The Go-Go Boys: The Inside Sory of Canon Films

Genre: Documentaire | Duur: 1u24 | 2014 | Release: 1 Januari 2014 | Land: Israël | Regie: | Cast: Menahem Golan, Yoram Globus, Jean-Claude Van Damme, Eli Roth, Jon Voight

Documentaires die ons een blik gunnen achter de schermen van Hollywood kunnen amusant en onthullend zijn. Anderzijds is film ook maar een zakelijk product en valt er weinig verrassing te puren uit financiële onderhandelingen of economische verslaggeving. The Go-Go Boys gunt ons een kijk op de hoogte- en laagtepunten van productiebedrijf Canon en handelt dan ook in even grote mate over geld als over cinema.

De Israëlische neven Menahem Golan en Yoram Globus vertellen met genoegen over hun carrière als producer en drijvende kracht achter Canon, een filmfabriek die zelden kwaliteit leverde maar des te meer succes leek te hebben. De liefde voor cinema kregen beide mannen al mee in hun jonge jaren. In hun thuisland weten ze aanvankelijk kritisch succes te boeken. De film kijkt in een aardig tempo terug op deze tijd en voorziet de kijker van anekdotes en archiefbeelden.

Een stuk joliger wordt het als het duo, in een tijdperk toen zulke dromen nog uitkwamen, besluit naar Hollywood te trekken om het er te maken. Ze beginnen onderaan de ladder en scharen zich zonder veel bezwaren achter derderangs actieprenten die maar al te vaak rechtstreeks op video uitkwamen. Dat een aantal  - intussen al dan niet gebotoxte - koppen van toen komt getuigen - we zien o.a. Sylvester Stallone, Jean-Claude Van Damme en Jon Voight - verhoogt de vermakelijkheid van dit verslag, maar ergens voel je toch dat de (Israelische) ploeg achter deze docu niet iedereen te pakken kreeg die ze wilden en sommigen slechts snel-snel tussendoor wilden bijdragen. 

De twee 'breinen' achter Canon, zelf intussen 84 en 73, lijken zich nergens voor te schamen en vertellen honderduit, ook over de mislukkingen en de financiêle problemen. Deze mannen lijken intussen hun eigen versie zelf te geloven en draaien vooral rond de pot: dat Canon massa's crap heeft voortgebracht en hun bedrijf misschien niet zo gezond en succesvol was als wordt voorgesteld, komt amper ter sprake. De documentairemaker neemt daarbij een iets te passieve houding aan. Vooral Golan lijkt vastbesloten trots te zijn op zijn carrière. Nochtans getuigen ook familieleden over de offers die het bedrijf van hen eiste. 

Weinig diepgaande en oppervlakkig amusante terugblik

De cineast neemt Menahem Golan ook enkele keren helemaal in beeld. We zien een afgeleefde man met foute schoenen aan. Voor de camera wil zijn neef hem begroeten, nadat de twee geruime tijd in onmin leefden. De ontmoeting is weinig hartelijk. Op dat moment legt de film dan toch gepast subtiel bloot dat er geen sprake is van een roze wolk. Golan is intussen overigens overleden. 

Hoewel dus best informatief en kundig opgebouwd, biedt he Go-Go Boys een wat eenzijdige kijk op de zaak. Interessant is de vergelijking met Electric Boogaloo: The Wild, Untold Story of Canon Films, een productie waaraan zeven jaar gewerkt werd en die een stuk dieper graaft. Golan en Globus komen daarin niet aan het woord komen, maar iedereen die in de jaren '80 iets betekende in Hollywood wél. Als je die prent niet een stuk meeslepender zal vinden, dan is het op zijn minst een nodige aanvulling van deze film. 

Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien