Interview met Jan Verheyen

Een Wansmakelijk interview: K.U.T Site sprak met Jan Verheyen naar aanleiding van de Nacht van de Wansmaak Op 27 februari gaat de nieuwste editie van de Nacht van de Wansmaak in België van start. K.U.T-Site, altijd in voor een portie leedvermaak, besloot dat het de hoogste tijd was om ?het brein? achter de wansmaak op te zoeken. Een interview met cultkenner Jan Verheyen. Meneer Verheyen, waarom begint u aan een Nacht van de Wansmaak, persoonlijke interesse? Ja tuurlijk.. Het zaad voor de Nacht...

 

Frank Moens

 
Interview met Bram Van Paesschen

Op K.U.T kon u al lezen dat het eindwerk 'Rookgordijn boven Brussel', op Het Grote Ongeduld een speciale vermelding waard vanwege Canvas, een aanrader is. Onderwerp van de 'mockumentary' is 22 mei 1967: de legendarische brand van het Brusselse warenhuis INNO. Deze kostte het leven aan meer dan 300 mensen. Daarmee is ze de meest dodelijke warenhuisbrand uit de geschiedenis van Europa. De film legt aan de hand van ooggetuigen, deskundigen en 'nooit eerder vertoonde archiefbeelden' nieuwe pistes bloot...

 

Jan Sulmont

 
Oscars 2001: vooruitblik

Naar jaarlijkse gewoonte blijkt een groot deel van de belangrijkste Oscarnominaties te bestaan uit niet echt bekende films. Althans voor de doorsnee Belg die niet meteen elke drie maanden tussen Amerika en België kan pendelen. We doen ons best om toch een keer de dingen op een rijtje te zetten. De oscar voor de beste film is zonder twijfel degene die het meeste aandacht mag krijgen. Opvallend is hier de nominatie van The Sixth Sense. Bij de K.U.T-redactieleden gaat niet iedereen akkoord met deze nominatie. Ondergetekende gaat eerder niet akkoord met de nominatie van The Green Mile. Deze film komt overigens pas op één maart in roulatie in Belgie. Over de andere genomineerden bestaat geen twijfel. Onze correspondent in Amerika wist ons te vertellen dat vooral The Cider House Rules en American Beauty de grote kanshebbers zijn. Beste regisseur dan. En ook hier weer twee verrassingen. Het leek ons onwaarschijnlijk dat Being John Malkovich op de nominatielijst voor zou komen. Niet omdat dit een slechte film is, wel omdat hij voor het Amerikaanse publiek heel ontoegankelijk is. De film was dan ook niet lang te zien in de bioscopen. The Sixth Sense zorgt wederom voor verbazing. Dat geldt trouwens voor zowat elke categorie waarin de film een nominatie kreeg. Over de nominaties van beste acteur valt niet veel te zeggen. Gelukkig is er eindelijk een keer een David Lynch (The Straight Story) bij de genomineerden. Jammer genoeg niet in de categorie waar wij hem willen zien. Grote kanshebber volgens onze plaatselijke autoriteit: Denzel Washington, hoewel The Hurricane pas een maand geleden zijn release kende. De beste mannelijke bijrol mag van ons naar Michael Caine gaan. Tom Cruise en het woord Oscar in dezelfde zin, het bekt gewoon niet lekker neem ik aan. Beste actrice dan. Slechts 1 film kent het Belgische publiek dus veel valt hier niet over te zeggen. Laten we enkel hopen dat Meryl Streep niet met de eer gaat lopen. De vrouwelijke bijrol maakt ons ook al niet veel wijzer want 3 van de 5 genomineerden zijn nobele onbekenden. Als je het zo bekijkt kunnen we er eigenlijk maar beter mee ophouden, want we hebben eigenlijk geen flauw benul van wat voor film er op de lijst van genomineerden staat. Nog eentje om het af te leren dan maar. Beste buitenlandse film. AHA, enkele bekenden. Kijk eens aan Himalaya, de film die in Gent tweemaal in de prijzen viel. Hij kreeg zowel de publieksprijs als de grote prijs van de Vlaamse gemeenschap. Maar ook Todo Sobre Mi Madre maakt kans. Dit jaar geen Belgische film bij de genomineerden, jammer want wij hoopten een beetje op Rosetta.

