K.U.T TOP / FLOP 2009

2009 viel als filmjaar vrij goed te verteren. Er was weinig controverse, of het moet zijn dat u zich opwindt over de vraag of Avatar nu een goede dan wel een minder goede film is. Het is ook aannemelijk dat niet iedereen weg was van Michael Hanekes Das weisse Band of Von Triers Antichrist. De interessantste films zijn duidelijk nog steeds die waar geen consensus over is. Weinig films hebben ons van onze sokken geblazen in 2009. Tarantino leverde mooi werk, maar echt fenomenaal was Inglorious Basterds nou ook weer niet. De Vlaamse/Belgische film wist zich opnieuw in de kijker te werken door gevarieerd en degelijk aanwezig te zijn. Dossier K., Meisjes, SM-Rechter, Dirty mind, Lost Persons Area, My Queen Karo, Unspoken, Elève libre en natuurlijk de Oscarkandidaat De helaasheid der dingen konden allemaal in min of meerdere mate bekoren. Drie van hen schopten het zelfs tot in Cannes! Het meeste trots mogen we echter zijn op Altiplano, een nooit gezien stukje Belgisch meesterschap. Uw K.U.T-redactie moest echter als geen ander jaar op zoek gaan naar kwaliteit in het overaanbod aan 3D-films en op 14-jarigen gerichte kul. Films als Kan door huid heen, Mýrin, Troubled Water, Episode 3: Enjoy Poverty of Altiplano werden door een of meerdere redactieleden opgehemeld, maar moesten het met een klein publiek stellen. Ook onze top 10 haalden ze niet, evenmin als andere sterke films als Doubt, De helaasheid der dingen, Milk, Bright Star, Star Trek en Synecdoche New York, toch een van de meest fascinerende films van het jaar. 10 anderen overleefden de selectie.

The Wrestler De puurheid en soberheid waarmee de anders zo visueel imponerende Aronofsky het relaas in beeld brengt van een ontspoord leven wist ons (bijna) allemaal te bekoren. Comebacks van oude gloriën - een formidabele Mickey Rourke in dit geval -, ook dat zien we graag.

 

Antichrist Von Trier blijft beslist een van de meest interessante filmmakers van deze tijd. Hoe gruwelijk dit verwerkingsdrama ook is, beklijven doet het, zowel visueel als inhoudelijk. Met doordachte precisie en zonder mededogen voor zijn protagonisten, laat Von Trier het lugubere Antichrist op ons af. Daarmee overtreft hij zijn eerdere meesterwerken misschien niet allemaal, zijn missie is toch geslaagd.

 

Elève libre Met zijn vierde, ijzersterke film, begeeft de Belg Joachim Lafosse zich na Nue propriété opnieuw op het terrein van de psychologische familiedramatiek, waarbinnen dit keer de manipulaties van een mentor misselijkmakende gevolgen hebben voor zijn naïeve pupil. Intelligente cinema die interessante vragen stelt, al zijn de antwoorden niet makkelijk te verteren.

 

Revolutionary Road Toch flink onderschat, deze steengoede, confronterende anti-romance van Sam Mendes, die hiermee beslist zijn beste film aflevert sinds American Beauty. Dankzij een ijzersterk scenario en meer dan formidabele vertolkingen van DiCaprio en Winslet, weet Revolutionary Road op te vallen met een nochtans stilaan bekend gegeven: het uiteenvallen van de American dream en het inruilen van idealistische verlangens voor de werkelijkheid. Verscheurend mooi. Un prophète Haast was ook dit zo?n film die stiekem verdween tussen de kieren van het Hollywoodgeweld, maar er viel gelukkig heel wat waardering te rapen voor dit indringende Franse drama van Jaques Audiard, wiens vorige prenten al evenzeer aansloegen. Met grimmig realisme en hier en daar een scheut poëzie brengt hij ons het aangrijpende relaas van een jonge crimineel die tracht te (over)leven. Bikkelhard maar ook intriest.

 

Inglourious Basterds Tarantino herschrijft de geschiedenis zoals alleen hij dat kan: met vernuftige suspense, niets ontziend bloedvergieten en vooral een je m?en foutisme van formaat: alles kan en mag in dit spectaculaire en amusante, maar ook intense, spannende en tragische actiedrama dat iedere minuut de passie voor cinema uitademt.

 

Les plages d?Agnès We hebben het hier altijd al gehad voor de strijdlust en passie van de Franse filmmaakster Agnès Varda. Op haar 81e komt ze aanzetten met deze overrompelend mooie autobiografische documentaire, een kleine, intieme vertelling over lachen en sterven en alles daartussen, gebracht met een onnavolgbare combinatie van speelsheid en wijsheid. Een kleine film van een grote madam.

 

Das weisse Band Geen cineast wist ons de voorbije decennia zo te confronteren met zijn misantropisch ? of realistische? ? mens- en wereldbeeld, maar met Das weisse Band doet Michael Haneke dat voor het eerst sinds Funny Games met zo?n kracht en precisie. Minder bruut en verstikkend dan zijn eerdere werk, maar des te meer rigide en kil ontbloot hij de menselijke mechanismen die tot het verlies van onschuld leiden. Kijk, herken en hoop op beterschap.

 

Involuntary/Happy Sweden/ De Ofrivilliga Drie titels, dat is misschien wel meer dan het aantal bezoekers voor deze fascinerende sociologische studie, een zeer raak geobserveerde film waarin telkens het gedrag van de mens centraal staat in een groep waarin iets verkeerd loopt. Suggestieve beelden en het ontbreken van een dynamische cameravoering leiden tot een unieke, registrerende beeldtaal die de kijker ertoe dwingt een eigen standpunt te zoeken. Bovendien beschikt deze film over een ietwat typische Scandinavische laag ironie. Zeer veelzeggend en tegelijk ook amusant. Grandioos.

 

 

Boy A Films die dagenlang door je hoofd spoken en iets losmaken, ze zijn zeldzaam. Boy A deed het, door zich af te vragen wanneer iemand vergeven of genoeg gestraft is en in hoeverre iemand recht heeft op een tweede kans. Met zeer pure emoties, een intense psychologische uitdieping en topacteerwerk van Andrew Garfield en Peter Mullan wordt in dit te weinig geziene Britse drama een broeiende sfeer gecreëerd die echt aan je ribben blijft kleven en alle theorieën rond straffen en boete aan het wankelen brengt. Alweer een film die niet mild is voor de dwaze, oordelende mens en in al zijn confronterende meedogenloosheid voor ons absoluut de beste film van 2009 was.

 

 

Tegenover al die schoonheid stond zoals altijd ook een flinke dosis lelijkheid. Wat was het ergste dat 2009 ons te bieden had?

K.U.T FLOP 2009

De allerslechtste films van 2009 The Curious Case of Benjamin Button Lege en vooral slaapverwekkende mooifilmerij.

 

Terminator: Salvation Tegenvaller van het jaar.

 

2012 Even dom als spectaculair.

 

A Perfect Getaway Dwaze langdradigheid met een enerverende Jovovich.

 

Hannah Montana - The Movie Een lobotomie bij uw popcorn.

 

What Just Happened Vallende sterren bij de vleet.

 

The Women Ach, ?t is maar voor vrouwen.

 

The Spirit Onzin en onkunde in één.

 

A Christmas Carol Zo koud was Kerstmis nog nooit

 

 

Transformers: Revenge of the Fallen Een mensonterende foltering, even debiel als gênant de Amerikaanse waarden ophemelend tot we er van moesten kotsen.

 

 

Sven De Schutter

 
Lezerstop 2008

Wordt het publiek steeds slimmer of wij steeds dommer? Ongetwijfeld het laatste, maar desondanks toch gefeliciteerd met uw top, beste publiek. Want u bent het verrassend eens met ons. Ok, wilt u nog net de eerste en tweede topfilm hebben omgedraaid (met minder dan 0.1% verschil), de rest van uw top komt mooi overeen. Sterker nog, u haalde er zelfs nog het prachtige The Banishment uit, wij bespraken hem helaas niet eens en 3:10 to Yuma kreeg de eer die het verdiende. De lezerstop 2008

1. No Country for Old Men 70%
2. There will be blood 69.9%
3. Into the wild 55%
4. The Dark Knight 54%
5. Atonement 49%
6. Wall-E 48%
7. Lou Reed's Berlin 46%
8. The Banishment 43%
9. Once 40%
10. The Darjeeling Limited 40%
11. Juno 38%
12. 3:10 to Yuma 36%
13. Entre les Murs 36%
14. Loft 34%
15. La Zona 32%

En de beste commentaren Het is duidelijk, ticketprijzen zijn veel te hoog, we vinden de Kinepolis maar niks, Loft is al dan niet overroepen maar u bent meer dan ooit fan van de Vlaamse film en we worden -verdikke- bezocht door Hollanders! Hoewel Vera ons een hart onder de riem steekt want Kutsite is het tegenovergestelde van een kut site!, Wisvis (Doe iets aan jullie naam. Zo durf ik de site nergens laten opstaan!!) serieus gay is , Jorgen hoopt op een verrassingspakket van onze pornobroeders kutsite.be, RM (K.U.T is K.U.T!) strak kan samenvatten, Edwin (Facebook doet zijn best, maar dit blijft de enige echte, allergrootste kutsite. doe zo verder!) een Web 2.0 gerelateerde opmerking pleegt te maken, Phlip een klassieker bovenhaalt (ik ben 31 jaar en ik doe roadrunner na, biep biep, wroooooooooaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaah) en Adolf Strauss een fixatie heeft op Sam Roggen gaat de prijs voor beste commentaar toch naar Daniel Ik zou graag verrast willen worden met een kutpakket, maar ja, dit is helaas niet het beste commentaar. In ieder geval, deze Hollander geniet met volle teugen van deze vlaamse site. Merci! Als prijs ter bevordering van zelfrelativerende Hollanders. Daniel mag ons even contacteren met zijn gegevens, pretpakketten richting Holland!

