Ghost in the Shell 2: Innocence

Genre: Animatiefilm | Duur: 1u39 | Release: 12 Januari 2005 | Land: | Regie: Mamoru Oshii | Cast: Tanaka Atsuko, Akio Otsuka, Tamio Oki, Koichi Yamadera

Ghost in the Shell was een absolute mijlpaal in de anime-wereld ,die met een unieke combinatie van 3D-technieken en klassieke graphics een nooit eerder geziene volmaaktheid bereikte op visueel vlak. De soms hallucinant mooie beelden werden begeleid door de al even intrigerende soundtrack van Kenji Kawai die niet alleen puurde uit zijn arsenaal industriële technogeluiden (Ringu of Dark Water) maar op cruciale momenten verraste met hypnotiserende oud-japanse koorgezangen, ondersteund door een trage, slepende beat.



In het complexe verhaal, losjes gebaseerd op een manga van Masamune Shirow, gingen de vrouwelijke cyborg, majoor Motoko Kusanagi en haar partner Batou de strijd aan met een meester-hacker, die zich de Puppet Master liet noemen. Dit hoogtechnologisch spyprogramma ontwikkelde een eigen bewustzijn, ontsnapte uit de handen van de regering en pleegde wereldwijd terroristische aanvallen en massale beursfraude. De ultieme confrontatie met de Puppet Master resulteerde in de absorptie van Motoko in de virtuele wereld van het Net.



Innocence pikt het verhaal van Batou op. Met zijn nieuwe (menselijke) partner Togusa, raakt hij verwikkeld in een grootschalig complot van de yakuza en een poppenfabrikant. Poppen of 'dolls' zijn volledig artificiële wezens in tegenstelling tot cyborgs, zoals Batou, die nog menselijke elementen hebben. Alles draait rond een bepaald type seksdroïds die hun mannelijke gebruikers brutaal vermoorden en daarna zichzelf vernietigen (of zelfmoord plegen - in het futuristisch mensbeeld van Oshii). Vreemd genoeg dienen de familieleden van de veelal rijke en hooggeplaatste slachtoffers geen aanklacht in. Een laborante van de politie (die de naam Donna Haraway meekreeg, naar de schrijfster van A Cyborg Manifesto) ontdekt bovendien een onverklaarbaar audio-bestand in het systeem van één van de dolgedraaide seksrobots.



Zoals Motoko in de eerste film (die natuurlijk niet helemaal verdwenen is), begint Batou meer en meer aan zijn eigen identiteit te twijfelen naarmate de zoektocht hem in steeds onwezenlijker situaties brengt. Een hacker speelt met zijn geest -of beter gezegd, zijn E-brein- en zijn realiteitsbesef wordt meermaals op de helling gezet. De grenzen tussen virtueel en reëel zijn in de hoogtechnologische informatiewereld van Oshii, immers zo goed als ononderscheidbaar geworden.



Hoewel de eerste film ook filosofische implicaties had, waren die eerder impliciet, veel meer verweven in het verhaal en in de poëzie van de beelden. Innocence daarentegen, is op de meest ongelukkige plaatsen doorspekt met wijsgerige bedenkingen. Personages vuren het ene ondoorgrondelijke citaat na het andere af en schermen met teksten van Descartes, Confucius, Asimov tot zelfs de bijbel toe. Dat gebeurt in gekunstelde dialogen, die de voortgang van het verhaal belemmeren. Misschien heeft Oshii iets te veel scripties van filosofiestudenten over zijn eigen films gelezen... Maar het in vraag stellen en bediscussiëren van de uniciteit en betekenis van het menszijn laat hij toch beter aan hen over dan aan tekenfilmpersonages.



Los van de filosofische inhoud en esthetische perfectie, schuilde de grootste aantrekkingskracht van Ghost in the Shell en Avalon, in de allesoverheersende sfeer van melancholie - natuurlijk eigen aan de hele cyberpunk-fantasie, maar zelden zo diepgaand tot uitdrukking gebracht. Innocence probeert gelijkaardige gevoelens op te wekken maar doet dit op zo'n georchestreerde en opzichtige manier dat de magie voor een groot stuk verloren gaat. Het belangrijkste verschil is ook hier, zoals bij de filosofische inhoud, het feit dat de melancholische ondertoon van Ghost in the Shell 1 verankerd lag in de totaalstructuur van de film en niet slechts te reduceren was tot enkele losstaande scènes.