Lijst van de nominaties in de belangrijkste categorieën:

Beste film American Beauty The Cider House Rules The Green Mile The Insider The Sixth Sense Beste regisseur Sam Mendes voor American Beauty Spike Jonze voor Being John Malkovich Lasse Hallstrom voor The Cider House Rules Michael Mann voor The Insider M. Night Shyamalan voor The Sixth Sense Beste mannelijke acteur Russell Crowe voor The Insider Richard Farnsworth voor The Straight Story Sean Penn voor Sweet and Lowdown Kevin Spacey voor American Beauty Denzel Washington voor The Hurricane Beste mannelijke bijrol Michael Caine voor The Cider House Rules Tom Cruise voor Magnolia Michael Clarke Duncan voor The Green Mile Jude Law voor The Talented Mr. Ripley Haley Joel Osment voor The Sixth Sense Beste actrice Annette Bening voor American Beauty Janet McTeer voor Tumbleweeds Julianne Moore voor The End of the Affair Meryl Streep voor Music of the Heart Hilary Swank voor Boys Don't Cry Beste vrouwelijke bijrol Toni Collette voor The Sixth Sense Angelina Jolie voor Girl, Interrupted Catherine Keener voor Being John Malkovich Samantha Morton voor Sweet and Lowdown Chloë Sevigny voor Boys Don't Cry Beste buitenlandse film Est-ouest, Frankrijk Himalaya - l'enfance d'un chef, Nepal Solomon and Gaenor, Verenigd Koninkrijk Todo Sobre Mi Madre, Spanje Under Solen, Zweden

 