 

Frank Moens

 
K.U.T TOP 2008: Wat zijn de beste films van 2008?

Wie had een jaar geleden kunnen denken dat het filmjaar 2008 ons zo vaak zou weten te verrassen? Had u voorspeld dat de nieuwe film van de Wachowski-broertjes een sof zou zijn, die zelfs onze bioscopen niet eens haalde? Dat Spielberg het zou verknallen met zijn vierde Indiana Jones? Dat De Niro en Pacino niet nog een keer voor vuurwerk konden zorgen? Dat Cameron Diaz en Ashton Kutcher samen geen meesterwerk zouden creëren?


Loft klokte uiteindelijk af op 885.006 bezoekers en 6.059.934 euro boxoffice

En wat te denken van de na honderd jaar eindelijk gewijzigde top 3 van meest succesvolle Vlaamse films? Loft wist onlangs het Stijn-Coninx-triumviraat te doorbreken door meer bezoeker te lokken dan Daens destijds deed. En wie verklaart het - wereldwijde, mogen we zelfs zeggen- succes van Aanrijding in Moscou? Dat de broertjes Coen met niet een maar zelfs met twee grandioze films op de proppen kwamen, kan een filmjaar eigenlijk al niet meer stuk krijgen. Voeg er een indringende oliestrijd, een sober leerkrachtenrelaas, een als immer ijzerterke Dardenne en nog een robot en een vleermuisheld aan toe, en 2008 is een vrij indrukwekkende filmjaar. Na dagenlang zwoegen, overleggen, twijfelen, overtuigen en toegeven, wist uw K.U.T-redactie 10 films uit te kiezen die het filmjaar 2008 bepaald hebben. Atonement, Juno, Lust, Caution, Australia, Hunger en Il y a longtemps que je t?aime hebben we met spijt in het hart niet kunnen vereren met een vermelding, maar genietbaar filmvoer genoeg natuurlijk.

Bekijk de K.U.T TOP 10

 

10. Once Twee onbekende acteurs, een budget van twee keer niets en een even eenvoudig als romantisch gegeven, was al wat nodig was om magie op het witte doek te toveren. Deze sprankelende en pure Ierse prent laat uw hart een paar keer wentelen van ontroering en u nog dagenlang op wolkjes lopen terwijl het met een Oscar beloonde liedje Falling Slowly al die tijd rondjes van blijdschap loopt in uw hersenpan.

 

9. Before the Devil Knows You?re Dead Het is eigenlijk ongelooflijk: 83 is regisseur Sidney Lumet en toch weet de maker van een groot aantal klassiekers nog uit te pakken met een virtuoos gefilmde en ijzingwekkende dramatische thriller met een ingenieuze narratieve structuur. Dit is pas filmmaken. Deze intense karakterstudie haalt zijn personages binnenstebuiten en ontwikkelt zich zo tot een tragische moraliteitsfabel. Indrukwekkend acteerwerk van een uitmuntende cast vervolledigt het plaatje.

 

8. Into the Wild Sean Penn blijft een meer dan interessante filmmaker, die met deze even bezinnende als confronterende film beslist zijn sterkste aflevert. Centraal staat een bewonderenswaardig personage, wiens zoektocht naar zichzelf de kijker niet meer loslaat. Indrukwekkende natuurbeelden en een geweldige cast staan ten dienste van deze meeslepende, fascinerende film. Eddie Vedders soundtrack is de kers op de taart.

 

7. WALL-E Pixars Ratatouille wist vorig jaar net onze top 10 niet te halen, de instant klassieker Wall-E slaagt er wel in het grootste deel van onze redactie te charmeren. Niet alleen is de animatie alweer van een onovertrefbaar niveau, de capriolen van de onweerstaanbare robot worden in zo?n aandoenlijk en triomfantelijk verhaal gekaderd dat Wall-E zich voor eeuwig en altijd in uw hart weet te nestelen.

 

6. Le Silence de Lorna Terwijl Jan Verheyen en Nic Balthazar met op zijn best aanvaardbare films de hele wereld veroveren -althans die indruk krijgen we- zijn het eigenlijk enkel en alleen de broers Dardenne die België als filmland nog enige rol van betekenis laten spelen. Met Le Silence de Lorna werden de heren reeds voor de vierde keer op negen jaar tijd genomineerd voor een Gouden Palm. Dit bescheiden meesterwerk biedt ook dit keer weer sociaal realisme van het allerhoogste niveau. Iets minder zwaar op de hand, maar even intens en authentiek als gewoonlijk, is dit eens te meer grote klasse.

 

5. The Darjeeling Limited Wellicht de meest onderschatte en minst bekende film uit dit lijstje. Nochtans slaagt Wes Anderson er na onder andere The Royal Tenenbaums en The Life Aquatic er weer moeiteloos in ons mee te slepen in zijn geheel aparte universum waar de personages, even nerdy als cool, op zoek zijn naar essentie. The Darjeeling Limited zwicht net niet onder een uitgekiend production design, maar is vooral onovertrefbaar in het combineren van levenspijn en onzin. Op het randje van het geniale, deze even oogstrelende als hartverwarmende film.

 

4. The Dark Knight Slechts hoogst uitzonderlijk kun je van een blockbuster ook zeggen dat het echt en oprecht een goede film is. Dat hoeft enerzijds niet te verbazen -Nolan is een topregisseur- maar anderzijds vallen de actieprenten/comicverfilmingen met een aanvaardbare psychologische uitwerking op één hand te tellen. The Dark Knight kropt zich na een obligaat uurtje actie en spanning op tot een steeds duister wordende bol energie, waarin Batman het met zichzelf én zijn meest gestoorde vijand ooit moet uitvechten. Vakmanschap ten top en natuurlijk een onvergetelijk afscheid van Heath Ledger.

 

3. Entre les Murs Het leven zoals het is: onderwijs. Toch is dit veelzeggende Franse drama niet zomaar een registratie van het leerproces, maar een beschouwing van het leven zelve. Klinkt zwaar op de hand, maar dit uitermate bekijkbaar stukje humanisme beklijft in al zijn authenticiteit. Het spontane acteerwerk van een cast vol onbekende non-acteurs, werkt innemend. Betekenisvol zonder opdringerig te zijn, is dit een film om te koesteren.

 

2. No Country for Old Men Een van de meest bekroonde en bejubelde films van het voorbije jaar, een film dus ook waar je niet omheen kan. De broertjes Coen trekken alle registers open voor de ultieme noodlotsthriller en leveren maar meteen een kijkstuk van jewelste af. Doorheen deze gitzwarte, verrassend spannende deconstructie van de misdaadthriller sluimert een perfect afgemeten dosis ironie, gekruid met een snuif maatschappijkritiek en een korrel nostalgie. Het geheel is doortrokken van een tragische ondertoon: geen van de bizarre personages zal aan zijn lot ontkomen. Bloedvergieten op zijn stijlvolst, een film die je omver blaast.

