De jeugd van tegenwoordig - Jongerencultuur en film

Okselfris geschoren tienerblues. In Weltschmerz druipende poëzie. Smells like teen spirit. Jongerenculturen kan je op wel duizend manieren omschrijven. Soms lijken ze op een veelkleurige bol garen waar je door de bomen het bos niet meer ziet. Onder de veelheid aan stijlen, van gabberhouse tot neopunk, is het moeilijk om je weg te vinden. Maar wat is een jongerencultuur precies? Hoelang bestaan ze al? En vooral: heeft film, dat magische allesomvattende medium, jongerenculturen al in kaart gebracht? Wie denkt dat bezorgde ouders het woord ?teenager? uitvonden op Elvis Presley?s tijdloze rock-?n-roll, heeft maar de halve waarheid in pacht. Weliswaar zorgden ?s mans wilde heupbewegingen in de eerste helft van de jaren vijftig voor een overvloed aan furieuze krantencommentaren. Echter: Jack Kerouacs On the Road uit 1951, een autobiografisch verslag van een wilde, met drugs en jazzkroegen overladen reis, had minstens evenveel effect op kleinsteeds Amerika. Een film over The Beat Generation is er jammer genoeg nooit gemaakt. Daarvoor stierf de geniale River Phoenix, Martin Scorseses favoriete acteur voor de filmische adaptatie van On the Road, te vroeg. En films over rock-?n-roll? Jazeker. Al lijken regisseurs een grotere voorliefde voor de jaren zestig te hebben, wanneer de eerste krijtlijnen zich aftekenden. Neem nu George Lucas zijn American Graffiti, een onvervalste ode aan de bruisende tieners uit de zestiger jaren. Of, nog verser in het geheugen: Grease (letterlijk: vetkuif) over de tegenstelling tussen leren jekkers en keurige meisjes. Francis Ford Coppola zorgde in 1981 voor het meeste kippenvel met zijn monumentale The Outsiders over de codes die er binnen de vetkuiven leven. We zien hoe onder andere een jonge Matt Dillon zich rechtstreeks in je ziel acteert. Aanrader. In de jaren zeventig verandert het mode- en muziekbeeld grondig. Terwijl groepen als Pink Floyd aarzelend afdalen in de spelonken van symfonische rock, doemt er een nieuw woord op aan de einder: glamrock. Vooral David Bowie en zijn verkleedpartijen als Ziggy Stardust blijven bij. Net over die periode bestaat er een film. In Velvet Goldmine speelt Jonathan Rhys Meyers een overduidelijk op Bowie geïnspireerd rockidool, dat met zijn beroemdheid geen blijf weet. De meeste critici draaiden Velvet Goldmine door de gehaktmolen, hoewel hij op het festival van Cannes de prijs voor beste artistieke bijdrage won. Kwaliteit of niet: de verkleedpartijen en het algemene modebeeld ogen anno 2003 hilarisch. Maar hoe zit het met 1976, zal u zich afvragen, dat magische jaar waarin The Sex Pistols zich een plaats in de geschiedenisboeken katapulteerden, waarin punk als een onwelriekende adem de grondvesten van de westerse maatschappij deed daveren, hoe zit het daarmee? Over Sid Vicious, de charismatische bassist van de Sex Pistols, bestaat er een uitstekende film.Sid and Nancy, met een sublieme debuutrol van Gary Oldman, evoceert als geen ander de hoogdagen van de punk. Hoed u voor rondvliegende veiligheidsspelden. Twee decennia en een veelheid aan stijlen met één gemeenschappelijk punt. Van de beat generation over de hippies naar mods en rockers en punks: allen propageerden ze een sterk groepsgevoel waar de juiste kleding- en muziekcodes strikt nageleefd dienden te worden. Ten tweede hadden ze allen een hekel aan de wereld van volwassenen. De jaren tachtig kenmerken zich daarentegen door een toenemende individualisering. Terwijl new wave-epigonen een zachte dood sterven, luisteren zowel mama als zoonlief naar the new romantics, met groepen als Duran Duran en Kajagoogoo. Sociale wetenschappers heffen bij zoveel conformisme de handen vertwijfeld ten hemel; gelukkig ligt film weer op de polsslag van de tijd. In 1985 boort The Breakfast Club van John Hughes zich een weg naar tieners. De film, met als leidmotief het overbekende Don?t You Forget About Me van Simple Minds, gaat over vijf types die een middag moeten strafzitten. The Breakfast Club behandelt thema?s als vertwijfeling, ouders en de angst om volwassen te worden. Pretty in Pink is helemaal een schot in de roos. Molly Ringwald zet een mooie alternativo neer die verliefd raakt op een snob, met alle problemen van dien. Maar de jaren tachtig zijn meer dan new romantics. Sociologen baren de term ?yuppie? (Young Urban Professional): vlotte twintigers die op Wall Street werken, verslingerd zijn aan coke en zich te pletter vervelen. De groep wordt vlot omschreven door een Brett Easton Ellis, die zijn werk Less than Zero uitstekend verfilmd ziet. Afwachten wat het wordt met de verfilmingen van Ellis? The Rules of Attraction en vooral Glamorama, geregisseerd door Roger Avary, de coscenarist van Pulp Fiction. Een andere kanjer van een filmische adaptatie over yuppies is Jay Mc Inerey?s frenetieke debuut Bright Lights Big City. Een film die volledig buiten categorie valt, is Donnie Darko. Richard Kelly?s briljante debuut vormt een stijlvolle mix van rebellie, tijdreizen, schizofrenie, bezorgde ouders, vliegtuigmotoren en seks met smurfen. Wie op zoek is naar generatiefilms over de jaren tachtig, is bij Donnie Darko aan het verkeerde adres, alle anderen reppen zich best nu naar de videotheek. In de jaren negentig plonst, als een dikke steen in een rustige rivier, de term ?X-Generation? in de media. Douglas Coupland plaatst in zijn gelijknamige debuut enkele non-conformistische twintigers in een afgelegen Amerikaans gat. Bijna in de stijl van Chaucers The Canterbury Tales vertellen ze elkaar om de beurt verhalen. Terugkerende thema?s vormen de atoombom, zin en onzin van meditatie en de angst om volwassen te worden. Coupland ziet zijn debuut jammer genoeg nooit verfilmd maar baant wel de weg voor Gregg Araki. Met films als Doom Generation en Nowhere plaatst hij de toenemende vervreemding van jongeren in een surrealistisch kader. En in 1996 filmt ene Danny Boyle met acteur Ewan McGregor het monumentale Trainspotting, over vijf Schotse jongeren die zich verliezen in heroïne. De film wordt een internationale hit, haast alsof hij een gevoelige snaar aanroert bij jongeren. En het nieuwe millennium? Nog geen nagelbijters in zicht. Ergerlijk is wel de trend van de high school-komedies, genre Ten things I hate about you. Het lijkt alsof Hollywood de tieners enkel nog zo?n neomoralistisch gedoe en actiefilms kan voorschotelen, of - alleen al de naam bezorgt braakneigingen - ondingen als The Fast and the Furious en - James Bond voor tieners - xXx. Iemand moet zich dringend eens bezighouden met een nieuwe mokerslag als Trainspotting. Immers: niets zo fijn als in een donkere zaal neer te kijken op een nieuwe generatie. Of is ?here we are now, entertain us? na al die jaren een loze kreet geworden?

 

Filip Hermans