Dit was 2018

Ondanks de populariteit van Netflix en andere streamingdiensten, bleek er ook in 2018 een immens bioscoopaanbod te zijn. Twaalf maanden lang was het genieten van een als gewoonlijk enorm divers aanbod. Niet per se in de multiplexen, waar voornamelijk troep afgespeeld wordt voor een argeloos publiek dat cinema associeert met lawaai, spektakel en vlot verteerbare emoties, maar vooral in de kleinere filmzalen en kunstenscentra die nog een filmminnend publiek willen dienen. Al slaan wij een banale popcornfilm ook niet af natuurlijk, en vind je in onze top 25 zeker enkele grote publieksfavorieten.

We hebben niet alles kunnen zien helaas, daarover hebben we ons hier al geschaamd. De films die meteen thuis te bekijken vielen, zonder cinemareleases, hebben we niet in dit overzicht opgenomen. 

Het is Vlaams en het is nog ça va

Vlaamse films blijven in zekere mate een publiek vinden, zo blijkt. Er verschenen in het afgelopen jaar een twintigtal Vlaamse producties in de zalen en dankzij het wereldsucces van Girl en de Hollywooddoorbraak van Felix Van Groeningen met Beautiful Boy werd de wereld zich toch enkele seconden bewust van het talent dat hier rondloopt.

Een aantal producties hebben we helaas links laten liggen en zijn dus aan ons oordeel ontsnapt. Wat we wel zagen was nooit echt slecht - De Collega's 2.0 en uiteraard De Buurtpolitie: De Tunnel buiten beschouwing gelaten - maar evenmin interessant. Rosie & Moussa was wat futloos, het weemoedige Engel vond helaas niet echt een publiek, Charlie en Hannah gaan uit manifesteerde zich nadrukkelijk als apart maar was wel erg onnozel. Resurrection was de vreemde eend in de bijt, als narratieve durver. Te appreciëren, maar vooral als je veel geduld hebt. 

Niet Schieten redt de eer: een doodserieus, degelijk gemaakt drama dat vooral op een primair niveau werkt en daarmee volle zalen lokte. Applaus was er ook voor Patser, maar dan vooral van de makers zelf. Onze matige appreciatie - en toegegeven, een schrijffout - lieten Adil exploderen op de sociale media en legden zijn broze ego en venijnige drang naar bevestiging bloot. Ook de Vlaams-Nederlandse coproductie Wij leek zichzelf heel wat te vinden, maar het platweg willen scoren met seks, liet de film op zijn bek gaan. 

Matthias Schoenaerts deed alweer zijn best het afgelopen jaar, maar Kursk - eveneens een Belgische co-productie - was een kleurloze reconstructie, Frères ennemis ging geruisloos voorbij en Red Sparrow was pulp - zij het genietbare pulp. Ook Johan Heldenbergh ging internationaal en verscheen naast Helena Bonham Carter en Hilary Swank in het miserabele Eleanor & Colette. Dan lijkt het dus Kevin Janssen te zijn die zich als interessantste Vlaamse acteur gemanifesteerd heeft: zowel in Lukas met Jean-Claude Van Damme als in de bloederige thriller Revenge leek hij zich bijzonder te amuseren en dat sloeg over op de kijker. 

In onze top 10 treffen we wel vaker een Vlaamse productie aan en dit jaar zijn het er zelfs twee! Scroll maar snel naar onder om te zien waarover we het hebben. 

Grote namen maar geen onderscheiding

In 2018 kwamen we heel wat filmmakers met een zekere reputatie met nieuw werk aanzetten. We zagen degelijk tot prima werk van Ridley Scott (All the Money in the World), Aaron Sorkin (Molly's Game), Alexander Payne (Downsizing), Joe Wright (Darkest Hour), Guillermo Del Toro (The Shape of Water), Woody Allen (Wonder Wheel), Steven Spielberg (Ready Player One), Hirokazu Koreeda (The Third Murder), Gus Van Sant (Don't Worry, He Won't Get Far on Foot), Jason Reitman (Tully), Terry Gilliam (The Man Who Killed Don Quichote), Drew Goddard (Bad Times at the El Royale), Jacques Audiard (The Sister Brothers) en Steve McQueen (Widows). Dat zulke gerepetuteerde cineasten zich net niet genoeg hebben laten opmerken, zegt veel over de hoge kwaliteit van het aanbod in 2018, want dit zijn allemaal producties die in een zwakker filmjaar aanspraak zouden maken op een hoge plaats in onze top 25. Twee heren uit het lijstje duiken overigens wel met een andere productie op in onze lijst. 