 

Na pareltjes als Boogie Nights, Magnolia en Punch-Drunk Love bewijst Paul Thomas Anderson nu pas echt waarom hij zo lang ?veelbelovend? werd genoemd. In groot contrast met zijn eerdere bitterzoete drama?s, staat deze There Will Be Blood, een magistraal anti-epos dat druipt van olie en klasse en zo op meesterlijke wijze de fundamenten van de Amerikaanse samenleving (zijnde religie en kapitalisme) ondergraaft. Het cinematografisch vernuft waarmee de groteske, inktzwarte confrontatie tussen de twee waanzinnige personages wordt uitgebeeld, toont aan dat Anderson een van de allerbeste regisseurs van zijn én de volgende generatie is. De zinderende vertolkingen van Paul Dano en Daniel Day-Lewis doen de film opgloeien zodat het schouwspel als een brandende meteoriet op de murw geslagen kijker afraast. Maar elke filmfan heeft het voorbije jaar ook weer zijn portie gruwel gehad. Waar hebben wij (en u vast ook) zich in 2008 bijzonder geërgerd? Parodieën De makers van Disaster Movie en Meet the Spartans hanteren een bewonderenswaardig uitgangspunt -het te kakken zetten van zichzelf veel te ernstig nemende Hollywoodproducties- maar missen wel het talent en het budget om dit op een aanvaardbaar niveau of met enige stijl uit te voeren. De trailers bevatten bovendien de beste grappen, bespaar u dus een ticket. 10.000 BC sloeg eigenlijk alles. Maar was dat wel een parodie? Komedies En daarmee bedoelen we dan: Amerikaanse, infantiele, ongeïnspireerde, zoutloze en dus volstrekt overbodige komedies, zoals we dit jaar ondermeer Get Smart, What Happens in Vegas, The Love Guru, My Best Friend?s Girl en You Don?t Mess with the Zohan te verteren kregen. Tijdverlies van formaat dat zijn publiek niet ernstig neemt, maar hun portemonnee wel. Helemaal tenenkrommend wordt het wanneer die film ook nog een Essentie/Levensles/Moraal wil bieden. Dat het ook anders kan bewezen Juno en Forgetting Sarah Marshall. Arrogantie Filmmakers die denken dat ze alles aankunnen en dan genadeloos op hun bek gaan: ook in 2008 werden we er niet van gespaard. Sylvester Stallone dacht zijn comeback te maken met het bespottelijke John Rambo. M. Night Shyamalan dacht echt dat we zijn onzin zouden blijven slikken, maar The Happening moesten we niet. Mark Wahlberg zag zichzelf als actieheld in Max Payne, met bedroevend resultaat. Brendan Fraser worstelt zich zonder een spoortje ironie door het belachelijke The Mummy 3 en denkt dat er werkelijk een publiek voor bestaat. De Grote K.U.T- prijs voor te zelfverzekerde megalomaan gaat echter naar Steven Spielberg, wiens Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull de grootste ontgoocheling van het jaar werd. Een zielloos, potsierlijk en van opwinding verstoken klucht. Wijvenfilms Als er al zoiets als een ?vrouwenfilm? zou bestaan, dan viel er in het bijzonder dit jaar niet meer aan de ?wijvenfilm? te ontsnappen: het soort melige, zeemzoeterige en vaak heel onnozele draken dat volgens compleet achterhaalde marketingstrategieën appelleert aan de oppervlakkige emoties van de stereotiepe doorsnee vrouw. Helen Hunt speelde bijvoorbeeld al haar truttigheid uit in Then She Found Me en Hilary Swank mocht hersenloos romantisch wezen in de inhoudloze verfilming van de bestseller P.S. I Love You. Ook de dames van Sex and the City stelden teleur: de film had te weinig ballen. Maar het ergste waar de prulfabriek Hollywood de wijven (en bij uitbreiding ook gewoon alle filmkijkers) dit jaar mee teisterde, was wel Mamma Mia! Begrijp ons goed, een Abba-deuntje nu en dan en een scheut meligheid slaan wij ook niet af. Een zingende Meryl Streep is zelfs aanvaardbaar, als er verdovende middelen mogen gehanteerd worden. Maar dit was te veel, te lelijk, te luid, te smakeloos en te leeg. Het wereldwijde succes van de film verzwakt onze argumentatie uiteraard, maar K.U.T volhardt. En ook in 2009 trachten wij u de weg te wijzen in het wisselvallige filmlandschap. Lees ook: de top 2008 van de lezer.

 

Sven De Schutter

 
In Memoriam: Paul Newman

De legendarische Amerikaanse acteur Paul Newman is vrijdag 26 september overleden aan de gevolgen van longkanker. De acteur was al een tijdje ziek, hoewel zijn omgeving dit nooit bevestigde. De Oscarwinnende acteur uit klassiekers als The Colour of Money, The Sting en Butch Cassidy and the Sundance Man werd 83. Zijn laatste rol dateert uit 2006, toen hij een stem insprak voor een van de hoofdfiguurtjes uit de animatiefilm Cars. Andere recente producties waarin Newman een rol speelde waren de bekroonde mini-serie Empire Falls en het gangsterdrama Road to Perdition.

De in Ohio geboren acteur begon zijn carrière op het toneel, maar zijn ontegensprekelijke charisma bracht hem waar hij thuis hoorde: op het witte doek. Zijn indringende blauwe ogen waren zijn grootste troef, al bleek al heel snel dat de man over een gigantisch acteertalent beschikte. Zijn studies aan de befaamde Actors Studio in New York leverden hem in de jaren 1950 tal van tv-rollen op. Newmans eerste filmrol was echter een tegenvaller. De acteur schaamde zich zo erg voor zijn prestatie in de kostuumfilm The Silver Chalice dat hij zich in een advertentie in de krant excuseerde voor zijn rol. Zijn hoofdrol, twee jaar later in Somebody Up There Likes Me, was echter wel een schot in de roos.

Met The Long, Hot Summer waarin Newman te zien was naast Orson Welles bereikte hij al een eerste hoogtepunt: Newman won een Gouden Palm in Cannes voor Beste Acteur. In Cat on a Hot Tin Roof zette hij vervolgens een overweldigende vertolking neer als de brute, onbenaderbare Brick Pollitt. De film sleepte zes Oscarnominaties in de wacht, waaronder Beste Film, Beste Regie en Beste Actrice voor Elizabeth Taylor, die ook hier een van haar allerbeste prestaties neerzet. De film, een van de grote films uit de jaren 1950, bezorgde Newman zijn eerste Oscarnominatie.

In de jaren1960, waarin Newman dankzij een pak succesfilms een echte publieksmagneet was, zou die eer hem nog drie keer te beurt vallen, voor The Hustler, Hud en Cool Hand Luke, een pracht van een gevangenisdrama waarin Newman in een beroemd geworden scène 50 hardgekookte eieren opeet.

In 1958 trouwde Newman voor een tweede keer met Joanne Woodward, met wie hij schitterde in The Long Hot Summer. Zij won dat jaar trouwens ook een Oscar en was eveneens een gevierd filmster. Noem hen gerust de Brad Pitt en Angelina Jolie van die tijd (hoewel Woodward eerder een Julia Roberts was). Ze zouden samen te zien zijn in maar liefst elf producties en Woodward zou ook in vijf van de zes films te zien zijn die Newman zelf regisseerde, waaronder Rachel, Rachel en het heerlijk getitelde The Effect of Gamma Rays on Man-in-the-Moon Marigolds. Als regisseur had Newman zijn verdiensten - zijn laatste wapenfeit was The Glass Menagerie met John Malkovich - maar toch is dit een beperkt gebleven aspect van de man.

Met het uitermate succesvolle Butch Cassidy and the Sundance Kid en The Sting bleef Newman ook een generatie later een populaire ster. De combinatie van zijn looks, zijn voorbeeldige privéleven en prachtige rollen in succesfilms, zorgde ervoor dat hij zo'n 20 jaar lang tot de Hollywoodtop bleef behoren. Newman weigerde overigens heel wat rollen die andere acteurs bekend maakten, waaronder Dirty Harry en Jaws. Toch kende Newman in de tweede helft van de jaren 1970, rond zijn vijftigste, een kalme periode. De twee films die hij maakte met Robert Altman, Quintet en Buffalo Bill and the Indians, or Sitting Bull's History Lesson, waren niet bepaald succescvol. Absence of Malice uit 1981 zorgde gelukkig voor beterschap. Na 13 jaar werd Newman nog een keer beloond met een vijfde Oscarnominatie.

Met The Verdict voegde Newman in 1982 echter nog een pracht van een rol toe aan zijn rijkgevulde oeuvre. Met de uitgebluste advocaat Frank Galvin boorde Newman een nieuw soort diepgang aan, waarin zijn persoonlijke berusting in het eindigen van zijn glorietijd, samen leek te vallen met zijn personage. Een zesde Oscarnominatie volgde. Omdat Hollywood wel dacht begrepen te hebben dat Newman afgeschreven was in wat toch wel een belangrijke nieuwe periode was in Hollywood - de blockbustertijd - en hij nog altijd geen Oscar in handen had gekregen, besloot men hem op zijn 60ste een ere-Oscar te schenken. Het zou een van de ridicuulste beslissingen ooit zijn van The Academy, want amper een jaar later verscheen Newman naast Tom Cruise in The Colour of Money, als Fast Eddie, hetzelfde personage uit The Hustler uit 1961. Voor deze rol werd hij niet alleen genomineerd, maar won hij ook daadwerkelijk zijn eerste Oscar. De jaren daarop deed Newman het rustig aan. In 1990 castte James Ivory hem en eega Woodward in Mr. & Mrs. Bridge, een mooie prent die vooral mevrouw Newman heel wat lof opleverde. Toch liet Newman zich nog enkele keren opmerken in de jaren 1990. The Hudsucker Proxy was een weinig succesvolle film van de gebroeders Coen, maar het pleit voor Newman dat hij bereid was mee te gaan in het wat cartooneske, subtiel komische universum dat de Coens in die film schetsten. Meteen daarop zette Newman echter nog een pracht van een rol neer, in het klassieke, maar zeer rake drama Nobody's Fool. Daarin is Newman een dwarsligger op leeftijd die maar geen vrede neemt met zijn omgeving. De film bevatte ook mooie vertolkingen van Melanie Griffith, Bruce Willis en Jessica Tandy, die na de opnames overleed. Nobody's Fool bezorgde Newman zijn 7e Oscarnominatie.