Edwin Colebunders

 
Oscars 2007: vooruitblik

In Los Angeles werden op 23 januari de nominaties voor de 79e Oscaruitreiking bekend gemaakt. Er doken weinig verrassingen op, want de filmprijzen die de voorbije weken uitgereikt werden door andere organisaties, gingen vrijwel allemaal naar dezelfde mensen en films. Babel, Dreamgirls, The Queen, Pan?s Labyrinth en The Departed waren dus voor de hand liggende kandidaten. Wat verder opvalt is dat er zich onder de genomineerde acteurs heel wat nieuwkomers en volkomen onbekenden bevinden. Daarnaast zijn er net als twee jaar geleden maar liefst vier zwarte acteurs genomineerd en oogt het acteurslijstje alweer zeer internationaal met maar liefst zeven verschillende nationaliteiten. Wij werpen even een analytische blik op de nominaties. Beste film Het noodlotsdrama Babel, Scorsese?s kat-en-muisspel The Departed en het koninginnenstuk The Queen waren reeds lang vooraf zeker van een nominatie. De alom geprezen musical Dreamgirls heeft het hoogste aantal nominaties (8), maar Beste Film is daar verrassend genoeg niet bij (Beste Song wel maar liefst drie keer!). De feelgoodfilm Little Miss Sunshine neemt wat onverwacht die plaats in. Clint Eastwoods opvolger van Flags of our Fathers kon op meer applaus rekenen, want Letters from Iwo Jima is de vijfde op het lijstje. Babel lijkt het meeste kans te maken, maar vorig jaar wist Crash de Oscar weg te kapen voor die van favoriet Brokeback Mountain, dus wie weet wat er nu uit de bus valt. Beste regie Het Mexicaanse wonderkind Alejandro González Inãrittu krijgt voor Babel zijn eerste nominatie, terwijl de Brit Stephen Frears beloond wordt voor de regie van The Queen. Hij is er voor de tweede keer bij (zijn vorige nominatie dateert al uit 1991). Voor Eastwood, de laatste jaren in optima forma, is het de vierde nominatie als filmmaker, en drie daarvan vielen hem in de laatste vier jaar te beurt. Scorsese, die met The Departed toch weer een stuk sterker uit de hoek kwam dan met The Aviator en Gangs of New York, is er voor de zesde keer bij. Hoewel de sterren goed lijken te staan voor hem, is het nog niet zeker of hij nu eindelijk zijn eerste Oscar zal krijgen. Het koppel Valerie Faris en Jonathan Dayton, die als filmmakers debuteerden met Little Miss Sunshine, zijn de enige regisseurs van de genomineerde films, die er niet bij zijn. Het gebeurt dan ook vrijwel elk jaar dat deze categoriën slechts voor vier vijfde overeenkomen. Het is Paul Greengrass, de Britse regisseur van United 93, die de laatste plaats op het lijstje mag innemen. Met deze genomineerden heeft The Academy voor een gevarieerde en best wel terechte lijst gezorgd. Beste buitenlandse film We wisten al een poosje dat Een ander zijn geluk niet bij de gegadigden was. Nogal voorspelbaar voert El laberinto del fauno (Pan?s Labyrinth) van de Mexicaan Guillermo del Toro het lijstje aan en zeer waarschijnlijk gaat die ook met de Oscar lopen. Pro forma is er concurrentie van het Algerijnse Indigènes, het Duitse Das Leben der Anderen, het Deense After the Wedding en het Canadese Water. Beste acteur Peter O?Toole, de gerespecteerde Britse acteur, gaat Paul Newman achterna. De 75-jarige werd tussen 1969 en 1983 immers vijf keer genomineerd voor een Oscar en werd toen net als Newman te oud geacht om ooit nog te winnen, waarop hij een ere-Oscar toegestopt kreeg. En dan zet de man in Venus toch wel een lovenswaardige rol als ... oude acteur neer, waarmee hij dan toch nog een keer kans maakt op een Oscar. We zouden het het zoveelste bewijs noemen dat The Academy te vroeg op de proppen komt met zijn ere-Oscars, ware het niet dat ze er vorig jaar een overhandigden aan de intussen overleden Robert Altman. Verder is er een derde nominatie voor Leonardo DiCaprio, die behoorlijk werk leverde in Blood Diamond, maar eigenlijk veel sterker was in The Departed. Waarvoor hij dus niet genomineerd is, voor alle duidelijkheid. Ook Will Smith is er na een nominatie voor Ali in 2003 opnieuw bij. The Pursuit of Happyness is één brok meligheid, maar Smith heeft het er blijkbaar niet slecht vanaf gebracht. Al dient gezegd dat er weinig concurrenten waren. Vandaar ook dat een nog niet echt ontwikkelde acteur als Ryan Gosling (The Notebook, Murder by Numbers) met zijn rol als leerkracht met drugproblemen in Half Nelson, ook genomineerd werd. Grote favoriet en vrijwel zeker diegene die met de Oscar naar huis gaat, is de oude rot Forest Whitaker. Deze doorwinterde Hollywoodacteur won in 1988 weliswaar een Gouden Palm in Cannes (voor zijn vertolking in Clint Eastwood?s Bird), maar heeft verder nooit op veel bijval kunnen rekenen. Als Idi Amin zet hij in The Last King of Scotland de rol van zijn leven neer. Biografische figuren doen het altijd goed, maar in dt geval zou alle lof en goud meer dan terecht zijn. Beste actrice Ook bij de dames zal een gekroond hoofd met de hoofdprijs gaan lopen, want de intussen al met prijzen overladen Helen Mirren zal voor haar verrukkelijke vertolking in The Queen beslist winnen. Verwacht dat in kranten- en internetkoppen veel met het word ?royal? zal gespeeld worden. Mirren?s voornaamste concurrent is Meryl Streep, die met haar veertiende nominatie haar eigen record nogmaals verbreekt. Voor haar heerlijke rol in The Devil Wears Prada, kreeg deze Hollywoodkoningin veel applaus, maar een Oscar zou wat te veel eer zijn voor wat verder immers een flutfilm was. Judi Dench, bijna 73 en reeds voor de zesde keer genomineerd op tien jaar tijd, komt alweer in aanmerking en dat begint toch wat saai te worden. Maar haar rol in het rechtbankdrama Notes on a Scandal zou toch alweer erg mooi zijn. Hopelijk raakt Kate Winslet nog niet gefrustreerd. De 32-jarige Britse, die schittert in het relatiedrama Little Children, zit immers aan haar vijfde nominatie in elf jaar, maar nog nooit maakte ze echt kans op die Oscar. Leuk toeval: voor de tweede keer wordt ze gelijktijdig met haar Titanic-partner DiCaprio genomineerd. Het damesrijtje wordt afgesloten door Penélope Cruz, voor het eerst genomineerd, voor haar rol in Almodóvars Volver. Dat was geen verrassing, want het is ditzelfde lijstje actrices dat we de voorbije weken zagen verschijnen bij alle andere filmprijzen. Beste acteur in een bijrol Veteraan Alan Arkin, bijna 73 en in de jaren ?60 al twee keer genomineerd, maakt een comeback van jewelste. Hij zorgde dan ook voor een geweldige prestatie in Little Miss Sunshine. Djimon Hounsou, enkele jaren geleden al genomineerd voor In America, krijgt een nominatie voor zijn werk in Blood Diamond. En dan komen we bij de verrassingen. Ooit gehoord van Jackie Earle Haley? Deze compleet onbekende 46-jarige Amerikaanse acteur speelde in de jaren ?70 en ?80 vooral gastrollen in televisieseries en genoot even enige bekendheid als tienerster. Zijn acteercarrière stierf een stille dood in 1993 en de man ging aan de slag als pizzabezorger en chauffeur. En dan was er plots een bijrol in All the King?s Men, met Kate Winslet, gevolgd door Little Children, naast nog maar eens Winslet en Jennifer Connelly en de man mag plots weer van een carrière spreken. Met oscarnominatie. Dat Eddie Murphy dan ooit genomineerd zou worden voor een Oscar, had tot voor enkele maanden geen mens kunnen voorspellen. Maar in Dreamgirls mag de man zichzelf overtreffen (al zingend!) en zo?n metamorfose van komedie naar drama ziet men in Hollywood graag. Meest onverwacht wellicht is tenslotte de nominatie voor Mark Wahlberg, goed op dreef in The Departed en daarmee nogal onverwachts Jack Nicholson buiten spel zettend. Iedereen had immers verwacht dat de grijsaard nog een keer in de prijzen zou vallen voor zijn toch wel grandioze rol in The Departed. Voor hem zou het de dertiende nominatie geweest zijn, voor Wahlberg is het de eerste. Wie met de Oscar naar huis gaat, is niet meteen te voorspellen, maar wij gokken voorzichtig op Murphy. Beste actrice in een bijrol Nog meer weinig zeggende namen. Adriana Barraza speelde met verve de Mexicaanse huishoudster in Babel en dat levert haar een eerste nominatie op. Idem voor Rinko Kikuchi, de 25-jarige Japanse die het doofstomme meisje speelde in diezelfde film. Ook Cate Blanchett komt uit Babel, al werd ze wel genomineerd voor Notes on a Scandal, waarin ze aan de zijde van Judi Dench speelt. Dan is er de tienjarige Abigail Breslin, hartverwarmend in Little Miss Sunshine (en ook te zien in Signs). Niet de jongste genomineerde ooit, maar het scheelt niet veel. Allen zullen zij waarschijnlijk de duimen moeten leggen voor Jennifer Hudson, nog zo?n onbekende actrice met een ongewoon levensverhaal. Zij werd immers ooit (slechts) zevende in Idols, heeft geen noemenswaardige acteeropleiding gehad en maakt met Dreamgirls een indrukwekkend debuut. Dat is niet nieuw - ook Barbra Streisand, Edward Norton en Emily Watson kregen Oscarnominaties voor hun allereerste rol -, maar haar verschijning vanuit het niets én haar fenomenale vertolking in de musical, heeft Hudson in Hollywood alleszins doen opvallen. Benieuwd wat de rest van haar carrière brengt. Wie met lege handen naar huis gaat en wie met het goud gaat lopen, komen we te weten op 25 februari. Ellen Degeneres praat ?voor het eerst ? de show aan elkaar. Voor het verslag met de winnaars klik hier.

