Femme Fatale
Genre: Film Noir
| Duur: 1u50 | Release: 19 Juni 2002 | Land: | Regie: Brian De Palma | Cast: Antonio Banderas, Peter Coyote, Eriq Ebouaney
Savoir combiner is de clue om contemporain cool te zijn. Dat heeft Brian De Palma goed begrepen. Zo zit er niet alleen Frans-Amerikaanse creolisering in cointreau-commercials, maar ook in zijn nieuwe voyeuristische, postmoderne thriller 'Femme Fatale' -uit te spreken zoals Els Pynoo het op een elektrobeat de micro in zou hijgen. Het Vive la Fête-aspect aan Femme Fatale is wat deze prent au-dessus de la melêe stouwt: het is een Parijs feestje voor de fans, via het herkauwen van de groten. En, het gebeurt met stijl.
Hedendaags is ok, maar trop is teveel. Van bij het openingskwartier worden we om de ogen geslagen met een hightechdiefstal à la Mission Impossible, met een liefdesscène tussen een zwartharige en een blonde schone à la Mulholland Drive, met een openingssequentie (Est-Ouest) en beelden (Double Indemnity) uit andere films én met een blik op de mondaine rode loper in Cannes. De Palma bevestigt zijn visuele virtuositeit en meesterlijke montage maar laat het geheel al eens overstromen. Zoals een hese stem steunt bovenop de dreunende muziek die Laures stripact op een biljarttafel begeleidt: Ca fait du bien, ça fait du mal.
Laure (Romijn-Stamos, van Nederlands-Amerikaanse afkomst, ex-presentatrice van het mij verder onbekende 'House of Style' op MTV en al te zien in X-men) maakt op vakkundige wijze een slangvormige gouden jurk-met-diamanten afhandig van een model en legt daarna ook haar partners in crime in de luren. Door aanzien te worden voor een zelfmoord plegende dubbelgangster raakt ze aan vliegtuigtickets en zet ze koers naar Europa. Al direct op het vliegtuig kan ze op de vriendelijkheid van vreemdeling Peter Coyote, de Amerikaanse ambassadeur in Parijs, rekenen. "Seven years later..." is ze zijn vrouw en houdt ze zich schuil, de vroegere kompanen zijn inmiddels vrij. Als fotograaf Banderas haar echter in de lens neemt, moet ze actie ondernemen.
En ondertussen refereert De Palma lustig voort. We krijgen splitscreens zoals in Carrie (wie bekijkt wie?), de obligate Hitchcockhommage (blondine wordt brunette wordt blondine), dubbele identiteiten zoals bij Kieslowski (inclusief affiches van de protagoniste) en zelfs parallelle droomwerelden zoals bij Lynch. Er zitten fantastische beelden in Femme Fatale, zoals de schermvullende camouflagelaarzen van een (midden Parijs verder in camouflage-hotpants, -pet en -shirt gehulde) wapenhandelaarster die rent voor haar leven, zoals Laure die van een brug wordt gegooid en in naakte christushouding het water inklieft, zoals het overstromende aquarium dat vlak na de overstromende badkuip wordt getoond en een tip is om de hele boel te begrijpen.
Maar het water over de rand is ook symbolisch voor deze hele film: te wacko voor een mainstreampubliek en voor de liefhebbers teveel verwijzend naar écht grote films om niet te doen beseffen dat Femme Fatale dat niet is. Niettemin, niet in het minst door het relatief coherente einde (c'est à dire..): dit is top notch entertainment. Sans plus.