Newman kondigde toen zijn pensioen aan, maar toch was het nog niet afgelopen. In 2002 speelde hij zijn laatste grote rol, als gangsterbaas in het grauwe misdaaddrama Road to Perdition van Sam Mendes, wat hem zijn 8e en laatste Oscarnominatie als acteur bezorgde. In een cast die o.a. Tom Hanks, Jennifer Jason Leigh, Jude Law en Daniel Craig bevatte, bewees Newman nog uitstekend mee te kunnen met de huidige lichting grote acteurs. Wat hij overigens ook liet zien in wat effectief zijn laatste rol zou zijn, de mini-serie Empire Falls, waarin Newman te zien was naast Philip Seymour Hoffman, Helen Hunt, Robin Wright Penn en Ed Harris. De lijst van grote namen die met Newman in een film te zien waren, is overigens schier eindeloos. Robert Redford, Fred Astaire, Steve McQueen, Julie Andrews, Elizabeth Taylor, Orson Welles en Morgan Freeman zijn maar enkele van de sterren waarmee Newman gewerkt heeft.

Newman werkte ook met de meest uiteenlopende cineasten in tal van genres. Naast Robert Altman, Sam Mendes, de Coens en James Ivory, prijken ook de namen van grootheden als Robert Wise, Arthur Penn, Otto Preminger, Alfred Hitchcock, John Huston, Sydney Pollack, Sydney Lumet en Martin Scorsese op het lijstje. Toch is Newman altijd een publieksacteur geweest, in tegenstelling tot generatiegenoot Marlon Brando bv., die zijn rollen vaak koos omwille van de uitdaging die hij er als acteur in kon vinden en aldus vaker in donkere, psychologische interessantere films terechtkwam. Lee Strasberg, Newman's mentor aan de acteersopleiding verklaarde zelfs dat Newman een even geweldige acteur als Brando had kunnen zijn als hij maar niet zo knap was. Aan het begin van beider carrière werd Newman echter nog al eens voor Brando aangezien, lang voor Brando zijn looks zou verliezen.

Newman speelde zijn perfecte imago overigens niet. De acteur steunde tal van goede doelen (onder andere door de opbrengst van zijn bedrijf in sausen en dressings), zette zich zeer actief in voor zieke kinderen en tekende vaak present bij evenementen en benefieten. Daarnaast was hij ook een uitgesproken democraat die vaak openlijk presidentskandidaten steunde. Newman, wiens enige zoon in de jaren 1970 overleed aan een overdosis, zette zich ook in voor drugsverslaafden, homorechten en wapencontrole. Dat bracht hem onder andere in hevig conflict met wapenfanaat Charles Heston.

Newman is dus op zijn manier een legendarisch acteur geworden, wiens rollen vrijwel altijd zeer genietbare vertolkingen opleverden. Het soort acteur dat nu niet meer gemaakt wordt, zeg maar. We hadden hem graag nog enkele films zien toevoegen aan zijn indrukwekkende carrière, maar zijn erfenis is gelukkig niet min. Er blijven zo'n 60 films over om van de man (en zijn blauwe ogen) te blijven genieten.

 

Sven De Schutter

 
Lollywood: Pakistani Horror

Inderdaad. Pakistaanse horror. Het klinkt even specifiek als de Zuid-Indische langpoottermiet, maar is, net zoals onze langpotige vriend, springlevend. Als minderheidsgroep in de mondiale cinema verdient de Pakistaanse horrorfilm dan ook niets minder dan een kans. En wie beter om die kans in België te bieden dan Cinema Nova. Het Brusselse Cinema Nova profileert zich al langer dan vandaag als het epicentrum van de afwijking in de cinema, van het marginale, ongehoorde en amorele op het grote scherm. Zo was er nog geen half jaar geleden de eerste editie van Offscreen, het filmfestival waarin de freak centraal stond. De dwerg zonder ledematen, de man met borsten en the bearded lady: iedereen was welkom op het scherm en daarvoor. Op 12 september 2008 stond de Pakistaanse horrorfilm centraal. De avond vangt aan met een trailer van 20 minuten die een overzicht geeft van de Pakistaanse horror door de jaren heen. Het bevat hilarische fragmenten met een inventiviteit die de bedroevend lage budgetten moeten goedmaken. Zoals een bebaarde Pakistaan met een levensgrote spuit die het lichaam van zijn tegenstander leegzuigt. Of een voluptueuze Pakistaanse die een striptease uitvoert. Absurd in vergelijking met de hedendaagse Westerse cinema, maar daarom net boeiend en zelfs verhelderend ? y als noodzakelijke tegenpool om x te beschouwen, Lollywood (een verwijzing naar de Pakistaanse filmstad Lahore) als antithese van Hollywood. Hoewel. De eerste film op het programma, Hell?s Ground, blijkt net doordrongen van hedendaags Hollywood. De film is een over-the-top Pakistaanse versie van The Texas Chainsaw Massacre. Pakistan lijkt een eerste en voorzichtige stap te zetten in de richting van de Amerikaanse horrorfilm-kopie. Centraal staat een groep van vijf mooie jongeren, netjes verdeeld over de clichés: het ondeugdelijke meisje, de gelovige maagd, de verlegen love interest, de stoere macho en zijn laffe sidekick. Met een busje gaan ze op uitstap, weg van de stad, langs de verlaten Pakistaanse baantjes. Maar al gauw worden ze gewaarschuwd door de man in de local shop: 'dit is een gevaarlijke baan voor mensen als jullie.' Uiteraard. En toch. Ondanks het bijzonder hoge cliché-gehalte doet Hell?s Ground niets anders dan bekoren. Regisseur Omar Khan weet namelijk de lastige grens tussen bedoeld en onbedoeld grappig-fout-slecht zo fijn te bespelen dat hij een bijzonder ontspannende film aflevert. De terugkerende vraag in het hoofd van de kijker is dan ook: 'Is het de bedoeling dat alles zo fout is?' Zo worden clichés en fouten zodanig uitvergroot dat ze grappig zijn, maar net geen parodie opleveren. Kijk maar hoe de groep reageert wanneer een van hen aangevallen werd (de jongen ligt lijkbleek en groen kotsend in het busje, maar de anderen lijken dat helemaal niet zó erg of raar te vinden). Of naar de dramatische manier waarop een spookachtige monster zijn Middeleeuwse spijkerbal als een lasso boven het hoofd zwiert, alvorens de achtervolging in te zetten. Of hoe de groep in het "donkere" bos steeds voorzien wordt van een gigantische lichtspot, terwijl ze wél verrast reageren op een lichtje in de verte. Van de bijna verloren gegane film Dracula in Pakistan kan niet helemaal hetzelfde gezegd worden. Hoewel het publiek meer dan eens zijn luidste lach bovenhaalt, zit er een veel grotere sérieux in. De zwart-wit film uit 1967 begint met bloedmooie beelden van de noodlottige professor Tabani die een elixir uitvindt en tot zich neemt, om daarna te transformeren in Dracula en even later bezoek te krijgen van de nietsvermoedende Dr. Aqil. Het is gemakkelijk lachen met de soms nogal dramatische mise-en-scène, maar het is een uitdaging om de tijdsgeest en de culturele cross-over in de formule te zetten en uiteindelijk de schoonheid van de film te zien. Al blijft een schaterlach moeilijk te onderdrukken wanneer Dracula?s scènes afgewisseld worden met fragmenten waarin een groep vrouwen contextloos een Bollywoodnummer brengt. De avond sluit echter af in een gepaste context: met een eigen Lolly & Bolly Party met Pakistaanse en Indische 70?s funk en disco. En dan mag de Pakistaanse vampier in ons eindelijk ontwaken.