De kleine minpuntjes die in Avalon al doorschemerden (te barok, te veel gefilosofeer en emotioneel te berekend) komen hier dus des te sterker bovendrijven. Erger nog, het lijkt wel of Oshii geen nieuwe ideeën meer had en daarom maar ongegeneerd zijn vorige films herkauwt op. Als Batou na een zware werkdag laat thuiskomt en liefdevol eten klaarmaakt voor zijn bassett-hound om daarna met een biertje in de hand in de zetel neer te zuchten, is het inderdaad wel leuk om te zien hoe Oshii er in slaagt eindelijk een greintje menselijkheid te laten doorstralen in zijn schijnbaar emotieloze bestaan. (Hoewel er misschien nog meer menselijkheid van de hond uitstraalt dan van Batou). Maar hoe treffend de gevoelens van grootstedelijke isolatie hier ook tot uitdrukking mogen komen, zagen we dit niet al op identiek dezelfde wijze in Avalon? Ook de hindoeïstische optocht waarin de twee agenten belanden doet sterk denken aan één van de hoogtepunten van Ghost in the Shell I, waarbij de camera Motoko door de nachtelijke en natte straten van Tokyo volgde. Beide scènes worden begeleid door hetzelfde oud-japanse lied, zij het in een andere variatie. Het hyperrealistisch stadsbeeld wordt in Innocence echter vervangen door een surrealistische parade, die visueel en auditief misschien even hoogwaardig is als de scène uit de eerste film, maar geen enkele relevantie heeft voor het verhaal en louter aanwezig is om esthetische redenen.



Klassieke tekentechniek of 3D, het blijft een kwestie van voorkeur. Maar Oshii heeft met zijn drie laatste films bewezen dat de twee technieken wel degelijk met elkaar te verzoenen zijn. Toch contrasteert in Innocence de enorme illusie van diepte die in de 3D-beelden wordt gecreëerd, soms fel met de klassieke anime-grafiek die veel meer in het vlak werkt; wat zeker in het geval van de city-scapes een totaal ander effect oplevert. Het vergt dus een zekere aanpassing voor de anime-fans. Maar de kunstjes die Oshii tentoonstelt zijn soms werkelijk adembenemend, zoals het creatieproces van de seksdroids in de begingeneriek; de scène in de supermarkt waar de ruiten van een kapotgeschoten koelkastenmuur in ontelbare scherven uiteenspatten; in slow motion. Of het erg realistisch uitziende hondenspeelgoedje met een soort 3D-hologram van een vis, waarin als extraatje ook nog eens de domme snoet van de hond weerspiegeld wordt...



Allemaal erg bewonderenswaardig dus. Maar om een lang verhaal kort te maken: visueel en technisch levert Oshii opnieuw een meesterwerk af, spijtig genoeg mist Innocence de complexe gelaagdheid en de slagkracht van de eerste Ghost in the Shell die voortvloeide uit een perfect samenspel van àlle filmische aspecten en niet enkel uit esthetische of technische perfectie (en al zéker niet uit dat pseudo-filosofisch geleuter).

Ils Huygens Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het onderzoek leidt Batou en Togusa (om vrij onduidelijke redenen) naar meester-hacker Kim die hen de locatie onthult van het schip waarnaar Locus Solus zijn productie heeft overgeheveld nadat ze gelinkt werden aan de moordende seksrobots. Het opzettelijk laten malfunctioneren van de robots was een wanhopige poging van één van de medewerkers van Locus Solus om de politie op het spoor van het bedrijf te krijgen. Op het schip krijgt Batou de hulp van zijn oude partner (en geheime liefde) Motoko. Samen ontdekken ze de vreselijke techniek van 'ghost-dubbing' die Locus Solus gebruikt om 'ghosts' van kinderen in de poppen te steken. Na de ontknoping wordt Oshii's filosofie wel wat dubbelzinnig als Batou plots begint uit te varen over de slachtoffers van deze gruwelijke misdaad. Hij heeft het dan niet zozeer over de mensenkinderen maar vooral over de poppen, die zoals de ijzige laborante Donna Haraway het omschreef, perfecte wezens zijn, juist omdat ze geen greintje menselijkheid in zich hebben. Het is dus misdadig hen op te schepen met menselijke onvolmaaktheden, zoals een geweten.