Hostel
Genre: Horror
| Duur: 1u34 | 2005 | Release: 8 Maart 2006 | Land: VS | Regie: Eli Roth | Cast: Jay Hernandez, Derek Richardson, Eyþór Guðjónsson, Jan Vlasak
In de Verenigde Staten bereikte de horrorthriller Hostel meteen de eerste plaats in de box office. Banale slashermovies doen het nu eenmaal goed bij Amerikaanse tieners. Bovendien heeft Quentin Tarantino, die als uitvoerend producent vermeld wordt, zich op meerdere vlakken met deze prent bemoeid. Het is er helaas niet aan te zien, want Hostel is, hoewel lekker goor en bloederig, op geen enkel moment spannend, laat staan griezelig.
Slowakije kon alvast niet lachen met Hostel. Het is immers in dat land dat drie rugzaktoeristen in handen vallen van een organisatie die onschuldige buitenlanders ontvoert om ze te laten folteren door geperverteerde rijkaards. Tja, Slowakije oogt op bepaalde plaatsen nu eenmaal onbeschaafd en doods en vormt zo een best onheilspellend decor voor wat een angstaanjagende vakantietrip zou kunnen worden.
Het loopt helaas al fout met die hoofdpersonages. Naast twee Amerikanen castte regisseur Roth (die debuteerde met het succesvolle Cabin Fever) de onbekende IJslander Guðjónsson, een acteur die hij ontmoette op een promotietoer voor zijn eerste film. De man charmeerde Roth zodanig dat hij hem een rol in zijn volgende prent beloofde. Onbegrijpelijk, want nog maar zelden zagen we iemand zo enerverend en krampachtig leuk wezen. Deze barslechte acteur zorgt er op zijn eentje voor dat het eerste, saaie half uur van deze prent ondraaglijk wordt. Gelukkig gaan de poppen dan aan het dansen en verdwijnt hij eindelijk uit beeld. Zijn vrienden gaan naar hem op zoek (waarom eigenlijk?), maar worden steeds wanhopiger als het tot hen doordringt dat ze in een nachtmerrie zijn terechtgekomen.
Platte wraak en een goedkope moraal maken van Hostel een inferieure en ordinaire thriller.
Roth durft zijn film spiegelen aan het werk van Chan-wook Park (Oldboy) en Takashi Miike (Itchi the Killer, Audition), die hier zelfs een cameo kreeg. Dat is behoorlijk pretentieus en daarenboven geheel onterecht. Waar de doorsnee Aziatische wraakthriller enerzijds stijlvol en mysterieus weet te zijn, en anderzijds expliciet geweld koppelt aan verhalen over eer en gerechtigheid, draait het bij de Amerikanen vaak om hetzelfde: oog om oog, tand om tand. Platte wraak en een goedkope moraal maken van Hostel een inferieure en ordinaire thriller, die je ondanks het wellustig toetakelen van lichamen nooit echt een benauwd gevoel weet te geven. Er worden wat tenen afgeknipt en oogbollen uit hun kassen gehaald, maar het doet je allemaal weinig, ook al omdat de personages nauwelijks iets voorstellen.
We zouden het onschuldig amateurisme noemen als Roth niet met veel te veel genoegen afrekent met zijn slechteriken. Zo zoemt hij gretig in op de aanval van enkele straatkinderen die in ruil voor kauwgom een man doodleuk de schedel inslaan; ook laat hij tijdens het vluchten enkele verraderlijke sletten botweg overreden worden. Veel verontrustender dan de gezellig overdreven martelscènes en jammer genoeg pijnlijk realistisch in beeld gebracht.
Hostel is dus niet alleen behoorlijk fout, maar ook zoutloos en ongeïnspireerd. Tarantino wist met één scene (Uma Thurman wordt levend begraven in Kill Bill: Vol. 2) veel meer nekharen overeind te doen staan dan Roth met deze anderhalf uur durende prut. En The Blair Witch Project, om nu een andere succesvolle en goedkope horrorfilm te noemen, was misschien geen dijk van een film, het angstzweet kwam je wel in de handen te staan. Eli Roth mag terug naar de filmschool om er wat beter op te letten als het horrorgenre besproken wordt.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de