 

Bert Lesaffer

 
Icelandic Film Week @ Filmmuseum (bis)

Het is deze lente al IJsland dat de klok staat in het Brusselse BOZAR. De kunsttempel brengt met het Iceland on the edge-festival een ode aan de kunstscène in het überhippe Reykjavík. Van half februari tot half juni zijn talloze muzikanten, visuele artiesten, performers, literatoren en regisseurs te gast. Zij die IJsland nog niet kenden, zouden na enkele maandjes BOZAR het land eigen moeten gemaakt hebben. Een van de belangrijkste onderdelen van de selectie is de Icelandic Film Week. Gedurende een week krijgen de bezoekers van het Brusselse Filmmuseum (bis) een voorproefje van de hedendaagse IJslandse cinema. Hier een kleine geschiedenis van de moderne filmgeschiedenis van het Hoogste Noorden. Het nieuwe IJsland Net iets voor de laatste eeuwwisseling maakte IJsland een boom mee. Die was te wijten aan een algemene trend die het noordelijke eiland hip maakte. The Sugarcubes werden eind jaren 1980 wereldberoemd en frontvrouw Björk verkocht begin jaren 1990 miljoenen platen. Toerisme werd een van de belangrijkste bronnen van inkomsten in IJsland en zowat heel de wereld trok er heen. De bevolkingsexplosie op het eiland sinds de tweede Wereldoorlog en de exponentieel groeiende economie zorgden ervoor dat de rijk geworden IJslanders de wereld introkken om kennis te maken met wat er nog zoal op de aardbol te vinden is. IJsland werd zo op zeer korte tijd ook een kosmopolitisch oord. Ondanks de geografische beperktheid van het land slaagden de artiesten erin een heel eigen universum te creëren dat binnen- en buitenlander fascineert. Het filmische samengaan tussen wereld en heimat kan je deze week bekijken in het Filmmuseum (bis). Nieuwe IJslandse cinema De grootste commerciële omwenteling in de IJslandse filmwereld kwam er eind jaren 1990. In 2000 hadden zowel de gitzwarte komedie 101 Reykjavík als het deprimerende Englar alheimsins (Angels of the Universe) wereldwijd succes op festivals én in de zalen. Ook de Groenlandse co-productie Ikíngut scoorde behoorlijk aan de kassa. Plots werd IJslandse cultuur iets meer dan enkel geniale, wereldvreemde muziek. Er ontstond een hele hype en de outpot van nieuwe films was enorm. Relatief gesproken dan toch. Per jaar maken de IJslanders gemiddeld zo?n 4 films. Geëxtrapoleerd naar België zou dat zo?n 130 releases per jaar betekenen. Wat niet uit het oog te verliezen valt, is dat de regisseurs die toen de plak zwaaiden nog steeds de belangrijkste zijn. Zowel qua kwaliteit en qua output. Ronkende namen als Baltasar Kormákur (101 Reykjavík, Hafið, A little trip to heaven en recent nog Mýrin) en Dagur Kári Pétursson (Nói Albínói en Dark Horse) zijn nog steeds de belangwekkendste regisseurs. Maar denk daardoor vooral niet dat de rest van de IJslandse filmmakers stilstaan. Of dat de oude garde niet meer van zich laat horen. Filmgoeroe Friðrik Þór Friðriksson maakt nog steeds gemiddeld om de twee jaar een film. Na zijn uiterst succesvolle Englar alheimsins maakte hij nog ophef met Fálkan en Niceland. De BOZAR-selectie Het programma van de Icelandic Film Week leest als een Verzameld Werk van wat er de laatste vijf jaar van bekijkenswaardigs geproduceerd is. Even het programma van naderbij bekijken. Maandag 26 mei: Dagur Kári Pétursson 18u15: Nói Albínói 20u15: Dark Horse Dagur Kári presenteert in zijn slome, geflipte wereld verliefde zotten. Ze leven in een andere wereld, waar de natuur het haalt op de mens. In Nói is het een allesverwoestende lawine die gestalte geeft aan de allesomvattende IJslandse natuur en in Dark Horse haalt de oerdrang van de mens het op het gezond verstand. Zijn films gaan steevast begeleid van een wondermooie soundtrack van de groep Slowblow, waarvan de regisseur ook onmiddellijk de frontman is. De films van Dagur Kári zijn uiterst bevreemdend en de mokerslagen die hij uitdeelt zullen elke kijker met verstomming slaan. Verplicht voer. Woensdag 28 mei: Olaf de Fleur Johannesson 18u15: Act Normal 20u15: The amazing Truth of Queen Raquela Olaf de Fleur is IJslands vertegenwoordiger in de New Queer Cinema. Stevig holebiseksueel getinte onderwerpen, flamboyante fotografie en verhaallijnen die met het woord ?extravaganza? slechts slapjes beschreven worden. Zijn Queen Raquela werd in Berlijn nog geprezen met een Teddy, een prijs speciaal uitgereikt voor films met een expliciet homoseksuele inhoud. Donderdag 29 mei: Friðrik Þór Friðriksson 18u15: Children of Nature 20u30: Cold Fever Donderdag komt Friðrik Þór Friðriksson in eigen persoon naar Brussel om zijn klassieker Cold Fever voor te stellen. De man, leider van het IJslandse Filminstituut, is in zijn eentje verantwoordelijk voor het leeuwendeel van ?s lands filmproductie. Het Filmmuseum (bis) toont zijn Oscargenomineerde Children of Nature, dat zogenaamd gebaseerd zou zijn op een meesterwerk van Nobelprijswinnaar Halldór Laxness, dat het verhaal vertelt van een bejaard koppel op de vlucht. Cold Fever is een bezwerende road movie die Japanse tradities en de IJslandse hedendaagse cultuur verenigt. Zaterdag 31 mei: Ragnar Bragason 18u15: Children 20u30: Parents Op de laatste dag van de filmweek besluit met misschien wel de meest clichématige IJslandse films. Zwart zowel qua inhoud als qua fotografie. De zwart-wit-films van Bragason zijn een ultieme verdraaiing van de suburban cinema die ons al jaren uit Amerika tegemoet komt. Laat al die zwartgalligheid je gemoed vooral niet temperen. De (hedendaagse) IJslandse cinema is er een om te koesteren. Maak deze week alvast kennis met een van de meest bijzondere en intrigerende cinema?s van Noord-Europa. Je zal als een ander mens thuiskomen.

 

