Lucky Number Slevin

Genre: Criminele Thriller | Duur: 00 min. | Release: 5 Juli 2006 | Land: | Regie: | Cast:

Het zit Slevin Kelevra (Josh Hartnett) echt niet mee. Zijn naam past bijvoorbeeld al eerder bij een paard dan bij een mens en hij wordt tijdelijk uit zijn appartement gezet wegens een termietenprobleem. Op weg naar het stulpje van zijn vriendin wordt hij overvallen, eens aangekomen betrapt hij z'n liefje met een andere vent. Ten einde raad blijft hij een tijdje slapen bij zijn maatje Nick. Als bloedmooie girl next door Lindsey komt Lucy Liu even soelaas brengen. Tot er twee zware, zwarte bodyguards aan de deur staan. Ze nemen Slevin aan voor Nick, en Nick zit blijkbaar in serieuze shit. Probleem!



Even voor deze geinige start opende Lucky Number Slevin met een hartverscheurende proloog -er wordt een gezin uitgemoord-, verteld door de charmante, extreem coole en dodelijke Goodkat (Bruce Willis). Zijn luisterpubliek bestaat uit één ruige, ongeschoren kerel, de bühne is een vertrekhal van een busstation. De kerel moet zijn aanwezigheid bekopen met de Kansas City Shuffle: het gracieus breken van de nek. Later in de film wordt terug met deze proloog aangeknoopt. Daartussenin is Lucky Number Slevin vooral een leuke, zichzelf niet al te serieus nemende kijk op het New Yorkse maffiabestaan.



Slevin wordt na zijn ochtendlijke bezoek immers als een pingpongbal heen en weer geslingerd tussen de twee grote misdaadbazen van New York: The Boss en The Rabbi. Zij zijn de Montague en Capulet van de onderwereld. In hun ivoren torens volgen ze elkaars elke beweging, hun aloude "vredesbestand" staat strak gespannen. Betweter Slevin manoeuvreert zich er handig tussen, op weg naar een slot waarin de film een bocht van 180° neemt. Expliciete knipogen naar James Bond worden vervangen door een cocktail van haat en wraak. "Revenge is a dish best served cold," zeiden de Klingons al, en daar vormt Lucky Number Slevin geen uitzondering op: elke moord, en dat zijn er heel wat, wordt koud uitgevoerd, zonder een greintje zichtbare emotie, al is die er vaak wel.



De beste wraakfilm(s) van de laatste jaren is natuurlijk Tarantino's Kill Bill (en Kill Bill 2). Zo vond duidelijk ook scenarist Jason Smilovic. Hij verbergt geen enkel moment waar hij zijn boter is gaan halen. Dat die minder vers is dan de kost die Q zelf voorschotelt was te verwachten. De pittig bedoelde dialogen zijn niet altijd even pittig en de running gags missen af en toe richting. Toch stoort dat niet, zelf als klinken Hartnett en Liu onder hun tweetjes even erg als de volledige kwetterende jongerencast van The OC. Liu blijft ongelooflijk gezellig en vervult een erg leuke rol als Hartnetts clevere sidekick. Die zet een geloofwaardige Slevin neer, een personage waar meer vlees aan zit dan je op het eerste zicht zou denken. Ook Willis en een angstaanjagend bleke Stanley Tucci genieten zichtbaar van hun rol.



De grote tenoren van deze film blijven natuurlijk wel Ben Kingsley en Morgan Freeman, twee van Hollywoods beste acteurs. Kingsley's New Yorske accent klinkt af en toe een beetje vreemd in de oren, maar hij acteert op niveau, net zoals Freeman. Ze spelen jammer genoeg maar één scène samen, weliswaar een behoorlijk lange. Het is een keerpunt in het verhaal, en de beste, spannendste en machtigste scène van de film.Vonken op het scherm, kippenvel in de zaal.



De vergelijking met Tarantino zal regisseur Paul McGuigan (The Reckoning) nooit winnen. Zelfs Guy Ritchie was sterker in het genre, althans in de lang vervlogen tijden toen Swept Away nog niet bestond en Madonna goeie platen maakte. McGuigan lukte geen grand cru, maar toch is Lucky Number Slevin veel meer dan een ordinair huiswijntje. Proef en geniet van enkele verbluffende settings, sterke acteerprestaties, leuke plot twists en de rokjes van Lucy Liu.

Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien