Le Fils du Francais

Genre: Komedie/Avontuur | Duur: 1u47 | Release: 15 December 1999 | Land: | Regie: Gérard Lauzier | Cast: David-Alexandre Parquier, Fanny Ardant, Josiane Balasko, Thierry Fremont

De openingsscène van de zesde langspeelfilm van de Franse cineast-striptekenaar Gérard Lauzier (Le Plus Beau Métier du Monde, P'tit Con, Mon Père ce Héros) laat vermoeden dat het om een harde actiefilm gaat; we zien hoe een man in het amazonewoud getuige is van een vechtpartij in een helikopter, waarna één van hen te pletter stort op de rivierstenen. De piloot heeft de getuige opgemerkt en zet de achtervolging in?



De actie wordt hierna verplaatst naar een niet nader gesitueerd Frans stadje, waarmee de toon van de film veel luchtiger wordt. We maken kennis met het tienjarig jongetje Benjamin Laviel, dat alleen inwoont bij zijn grootmoeder Anne, een beroemde operazangeres. Wanneer hij besluit om zijn vader, die goudzoeker is, op te gaan zoeken in het verre Brazilië, lokt dit aanvankelijk heel wat protest uit van zowel Anne als van de conciërge Suzanne, een vuilbekkende gokster.



Beiden kunnen absoluut niet met elkaar opschieten, maar zien zich toch genoodzaakt hun kleinzoon te vergezellen op zijn verre reis, die niet van hindernissen verstoken is. Na vlak na hun aankomst in Brazilië kennis te hebben gemaakt met Jean, de opvliegende collega van Benjamins vader, volgt er een Romancing the Stone-achtige jacht door de jungle, waarbij zowel avontuurlijke als komische elementen door elkaar zijn verweven. Het resultaat is echter erbarmelijk. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de hele film een opeenstapeling is van huizenhoge, oeroude clichés, die zonder één greintje verbeelding werden overgenomen. De hachelijke ontsnapping over de Amazonerivier, de ontmoeting met een plaatselijke Indianenstam, de bedreiging door een luipaard,? het zijn allemaal situaties die we de voorbije decennia in zowat elke doorsnee avonturenfilm zijn tegengekomen.



Hetzelfde geldt voor de humor, want dit zou naast een avonturenfilm eveneens een komedie zijn - de aandachtige kijker kon dit reeds afleiden uit wat vooraf ging - en Lauzier wil zijn publiek dan ook hartelijk doen lachen, maar laat óns vooral niet lachen: de tijd waarin films hun humorgehalte uitsluitend haalden uit de karikaturale portrettering van bepaalde personages (de opvliegende dronkaard, de paffende grootmoeder, de koppige en chique zangeres die in een lang wit gewaad door de jungle trekt en tóch probeert om niet besmeurd te raken) is al zéér lang voorbij.



Dat de regisseur-scenarist dit op zich al irritant gedoe nog eens doorspekt met een humanistisch tintje, werkt nóg irriterender en maakt deze drollerige klucht er alvast niet interessanter op.

Absoluut te mijden.

Sven Van Beirs Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ja, ja, na vele omzwervingen vindt hij natuurlijk zijn vader, of wat had u gedacht?