Beau Janssens

 
Hammer Horror in de Beursschouwburg

Hammer Horror In de Brusselse Beursschouwburg kan u de hele maand juni gratis gaan genieten van enkele klassiekers uit de Hammer Studio. Het jaarlijkse filmprogramma Chez Toit vindt plaats in openlucht, op het dakterras van de Beursschouwburg en is ondertussen reeds aan zijn derde editie toe. Tijdens vorige edities kon u genieten van Japanse animatie en van een reeks kungfu en samuraifilms. De Britse Hammer Studio specialiseerde zich tussen de jaren vijftig en zeventig in goedkope remakes van oude horrorklassiekers zoals Frankenstein, The Mummy en Dracula. De films vielen op door hun Technicolor kleuren, kitscherige 19e-eeuwse settings, theatrale performances en erotische subtekst. Dankzij het succes van de Hammerfilms slaagde Engeland er voor het eerst in te concurreren met de Amerikaanse horrorfilms en werden de Britse films zelfs in Amerika gedistribueerd door grote maatschappijen als Warner Bros. De studio De Hammer studio is dan wel vooral bekend geworden door de succesvolle horrorfilms uit de jaren vijftig en zestig, maar produceerde door de jaren heen ook tv-series, komedies en misdaadfilms. De geschiedenis van de Hammer Studio gaat terug tot 1934 toen hij werd opgericht door William Hind. Kort daarna sloeg deze de handen in elkaar met Enrique Carreras om een distributiemaatschappij op te richten, Exclusive Films die enkele van de Hammer films verdeelde. De studio werd echter bankroet verklaard in 1937 maar werd later terug leven ingeblazen door de zonen van beide oprichters, Anthony Hind en James Carreras. Reeds bij die vroege producties in de jaren veertig en vijftig lag de nadruk op een zo laag mogelijk budget. Daarom roteerden in Hammer ook vaak dezelfde acteurs en regisseurs. Al snel realiseerden de managers zich dat ze ook veel geld zouden uitsparen door de opnames niet in professionele studio?s maar in residentiële landhuizen te doen. In 1951 trokken ze hun intrek in wat een van de beroemdste huizen zou worden van de Hammer horror series: Down Place, aan de oevers van de Thames. Omdat het huis in zo?n vervallen staat was, mochten ze het afbreken en herinrichten naar believen en het groeide uit tot een waar studiocomplex, de Bray Studios. Het begin van de Hammer Horror Boom: The Quatermass Experiment en Curse of Frankenstein Het succesverhaal van de Hammer horror begon met de verfilming van een fantasy reeks die op de BBC liep, The Quatermass Experiment, die het verhaal vertelt van een groep ruimtereizigers onder leiding van Professor Bernard Quatermass die terugkeert naar aarde met een paar ruimtevaarders minder en een gevaarlijke alien aan boord. De adaptatie van 1955 werd geregisseerd door Val Guest en werd een onverwacht publiekssucces. Dit bracht de producers op het idee nog meer fantasy te gaan verfilmen. In 1957 volgde niet alleen een Quatermass 2, maar ook een eerste Frankenstein adaptatie, Curse of Frankenstein van Terence Fisher, die nu als een van de grootse Britse horrorregisseurs wordt aanzien. Fisher verlegde de focus van het monster naar de excentrieke creator. De erotische subtekst van de gothische verhalen waarop de films gebaseerd waren werd niet langer geschuwd en wordt weleens gezien als reactie op de seksueel repressieve Britse moraal. De critici bestempelden de Hammerfilms als vulgaire exploitatie maar de display van bloed en horror en vele al dan niet impliciete seksuele referenties in nooit geziene Technicolor kleuren maakte dat Curse of Frankenstein een van de succesvolste horrorfilms uit die tijd werd. Het duurde dan ook niet lang voor diezelfde Terence Fisher zich aan een Dracula verfilming waagde. Ook hier is er sprake van een erotische ondertoon: Dracula verleidt zijn slachtoffers door een puur dierlijk verlangen in hen op te wekken. Daarna maakte Fisher nog Hammer-klassiekers als The Mummy (1959) en The Curse of the Werewolf (1961) met Oliver Reed. Fishers expressionistisch-gothische stijl en seksueel impliciete ondertoon drukte zijn stempel op de Hammer producties. Samen met de performances van eeuwige tegenspelers Peter Cushing en Christopher Lee (Charlie and the Chocolate Factory, Sleepy -Burton?s kleine hommage aan de hammer-horror- Hollow) wiens carrières in de Hammer Studios werden gelanceerd. Het succes van de Frankenstein- en Dracula-adaptaties leidde tot een resem vervolgfilms. Daarnaast werden er ook wel eens andere thema?s aangekaart, zoals de verfilming van Hound of the Baskervilles (Terence Fisher, 1959), The Reptile of Plague of the Zombies (beide John Gilling, 1966). Verder waren er enkele door het succes van Psycho geïnspireerde psychologische horrorfilms als Maniac (Michael Carreras, 1962) en Paranoiac (Freddie Francis, 1962). En nu? In de jaren zeventig maakte de horrorfilm een ware ommekeer mee met extreem gore films als The Exorcist, Texas Chainsaw Massacre, Romero?s zombietrilogie. Ze gaven een heel nieuwe definitie aan het monsterlijke, dat nu plaatsvindt in en voortkomt uit de hedendaagse maatschappij. Hammer kon tegen het succes van deze nieuwe Amerikaanse horrorfilms niet meer opboksen en koos er voor om eerder zijn erotische appeal verder te gaan uitwerken. In deze periode werden onder meer de lesbische vampierenfilms uit de zogenaamde Karnstein Trilogy gemaakt. Maar het succes was vanaf dan aan een onherroepelijke neergang bezig. In de jaren tachtig werden er nog vooral filmversies van tv-series gemaakt maar uiteindelijk viel alles stil. In 2000 werd de studio en de rechten op zijn oude films opgekocht door een privé consortium, met daarin als mede-investeerder onder andere Charles Saatchi (Saatchi & Saatchi) en Larry Chrisfield (voorzitter van de Britse censuurcommissie) met de bedoeling van er een meer mainstream horror productiehuis van te maken en om onder andere remakes te maken van de oude klassiekers zoals Quatermass. Uiteindelijk bleef het bij vage plannen en teerde Hammer vooral op de rechten van hun catalogus. Niet zo lang geleden (mei 2007) kwam er het nieuws dat de bekende Nederlandse producer van reality shows John De Mol de Hammerstudio opkocht en van plan is terug horror films te gaan maken. Een aangekondigde productie is Sea of Dust, die zich opstelt als een hommage aan de ?50s horror, met Tom Savini (horroracteur en vooral make-up artist van o.a. Romero?s zombietrilogie) en jaren zestig Hammer-ster Ingrid Pitt (The Vampire Lovers, Countess Dracula) in de hoofdrollen. Links: Programma Chez Toit Officiële site Wikipedia Screen Online Hammer Horror Crypt

 

Ils Huygens

 
Oscars 2008

De tachtigste Oscaruitreiking moet zowat de meest zoutloze en ongeïnspireerde editie in vele, vele jaren geweest zijn. Een opvallend gebrek aan grappen, gecombineerd met speeches in de meest vette en onverstaanbare accenten, maakten van deze voorstelling een triestige boel. Onder de winnaars zaten gelukkig wel enkele verrassingen, maar toch was ook daar voorspelbaarheid troef, met No Country for Old Men als (redelijk) grote winnaar. Een verslagje van moetens. Gastheer Jon Stewart bleek niet bepaald in goede doen. Na een vrij aangename verwelkoming, kwam hij niet één keer meer spits of gevat uit de hoek. Mogelijke aanzetten werden gesmoord in gênant publiekelijke odes (Cate Blanchett... wow! What an actress!). De show zelf kende een wel zeer klassieke opbouw, waarin zelfs geen variatietje op de traditionele structuur zat. Even zag het er naar uit dat er een poging was gedaan met wat gekheid uit de hoek te komen: een compilatie van scènes met verrekijkers of uit nachtmerries ontwakende mensen uit Oscarwinnende films moest de sleur doorbreken. Helaas bleken deze onderbrekingen beschamend slecht. De muzikale intermezzo's waren traditiegetrouw van het melige soort. De drie genomineerde liedjes uit de familiefilm Enchanted bleken, hoewel één ervan gebracht door de aanbiddelijke Amy Adams, overdadig besuikerd. Het gospelgedoe uit de tearjekker August Rush ging onopgemerkt voorbij. Enkel Falling Slowly, een sereen en eenvoudig liefdesliedje uit de spotgoedkope, bescheiden Ierse romantische prent Once wist aan te slaan. Het musicerende duo, eveneens de hoofdrolspelers uit de film, werd prompt met een Oscar beloond. Helaas moest dat moment ook verknoeid worden. Na het dankwoordje van zanger en componist Glen Hansard kreeg zijn artistieke wederhelft Markéta Irglova geen kans meer, de mond gesnoerd door het opdringerige Oscarorkest. Na het reclameblok werd ze doodleuk weer het podium opgevoerd om alsnog een dankwoord te stamelen. Liever waardig afgaan dan toch enigszins betuttelend een tweede kans te krijgen, maar de Amerikaanse pers noemde Jon Stewarts reddingspoging 'classy'. Evenmin klasse uitstralend waren de presenters. Eens te meer valt op dat maar weinig acteurs er echt in slagen enigszins spontaan over te komen bij het aframmelen van een slaapverwekkende aankondiging. Cameron Diaz versprak zich klunzig, Owen Wilson leek er echt geen zin in te hebben en verder mochten een hele reeks nobodies als Jessica Alba, The Rock, Jonah Hill, Seth Rogen en de ons volstrekt onbekende tienerster Miley Cyrus opdraven om een beeldje uit te reiken. Het enige plezier dat ons nog gegund was, het sterrenkijken, verloor zo heel wat van zijn waarde. En de prijzen zelf dan? De kleintjes werden netjes verdeeld onder Elizabeth: the Golden Age (Kostuums), Sweeney Todd (art direction), The Bourne Ultimatum (Geluidsmontage, Geluid en Montage), The Golden Compass (Visuele Effecten), Ratatouille (Animatiefilm) en Atonement (Muziek) en La Môme(Make-up). Beste Buitenlandse Film werd Die Fälscher, in een categorie die uit weinig serieuze genomineerden bestond. Opvallend was het grote aantal vette accenten die de dankwoordjes kruidden, doordat zoveel winnaars niet Engelstalig waren. Fijn dat de Oscars steeds internationaler blijven worden, een trend die al geruime tijd bezig is. Bij momenten werkte dat gebrekkige Engels echter behoorlijk irritant. Ook bij de acteurs won geen enkele Amerikaan. Daniel Day-Lewis werd, zoals verwacht en ook geheel terecht, de beste Acteur voor There Will Be Blood. Helen Mirren sloeg hem met zijn Oscar schertsend tot ridder. Leve de Britse ironie. Tweede Britse winnaar werd nogal onverwacht Tilda Swinton voor Michael Clayton. Deze fijne actrice uit o.a. The Deep End, Young Adam en The Chronicles of Narnia bedankte uitvoerig haar agent, en dat is aannemelijk. Swinton heeft noch de allure noch de naambekendheid van landgenoten als pakweg Kristin Scott Thomas, Helena Bonham Carter of Emma Thompson, maar slaagt er toch in heel wat stevige rollen in grote producties te pakken te krijgen. Ze versloeg verrassend genoeg gedoodverfde winnares Cate Blanchett. Beste Acteur in een bijrol werd Javier Bardem, de allereerste Spaanse acteur die een Oscar krijgt. Voor zijn rol als de geschifte moordenaar in No Country for Old Men won hij al zoveel filmprijzen dat ook deze hem niet kon ontgaan en daar kunnen wij beslist mee leven. Grootste verrassing was wellicht de Oscar voor Marion Cottilard, die Edith Piaf speelde in La Môme (La Vie en Rose) en aldus pas de derde actrice is die een Oscar wint voor een rol in een andere taal (na Roberto Benigni en Sophia Loren) en na Simone Signoret (die in 1960 won) pas de tweede Franse actrice die deze prijs in de wacht sleepte. Biografieën helpen wel vaker om een Oscar te winnen, maar dat ook een Franse productie daarin zou slagen, was niet echt voorzien. Juno, het kleinood dat de voorbije maanden ook al massa's filmprijzen in de wacht wist te slepen, werd met één Oscar naar huis gestuurd: een flink ontroerde Diablo Cody ging met de Oscar voor Beste Origineel Scenario naar huis. Paul Thomas Anderson, wiens There Will Be Blood voor acht Oscars genomineerd was, won er uiteindelijk slechts twee: naast Beste Acteur kreeg het drama ook de Oscar voor Beste Fotografie. De concurrentie van No Country for Old Men was gewoon te sterk. De moraliteitsfabel van de Coens won Oscars voor Beste Film, Beste Regie, Beste geadapteerde scenario en Beste acteur in een bijrol. De regisserende broers versterkten hun imago van rare kwieten door hun dankwoord ultrakort te houden. Fijne kerels. De Vlaamse kortfilm Tanghi Argentini greep helaas naast een Oscar. Het Franse Le Mozart des pickpockets snoepte die van hen af. Beste documentaire werd Taxi to the Dark Side, een aanklacht tegen de Amerikaanse foltertechnieken in de strijd tegen terrorisme. We mogen natuurlijk opgelucht zijn dat The Academy deze tachtigste uitreiking niet aangreep om zoals in het verleden tal van voormalige en vaak vergeten winnaars op te laten draven, maar zich beperkte tot wat compilatietjes van vroegere winnaars. Niettemin moet dit zoals reeds gezegd een van de meest banale edities ooit geweest zijn. Dat de prijzen in de meeste gevallen naar verdiende winnaars gingen, maakt veel goed, maar stilaan durven we echt wel gaan overwegen de show maar over te slaan om de volgende ochtend fris en uitgeslapen op het net te lezen wie er won. Zeggen we nu, maar wedden dat we volgend jaar weer in het holst van de nacht aan het sterrenkijken zijn? Lees ook: Oscars 2008: de nominaties.

