn job met een kille zakelijkheid blijft uitvoeren. Er lijkt bij elke opdracht wel een zekere aarzeling zichtbaar te zijn, een tegenzin zelfs. Dochter Peggy blijkt ook al op jonge leeftijd vermoedens te krijgen over haar vader's kostwinning. Maar het misdaadleven lijkt voor Sheeran in zo'n beperkte mate een echte keuze - eerder iets dat hem overkomen is - dat hij niets kan ondernemen om te verhinderen dat Peggy hem ontglipt.

Scorsese kiest voor een passend beheerste vertelstijl, waarbij snelle cuts, energieke camerabeelden en jubelende muziek achterwege blijven. The Irishman gaat zeker niet voor diezelfde entertainmentwaarde van Casino of The Wolf of Wall Street en het geweld wordt zelfs haast terzijde getoond. Maar één en ander wordt op een bepaald moment misschien ietwat té gezapig en de talloze scènes vol dubieuze onderhandelingen tussen louche figuren die zich in beeldspraak uitdrukken, beginnen gaandeweg eentoning te worden. Het eerste kwart van deze drie en een half uur durende prent is zelfs een tikkeltje saai. Wanneer Pacino als vakbondsleider Jimmy Hoffa een aanslag afweert in een rechtbank, voel je gelukkig eens wat bloed naar je hart stromen.

Robert De Niro - voor het eerst sinds 1995 opnieuw samenwerkend met Scorsese - voelt het gebrek aan wilskracht van zijn personage mooi aan en speelt Sheeran als een wat karakterloze volger die doodgemoedereerd eliminaties uitvoert. Geen kenmerkende woede-uitbarstingen of typische vlagen van waanzin dit keer, De Niro speelt gewoon een vent die tot de realisatie komt dat het er finaal allemaal niet zo toe doet. De acteur vindt aldus een niveau terug dat we niet meer verwacht hadden - ten tijde van Dirty Grandpa durfden we hem zelfs overschat noemen! - en zal zeker in de prijzen vallen. 

Maar we moeten ook de olifant in de kamer benoemen. De de-aging-techniek die de haast volledig bejaarde cast er jonger moet laten uitzien - aan het begin van de film is de 75-jarige De Niro ongeveer 30 - heeft duidelijk zijn beperkingen en al weet men vakkundig de rimpels van zijn gezicht te wissen, De Niro's ouwemannenpostuur en bijhorende stroeve lichaamsflexibiliteit zijn zo pijnlijk zichtbaar dat het de geloofwaardigheid van de film ondergraaft en ook de kijker hindert in het aanvoelen van de voortschrijdende tijd.

Is het nostalgie die Scorsese gedreven heeft tot deze castingkeuze? De rol van Sheeran schreeuwt om een DiCaprio, Matt Damon eventueel, Ryan Gosling misschien zelfs. Acteurs die zich vlot tussen de 30 en 50 kunnen bewegen en veel vanzelfsprekender de naïviteit en volgzaamheid van Sheeran zouden kunnen uitbeelden. Naar Sheeran wordt immers meer dan één keer verwezen als 'that kid'... het is maar net niet belachelijk. Anderzijds is De Niro wellicht veel meer bereid het materiaal te dienen. DiCaprio zou zich misschien moeilijk kunnen neerleggen bij de zekere passiviteit van de hoofdfiguur en het feit dat hij ook de schermtijd flink moet delen. In die zin sluit het casten van senioren aan bij de thematiek: alles is relatief en onze momenten van glorie zijn kortstondig en klein. De Niro hoeft immers niets meer te bewijzen. De uit zijn pensioen teruggefloten Joe Pesci heeft daarnaast zo'n prachtige ouwelijke schildpadkop dat het haast zonde is daar digitaal mee te knoeien. 

Ingehouden misdaaddrama zonder veel spektakel maar des te meer tristesse

Zo raken we er dus niet helemaal uit of het samenbrengen van al die legendarische acteurs  - waaronder dus ook Harvey Keitel en de prima op dreef zijnde Al Pacino in zijn eerste samenwerking met Scorsese - nu vooral het scenario dient of de spektakelwaarde. Wie voor dat laatste gaat, zal immers best teleurgesteld worden. The Irishman is een trage, reflectieve film die net als Once Upon a Time in Hollywood de stijlkenmerken van de cineast achterwege laat ten voordele van een meer bezinnende sfeer. Groots in kleinheid dus. En hoewel het laatste half uur de film toch een extra shot energie heeft - eindelijk wat spanning - en de epiloog excelleert in tristesse, is The Irishman maar net zo goed als we verwacht hadden. En dus niet béter. 

Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Frank zit eenzaam en versleten in een rusthuis te wachten op zijn dood.