Het waren niet alleen de ervaren rotten die het goed deden. We zagen ook interessant werk van Björn Runge (The Wife), Sean Baker (The Florida Project), Alice Rohrwachter (Lazzaro felice), Fatih Akin (In the Fade), James Franco (The Disaster Artist), Craig Gillespie (I, Tonya), Francis Lee (God's Own Country), Gustav Möller (The Guilty), Armando Ianucci (The Death of Stalin), Sebastián Lelio (Disobedience), Greg Berlanti (Love, Simon), Stephano Sollima (Sicario: Day of the Soldado), Nadine Labaki (Capharnaüm) en Jean-Stéphane Sauvaire (A Prayer Before Dawn). Een zeer gevarieerde reeks alweer, maar stuk voor stuk films die de moeite waard zijn. 

Saaie superhelden

In de VS geneert men zich niet om comicverfilmingen en Oscars in één zin te noemen, maar wij zagen dit jaar (opnieuw) niet één superheldenfilm die meer wist te zijn dan wat vrijblijvend spektakel. Black Panther zou volgens mensen die menen er verstand van te hebben een doorbraak in het genre zijn, maar wij zagen een banale actieprent. Dan hadden we het meer voor Avengers: Infinity War en Ant-Man and the Wasp, hoewel die verder ook niet bepaald klassiekers in het genre gaan worden. Venom was dan weer flink ondermaats en voor de leegheid van Aquaman zijn geen woorden. 

Ander blockbustergeweld als Solo: A Star Wars Story, Deadpool 2 en Jurassic World: Fallen Kingdom waren in diverse mate entertainend, wat al niet meer het geval was bij het schandalig gemakzuchtige Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald en Pacific Rim: Uprising. In dezelfde categorie: Jumanji: Welcome to the Jungle, The Meg en The Commuter, krachtpatsercinema voor idioten. Op 13 vind je gelukkig wel een actiefilm die er bovenuit steekt. 

Gingen verder ook voor het grote succes, al dan niet flagrant en goedkoop: de tranentrekker Wonder, de musicaldraken The Greatest ShowmanMary Poppins Returns en (in minder mate een draak maar toch) Bohemian Rhapsody, het amusante Ocean's Eight, het wat flauwe Incredibles 2, het schipbreukdrama Adrift, het vergetelijke Hotel Artemis en de revival van Halloween.

Het beste van 2018

Na rijp beraad en heel wat afwegingen willen we dit dus de beste 25 cinemareleases van 2018 noemen, met als opvallendste trend dat er maar liefst 6 debuutfilms aan te treffen zijn, en 4 daarvan zijn dan ook nog gemaakt door acteurs. 

25. Burning (Zuid-Korea, Chang-dong Lee)

24. BlacKKKlansman 'VS, Spike Lee)

23. Lean on Pete (VS, Andrew Haigh)

22. A Star is Born (VS, Bradley Cooper)

21. Cold War (Polen, Pawel Pawlikowski)

20. Shoplifters (Japan, Hirokazu Koreeda)

19. First Man (VS, Damien Chazelle)

18. Wildlife (VS, Paul Dano)

17. A Quiet Place (VS, John Krasinski)

16. Hereditary (VS, Ari Aster)

15. Lady Bird (VS, Greta Gerwig)

14. The Post (VS, Steven Spielberg)

13. Mission: Impossible - Fallout (VS, Christopher McQuarrie)

12. Utoya 22.juli (Noorwegen, Erik Poppe)

11. Dogman (Italië, Matteo Garrone)

10. Suspiria (Italië, Luca Guadagnino)

Geen remake, maar een stijlvolle, eigenzinnige en macabere herinterpretatie van een cultklassieker. Dit luguber maar gracieus eerbetoon en inventief staaltje gruwel is net als de andere films van Guadagnino een zinnelijke film, waarin de sterk gestileerde analyse van de oorspronkelijke subteksten hand in hand gaan met een cerebrale reflectie op lichamelijkheid en vrouwelijkheid. Over beter of slechter dan het origineel hoeven we het niet te hebben: beide versies vullen elkaar mooi aan. 

9. The House That Jack Built (Denemarken, Lars Von Trier)

Er was weinig enthousiasme voor Von Trier's gitzwarte komedie. Zouden die kinderlijkjes en afgehakte borsten daar voor iets tussen zitten? Wij zagen alleszins een heel kil maar entertainend portret van een seriemoordenaar, waarin de referenties naar eigen werk en de filosofische opwerpingen tot een beschouwing leiden over kunst en destructie. Grandioos compromisloos, de ultieme misantropenfilm. 

8. Under the Silver Lake (vS, David Robert Mitchell)

Wat was het heerlijk mee verdwalen in de bevreemdende, mythologische wereld onder de Hollywoodheuvels, waar elk mysterieus personage een laagje surrealisme toevoegt aan een raadsel dat niet per se om een oplossing vraagt. Onder idyllische postkaartethestiek schuilt een sprookjesachtig droomduister dat vergelijkingen oproept met, uiteraard, David Lynch. Waar het eerst twijfelen was aan de opzet en betekenis van deze wat vergezochte film, wil je nadien enkel meer en nog. 