 

Sven De Schutter

 
Interview met Patrice Toye

Patrice Toye deelt goedlachs haar vreugde mee over de positieve recensies in de filmpers over haar nieuwste film (N)iemand. Toch is de 41-jarige cineaste en Sint-Lukasdocente zich ervan bewust dat de prent slechts een nichepubliek gaat bereiken. Wanneer we tegenover haar plaatsnemen in de Brusselse brasserie L'Ane d'Or, zit ze onrustig te telefoneren. Ze verontschuldigt zich en neemt nog een nip van haar wijnglas, een glas dat ze naar eigen zeggen verdiend heeft na een hectische voormiddag vol interviews.

 

Sven De Hondt

 
Terrasfilms 2008

Never change a winning team. Voor de 26e keer kunt u zich tijdens een pufhete junimaand in het Leuvense STUK, een pint in de ene hand, uw lief in de andere, onderdompelen in de magie die goeie cinema op de keper beschouwd altijd al was en altijd zal zijn. Net zoals andere jaren serveert de ploeg van Cinema ZED je dus een uitgekiende mix van humor, fantasy, drama, horror, lang en kort en oud en nieuw. Wat dienen wij hier nog aan toe te voegen? Dat de films geheel in open lucht en bij regenweer in het STUKcafé worden vertoond? Dat er een lekker ouderwetse pauze voorzien is? Dat de terrasfilms altijd baden in dat je ne sais quoi-sfeertje dat je misschien enkel kan vergelijken met het publiek van het BIFFF? Verander nooit een slotzin van één uit de duizend dus besluiten wij zoals elk jaar dat de terrasfilms pas beginnen wanneer de zilveren nacht op zijden voeten komt aansluipen -zo omstreeks 22u30- en dat het hele festival even gratis is als de kus van uw lief op een maanomgeven nacht. Allen daarheen! El laberinto del fauno ** (Guillermo del Toro/ Mexico- Spanje- USA/ 2006/ 1u52/ Met Ariadne Gil, Ivana Bacquero, Sergi Lopez, Maribel Verdu e.a./ Ned. ond.) Wo 4 juni Wanneer het jonge meisje Ophelia samen met haar zwangere moeder richting Spanje trekt, vormt dit de start van een avontuur met hoofdletters. Terwijl het regime onder Franco nog nazindert en enkele rebellen de omliggende wouden bezetten, regeert Ophelia?s stiefvader, een fascistische officier, met ijzeren hand over het Baskenland. Ophelia slaat op de vlucht en sluit vrede met een sater (een halfgod met hoorns en bokkenpoten) en wordt belast met een zware opdracht. El Laberinto del Fauno is een rijk gevulde schatkist vol verrassingen en eigenwijze vondsten, een hommage aan de monsters onder het bed. De mise-en-scène is magistraal (sommige shots zou je zo ingekaderd aan de muur hangen) en de soundtrack weet perfect de juiste sfeer te vatten. Word terug kind en laat de verwondering zijn werk doen. (sdh) Lees hierde volledige recensie. Sunrise **** (F.W. Murnau / USA / 1927 / 1u 31min / Met: George O?Brien, Janet Gaynor en Margaret Livingston / Engelse tussentitels/ LIVE BEGELEID OP PIANO) Vrij 6 juni [perstekst]: Een mooi stadsmeisje gaat even uitblazen op het platteland en maakt een eenvoudige jonge boer het hoofd op hol. Probleempje: hij is al getrouwd en het meisje van de stad spoort hem aan zijn vrouw te verdrinken. Tijdens de boottocht, waarop hij het plan wil uitvoeren, krijgt hij berouw. Voordat hij zijn spijt kan betuigen, is zijn vrouw echter al gevlucht. Deze duurste stille film die Fox ooit maakte, is één langgerekt zinderend lied dat zich met weerhaken in je hoofd nestelt. Met de ongelooflijke art design, de prachtige trompe l?oeil-effecten en schitterende decors van Rochus Gliese wordt met alle mogelijke instrumenten die dit genre in zich heeft een ontroerende verhaal verteld. De afgelopen jaren stond de film weer even in belangstelling toen groepen als Zita Swoon en Lambchop een eigentijdse soundtrack maakten voor de film. Op Terrasfilms wordt de film live voorzien van een soundtrack door pianist Jacques Motmans. Must-see cinema! Everything is illuminated (Liev Schreiber / Verenigde Staten / 2005 / 2u / Met: Elijah Wood, Eugene Hutz e.a. / Ned. ond.) Ma 9 juni [perstekst]: De jonge Amerikaanse Jood Jonathan Safran Foer reist naar het platteland van Europa. Slechts gewapend met een vergeelde foto gaat hij op zoek naar Augustine, de vrouw die zijn grootvader uit de handen van de Nazi?s heeft gered, zo is hem verteld. Vergezeld door de jonge Oekraïense tolk Alex, die behept is met een komisch spraakverwarrend accent, maakt Jonathan een Don Quichot-achtige zoektocht door een verwoest landschap, terug naar een onverwacht verleden. Everything is Illuminated is het regiedebuut van Liev Schreiber, die zelf als acteur furore maakte in films als The Sum of All Fears en The Manchurian Candidate. Deze dromerige film, een adaptatie van de gelijknamige roman van Jonathan Safran Foer, heeft niet alleen Elijah Wood in de hoofdrol, de prent won ook, naast 6 andere bekroningen, de International Jury Award op het Filmfestival van São Paolo. Tekkonkinkreet **** (Michael Arias / Japan / 2006 / 1u 40min / Ned. ond.) Wo 11 juni In Treasure Town tiert de misdaad welig, ook de kleine Kuro (Japans voor zwart) en Shiro (wit) terroriseren de buurtbewoners als de bende van Cats. Kuro, de oudste, is meteen ook de meest gewelddadige en impulsieve terwijl Shiro dan weer heel naïef en onschuldig overkomt. Als ze dan toch uit mekaar worden gehaald blijft hun band onbreekbaar. De personages mogen dan wel niet echt levensecht getekend zijn, ze zijn zeer mooi naar voren gebracht, elk met zijn eigen specifieke kenmerken. Tel daar nog een zeer secuur en realistisch gestileerde getekende omgeving bij, enkele overzichtsbeelden en vogelperspectieven die simpelweg adembenemend zijn, het feit dat de hele film in fraaie en felle maar ietsje verweerde kleuren baadt en je komt uit bij een film die een onvervalst spektakel maakt van beeld, klank, verbeelding en achterliggende gedachten. Kortom: niet te missen! (jvc) Lees hier de volledige recensie. Reprise ** (Joachim Trier / Noorwegen / 2006 / 1u 45min / Met: Viktoria Winge, Espen Klouman-Høiner, Anders Danielsen Lie, Sigmund Saeverud, e.a. / Ned. ond.) Vrij 13 juni Reprise lijkt het verhaal te vertellen van twee vrienden, Philip (Danielsen) en Erik (Klouman), die beiden een schrijverscarrière ambiëren. Philip kan onmiddellijk publiceren en wordt een gevierd auteur, Erik daarentegen krijgt een njet. Wanneer Philip passioneel verliefd wordt op Kari, gaat het fout. Hij raakt geobsedeerd en verliest zichzelf in een psychose. Het ietwat clichématige thema van vriendschap boven alles verveelt aanvankelijk en lijkt geen enkele andere film over mannelijke onderonsjes te kunnen overstijgen. Echter: door een zeer inventieve montage die de kijker confronteert met een wirwar aan tijdsvlakken en herinneringen, de uiterst prominente rol van muziek in de film (alle personages zijn aan elkaar gelinkt door de gewezen