Oscars 2008

De tachtigste Oscaruitreiking moet zowat de meest zoutloze en ongeïnspireerde editie in vele, vele jaren geweest zijn. Een opvallend gebrek aan grappen, gecombineerd met speeches in de meest vette en onverstaanbare accenten, maakten van deze voorstelling een triestige boel. Onder de winnaars zaten gelukkig wel enkele verrassingen, maar toch was ook daar voorspelbaarheid troef, met No Country for Old Men als (redelijk) grote winnaar. Een verslagje van moetens. Gastheer Jon Stewart bleek niet bepaald in goede doen. Na een vrij aangename verwelkoming, kwam hij niet één keer meer spits of gevat uit de hoek. Mogelijke aanzetten werden gesmoord in gênant publiekelijke odes (Cate Blanchett... wow! What an actress!). De show zelf kende een wel zeer klassieke opbouw, waarin zelfs geen variatietje op de traditionele structuur zat. Even zag het er naar uit dat er een poging was gedaan met wat gekheid uit de hoek te komen: een compilatie van scènes met verrekijkers of uit nachtmerries ontwakende mensen uit Oscarwinnende films moest de sleur doorbreken. Helaas bleken deze onderbrekingen beschamend slecht. De muzikale intermezzo's waren traditiegetrouw van het melige soort. De drie genomineerde liedjes uit de familiefilm Enchanted bleken, hoewel één ervan gebracht door de aanbiddelijke Amy Adams, overdadig besuikerd. Het gospelgedoe uit de tearjekker August Rush ging onopgemerkt voorbij. Enkel Falling Slowly, een sereen en eenvoudig liefdesliedje uit de spotgoedkope, bescheiden Ierse romantische prent Once wist aan te slaan. Het musicerende duo, eveneens de hoofdrolspelers uit de film, werd prompt met een Oscar beloond. Helaas moest dat moment ook verknoeid worden. Na het dankwoordje van zanger en componist Glen Hansard kreeg zijn artistieke wederhelft Markéta Irglova geen kans meer, de mond gesnoerd door het opdringerige Oscarorkest. Na het reclameblok werd ze doodleuk weer het podium opgevoerd om alsnog een dankwoord te stamelen. Liever waardig afgaan dan toch enigszins betuttelend een tweede kans te krijgen, maar de Amerikaanse pers noemde Jon Stewarts reddingspoging 'classy'. Evenmin klasse uitstralend waren de presenters. Eens te meer valt op dat maar weinig acteurs er echt in slagen enigszins spontaan over te komen bij het aframmelen van een slaapverwekkende aankondiging. Cameron Diaz versprak zich klunzig, Owen Wilson leek er echt geen zin in te hebben en verder mochten een hele reeks nobodies als Jessica Alba, The Rock, Jonah Hill, Seth Rogen en de ons volstrekt onbekende tienerster Miley Cyrus opdraven om een beeldje uit te reiken. Het enige plezier dat ons nog gegund was, het sterrenkijken, verloor zo heel wat van zijn waarde. En de prijzen zelf dan? De kleintjes werden netjes verdeeld onder Elizabeth: the Golden Age (Kostuums), Sweeney Todd (art direction), The Bourne Ultimatum (Geluidsmontage, Geluid en Montage), The Golden Compass (Visuele Effecten), Ratatouille (Animatiefilm) en Atonement (Muziek) en La Môme(Make-up). Beste Buitenlandse Film werd Die Fälscher, in een categorie die uit weinig serieuze genomineerden bestond. Opvallend was het grote aantal vette accenten die de dankwoordjes kruidden, doordat zoveel winnaars niet Engelstalig waren. Fijn dat de Oscars steeds internationaler blijven worden, een trend die al geruime tijd bezig is. Bij momenten werkte dat gebrekkige Engels echter behoorlijk irritant. Ook bij de acteurs won geen enkele Amerikaan. Daniel Day-Lewis werd, zoals verwacht en ook geheel terecht, de beste Acteur voor There Will Be Blood. Helen Mirren sloeg hem met zijn Oscar schertsend tot ridder. Leve de Britse ironie. Tweede Britse winnaar werd nogal onverwacht Tilda Swinton voor Michael Clayton. Deze fijne actrice uit o.a. The Deep End, Young Adam en The Chronicles of Narnia bedankte uitvoerig haar agent, en dat is aannemelijk. Swinton heeft noch de allure noch de naambekendheid van landgenoten als pakweg Kristin Scott Thomas, Helena Bonham Carter of Emma Thompson, maar slaagt er toch in heel wat stevige rollen in grote producties te pakken te krijgen. Ze versloeg verrassend genoeg gedoodverfde winnares Cate Blanchett. Beste Acteur in een bijrol werd Javier Bardem, de allereerste Spaanse acteur die een Oscar krijgt. Voor zijn rol als de geschifte moordenaar in No Country for Old Men won hij al zoveel filmprijzen dat ook deze hem niet kon ontgaan en daar kunnen wij beslist mee leven. Grootste verrassing was wellicht de Oscar voor Marion Cottilard, die Edith Piaf speelde in La Môme (La Vie en Rose) en aldus pas de derde actrice is die een Oscar wint voor een rol in een andere taal (na Roberto Benigni en Sophia Loren) en na Simone Signoret (die in 1960 won) pas de tweede Franse actrice die deze prijs in de wacht sleepte. Biografieën helpen wel vaker om een Oscar te winnen, maar dat ook een Franse productie daarin zou slagen, was niet echt voorzien. Juno, het kleinood dat de voorbije maanden ook al massa's filmprijzen in de wacht wist te slepen, werd met één Oscar naar huis gestuurd: een flink ontroerde Diablo Cody ging met de Oscar voor Beste Origineel Scenario naar huis. Paul Thomas Anderson, wiens There Will Be Blood voor acht Oscars genomineerd was, won er uiteindelijk slechts twee: naast Beste Acteur kreeg het drama ook de Oscar voor Beste Fotografie. De concurrentie van No Country for Old Men was gewoon te sterk. De moraliteitsfabel van de Coens won Oscars voor Beste Film, Beste Regie, Beste geadapteerde scenario en Beste acteur in een bijrol. De regisserende broers versterkten hun imago van rare kwieten door hun dankwoord ultrakort te houden. Fijne kerels. De Vlaamse kortfilm Tanghi Argentini greep helaas naast een Oscar. Het Franse Le Mozart des pickpockets snoepte die van hen af. Beste documentaire werd Taxi to the Dark Side, een aanklacht tegen de Amerikaanse foltertechnieken in de strijd tegen terrorisme. We mogen natuurlijk opgelucht zijn dat The Academy deze tachtigste uitreiking niet aangreep om zoals in het verleden tal van voormalige en vaak vergeten winnaars op te laten draven, maar zich beperkte tot wat compilatietjes van vroegere winnaars. Niettemin moet dit zoals reeds gezegd een van de meest banale edities ooit geweest zijn. Dat de prijzen in de meeste gevallen naar verdiende winnaars gingen, maakt veel goed, maar stilaan durven we echt wel gaan overwegen de show maar over te slaan om de volgende ochtend fris en uitgeslapen op het net te lezen wie er won. Zeggen we nu, maar wedden dat we volgend jaar weer in het holst van de nacht aan het sterrenkijken zijn? Lees ook: Oscars 2008: de nominaties.

 

Sven De Schutter