Vacancy
Genre: horror
| Duur: 1u20 | Release: 1 Augustus 2007 | Land: VS | Regie: Nimród Antal | Cast: Frank Whaley, Luke Wilson, Kate Beckinsale
Wat gebeurt er wanneer een uit elkaar gegroeid koppel met autopech in het midden van de nacht een motel binnenstapt? In een romantische komedie blijkt de eigenaar de ex-verloofde van de vrouw, maar kiest ze, na wat wederzijds geflirt en jaloers gestuntel van de echtgenoot, uiteindelijk voor haar huwelijk. In een drama raakt het koppel voor even geïsoleerd van de buitenwereld, waardoor hun opzijgeschoven problemen tot uitbarsting komen. In een pornofilm zijn alle kamers van het motel volzet, maar is het koppel bereid een kamer te delen met een ander koppel.
Maar Vacancy heeft zijn naam niet gestolen en dus komen David en Amy toe in een compleet verlaten motel. Tegen hun zin, en met enige hygiënische arrogantie, betrekken ze de ranzige bruidssuite. Maar Vacancy zou de horrorfilm niet zijn die hij is, mocht er geen luid geklop zijn in de kamer ernaast, geen louche motelmanager met snor, geen dichtgenagelde vensters in de badkamer. Het spannendste stuk van de film is dan ook de subtiele opbouw van ?hier is toch iets mis? naar ?wat is er hier gaande? tot ?oh neen, dit overkomt ons echt?. De vragen die de personages zich stellen zijn met andere woorden veel akeliger dan de vlucht voor het antwoord dat ze krijgen. Überfilm Rosemary?s Baby bewees al dat het centraal stellen van de onzekerheid van het hoofdpersonage meer angst kan aanjagen dan de horror van het monster dat er zeker is. Zie ook het Franse zenuwfeest Ils uit 2006.
Ondanks het mindere tweede deel, biedt Vacancy een welgekomen alternatief voor de huidige opmars van horrorporno (de Saw- en Hostel-toestanden): de hoofdpersonages worden fijn dramatisch uitgebouwd, de camera blijft langer dan een seconde stil en in de shots wordt soms erg mooi (en soms erg griezelig) gespeeld met weerspiegelingen. Daarenboven durft deze horrorfilm, net zoals het onderschatte My Little Eye uit 2002, onrechtstreeks vragen te stellen over de perversie van onze eigen afstandelijke blik in de cinema, schijnbaar gerechtvaardigd door zijn universaliteit. Kijk maar.