punkgroep Kommune), een knappe onderhuidse thematiek (twintigers die elkaar gedurende de loop van hun nog jonge leven kwijtraken) en de ?quasi exclusief Scandinavische? combinatie van depressie, melancholie en zwartgalligheid krijgt deze prent net dat beetje extra. (bj) Lees hier de volledige recensie. Raiders of the lost ark **** (Steven Spielberg / USA / 1981 / 1u 55min / Met: Harrison Ford, Karen Allen, e.a. / Ned. ond.) Ma 16 juni Amerika, 1936. Dokter Henry ?Indiana? Jones, archeoloog en expert in occulte zaken, is nog maar net terug van Zuid-Afrika of hij wordt door de geheime dienst aangesproken om de Ark des Verbonds, waarin Mozes de Tien Geboden bewaarde, terug te vinden voor de Nazi?s dat doen. Een oude legende zegt immers dat wie de Ark in handen heeft, onoverwinnelijk zal zijn. Jones pakt meteen zijn spullen en trekt naar Egypte, waar de Nazi?s druk bezig zijn met opgravingen... Als de nieuwe Indiana Jones ook maar een beetje de opwinding, het kijkplezier, de humor, het kijk-jongens-we-zijn-terug-tien-jaar-gevoel van dit onovertrefbare eerste deel had, dan spraken we ook bij deze fijne site nu al van de film van het jaar. Helaas, driewerf helaas. Gelukkig biedt Cinema ZED u met deze eerste Indyfilm toch een beetje een troostprijs én het trefzekere bewijs dat onversneden jeugdnostalgie soms regelrechte kwaliteit kan genereren. (fh) The best of IKL 2007 * tot **** (Verschillende regisseurs / België / 2007 / 1u 40min / Ned. gesproken/ Ned. of Engels ond.) Wo 18 juni [perstekst]: De Vlaamse film doet het goed de laatste jaren! Nooit eerder haalden Vlaamse films zo veel publiek naar de zalen als in 2007. Maar de grote Vlaamse regisseurs zijn allemaal klein begonnen: Christophe Van Rompaey, Pieter Van Hees, Koen Mortier of Felix Van Groeningen. Ze passeerden allemaal eerst langs het Internationaal Kortfilmfestival Leuven, ?s lands grootste filmtalentenjacht. Ook in 2007 stonden er weer heel wat pareltjes op het IKL-programma. Op Terrasfilms kunt u terecht voor een selectie van de beste Vlaamse kortfilms van afgelopen jaar: Mompelaar (winnaar van de Juryprijs op het Filmfestival van Clermont-Ferrand, geselecteerd voor het Filmfestival van Berlijn), Ou Quoi (winnaar van de Debuutprijs) en Tanguy?s Unifying Story Of Life (Prijs van het Publiek op het IKL én winnaar van een VAF Wildcard), A Day in a Life (recent bekroond op het Festival du Court-Métrage in Brussel) en Père Total (winnaar van de Humo Award 2007 voor Beste Kortfilm). Lees recensies van deze kortfilms op onze zustersit www.kortfilm.be Extras: Series Finale (Ricky Gervais & Stephen Merchant / UK / 2007 / 1u 24min / Met: Ricky Gervais, Stephen Merchant, Ashley Jensen, Clive Owen, David Tennant, George Michael, e.a. / Engels ond.) Vrij 20 juni [perstekst]: Net als Ricky Gervais? geniale sitcom The Office, sluit ook het al even sterke Extras na twee reeksen af met een lange ?finale? aflevering, het definitieve slot. In Extras speelt Gervais de rol van Andy Milman, een slome veertiger die na jarenlange vernedering als figurant eindelijk zijn grote doorbraak kent wanneer hij de hoofdrol krijgt in zijn zelfgeschreven sitcom When the wistle blows. De serie wordt een fenomenaal succes en maakt van Andy een ster. Maar hij blijft zijn miserabele, malcontente zelf en al gauw ergert hij zich aan de opdringerige fans, het gebrek aan sérieux en de vergankelijkheid van succes. Dit allemaal tot grote ergernis van zijn boezemvriendin Maggie, die na een aanvaring met Clive Owen zelfs als figurante niet meer aan de bak geraakt. Het creatieve duo Stephen Merchant ? Ricky Gervais zorgde al eerder voor onvergetelijk gênante humor met The Office. In Extras drijft Gervais niet alleen de spot met zichzelf, maar verdringt het kruim van bekende en gelauwerde acteurs en actrices zich voor de camera om hetzelfde te doen. Gervais werd voor zijn rol in Extras bekroond met een een BAFTA TV Award voor ?Best Comedy Performance? en een Emmy Award voor ?Outstanding Lead Actor in a Comedy Series?. Linkeroever *** (Pieter Van Hees / België / 2008 / 1u 42min / Met: Matthias Schoenaerts, Eline Kuppens, Sien Eggers, Marilou Mermans, Frank Vercruyssen e.a. / Ned. gesproken, Engels ond.) Ma 23 juni Een jonge vrouw trekt een appartement in en ontdekt allerlei vreemde dingen over de vorige huurster (die uiteraard vermist is). De heldin wordt echter als paranoïde bestempeld door haar omgeving en moet het mysterie op haar eentje oplossen. Linkeroever reduceren tot clichés als de recente heropflakkering van de Nederhorror of de al jaren aanslepende boom in Aziatische horrorfilm is de film onrecht aandoen. Daar waar de Amerikaanse remakes van de Aziatische genrefilms vaak van bedenkelijke kwaliteit zijn, probeert Pieter Van Hees iets creatiefs te doen binnen de beperking van het verhaal. Hij steekt in Linkeroever een heerlijk traag ritme dat een eigenaardig kalmerend effect oplevert. Op geen enkel moment voelt Van Hees de nood om zijn verhaal (en het publiek) op te jagen. En net hierin steekt de originaliteit en de inspiratie die vele regisseurs vaak missen. Van Hees laat zich niet intimideren door de verhaalopbouw van andere films en gaat zijn eigen gang. Meer van dit, we willen meer van dit. (bl) Lees hier de volledige recensie. Death of a president (Gabriel Range / UK / 2006 / 1u 33min / Met: Hend Ayoub, Brian Boland, e.a. / Nederlands ondertiteld) Wo 25 juni [perstekst]: Op 19 oktober 2007 wordt de invloedrijke en machtige Amerikaanse president George W. Bush neergeschoten nadat hij het Sheraton Hotel in Chicago heeft verlaten. Jamal Abu Zikri, een man van Syrische afkomst, wordt gezien als de belangrijkste verdachte van de moord op een van de grootste gezaghebbers ter wereld. In de film blikken betrokkenen terug op de moord. Bush? speechschrijver roemt de president als mens, een FBI-agent worstelt met het falen van de geheime dienst, activisten vergelijken Bush met Hitler en de televisie vertoont het vertrouwde rampenbeeld: veel breaking news en een stortvloed aan commentaren. Deze fictieve documentaire maakt gebruik van archiefmateriaal, acteurs en computereffecten om de moord op de 43e Amerikaanse president te ensceneren. De film zorgde voor veel commotie in de Verenigde Staten: 'Verachtelijk', oordeelde Hillary Clinton. 'Afschuwelijk voor de vrouw, de kinderen en de ouders van Bush', vond acteur Kevin Costner. Televisiezenders zoals CNN weigerden spotjes voor de film uit te zenden en een paar grote bioscoopketens weigerden Death of a President te vertonen. Death of a President won onder meer de RTBF Prijs voor Beste Film op het Europees Filmfestival van Brussel.

 

Filip Hermans

Pagina's

Subscribe to Kortfilm.be & Kutfilm.be RSS