7. Climax (Frankrijk, Gaspar Noë)

Als een op zijn kop gezette evolutietheorie groeit Climax vanuit een harmonieuze, hypnotiserende groepschoreografie uit tot een demonisch carnaval, een apocalyptische razernij die de kijker opslokt en half verteerd weer uitkotst. High School Musical voor gevorderden dus. Wat een trip. Gaspar Noë zal nooit voor gezellige cinema gaan, maar zorgt wel voor een cinematografische knaller. 

6. Phantom Thread (VS, Paul Thomas Anderson)

Dit even visueel als narratief gelaagd relaas over mannelijke dominantie en de tol van creativiteit, is groots in zijn puurheid. Phantom Thread bouwt verraderlijk elegant een spanningsveld op tussen muze en artiest, tussen man en vrouw, tussen werk en romantiek, om uiteindelijk iets kil en primitief bloot te leggen. Sterke beeldcomposities en atmosferische beeldvoeringen als vanouds, maar toch zijn we ook getuige van de indrukwekkende evolutie van een groots cineast. 

5. Girl (België, Lucas Dhont)

Helaas geen Oscarnominatie voor dit verpletterende debuut, maar de jonge cineast mag niet klagen: zelden kreeg een Vlaamse film wereldwijd zo veel aandacht en waardering, en dat is ook terecht. Dit is een indrukwekkend gemaakt en doorvoeld verteld relaas dat er schitterend in slaagt zijn thematiek te overstijgen maar toch de pijn van het iemand anders - of net jezelf - willen zijn, pijnlijk voelbaar maakt. De grandioze vertolking van Victor Polster maakt dit in Cannes bekroonde drama af. 

4. Roma (Mexico, Alfonso Cuarón)

De kijker wordt toeschouwer - als we daar even een semantische nuance mogen zoeken - van huiselijke intimiteit, van verloren onschuld, van persoonlijke groei en een woelige tijd en Cuarón laat dat aanvoelen als een immense eer en een cinematografisch genoegen. Deze terugblik op zijn jeugd wordt ons in grandioos zwart-wit, in virtuoze beeldvoeringen en meesterlijke ensceneringen geserveerd. Niettemin is deze van echtheid zinderende film vooral groots in zijn puurheid en eenvoud. Een film voor altijd. 

3. Rabot (België, Christina Vandekerckhove)

In de laatste dagen van de Gentse Rabottorens vond documentairemaakster Christina Vandekerckhove een treffend, aandoenlijk verhaal over een bonte groep mensen aan wie niet meteen de beste kaarten werden uitgedeeld. Poëtisch, grappig en warm maar ook tragisch, beklijvend en de kijker uitdagend tot een oordeel. De bezwerende, strakke fotografie, de atmosferische muziek, de knappe beeldcomposities en de slimme, barmhartige selectie van materiaal, laten de blokkendoos vol miserie grandioos tot leven komen. De beste Belgische productie van 2018, zonder twijfel. 

2. Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (VS, Martin McDonagh)

Verontwaardiging, kippenvel en lachtstuipen blijken akelig dicht bij elkaar te liggen in deze even hilarische als tragische parabel over schuld en boete, waarbij de personages in hun pogingen na te streven wat volgens hen gerechtigd is, een speelbal worden van het sardonische toeval. Dit leidt tot een meeslepende beschouwing over grotesk en impulsief gedrag tegenover traditionele normen en waarden, waarbij een topcast aan de slag mag met heerlijk veelzijdige personages die ons allen verrassen in hun groeiend inzicht, en centraal een onvergetelijk figuur als Mildred Hayes, gespeeld door een overweldigende goede Frances McDormand. Gecombineerd met grijnsopwekkende actie, krijg je hier een heel atypische, gelaagde Hollywoodproductie die je nog uren laat nagenieten van genoegen. 

1. Call Me by Your Name (VS - Italië, Luca Guadagnino)

De tweede film van Luca Guadagnino in deze top is van een heel andere orde dan Suspiria. Call Me By Your Name is een doorbloede, organische exploratie van lust en verlangen, een zintuigelijke en emotionele verkenning van tienerdromen en vakantieliefde. Verteld met de visuele allure van een zwoele zomerdag, zonder schroom of terughoudendheid, voorzien van hemelse dialogen en imponerend vertolkt door Timothée Chalamet, Armie Hammer en Michael Stuhlbarg, is dit een overrompelende romance. Koortsig, bedwelmend, onvergetelijk. 

 

Sven De Schutter