 

Sven De Hondt

 
Bomb America !

September 11, 2001. CNN brengt ons LIVE-beelden van de Twin Towers in New York. Een vliegtuig heeft zich net gepenetreerd in één van de twee torens. Voorlopig is er geen sprake van kwaad opzet. Enkele minuten later boort een tweede vliegtuig zich op een spectaculaire manier in de glazen wand van de tweede toren. Kort daarna valt één van de torens als een kaartenhuisje in elkaar. De schade is enorm, het dodental onbekend. Voor ondergetekende, die kort na het gebeuren thuis kwam, had het verdomd veel weg van een film. CNN blokletterde bovendien: 'AMERICA UNDER ATTACK', hetgeen me meteen deed denken aan een film van Paul Verhoeven. Na even de gebeurtenissen te hebben gevolgd bleek het dat de Verenigde Staten het slachtoffer waren geworden van een terroristische aanslag. Normaal zou je zeggen 'Only in a movie' Enkele weken later ontwaakt de VS uit een diepe winterslaap en herneemt het weer haar oude rol van heerser van de wereld. Bovendien (hetgeen nog veel erger is) worden een hele resem van populaire produkten onverbiddelijk opzijgeschoven. Films mogen niet meer vertoond worden, liedjes over New York verdwijnen van de radio, Nochtans vormde het 'scenario' van 11 september een uitstekend uitgangspunt voor enkele heuse blockbusters van de laatste 30 jaar. Men zou bijna kunnen stellen dat Hollywood voor één keer de nummer 1 positie aan de boxoffice heeft moeten laten aan een film die niet door haar produktiehuizen werd geproduceerd en gedistribueerd. Het is geen geheim dat Hollywood steeds meer de kaart heeft getrokken van de dunne scenario's en de dikke budgetten. Liefst niet al te veel tekst, maar wel lekkere explosies, machtsvertoon, en steeds de VS als reddende engel. De jaren '70 vormden het gouden tijdperk voor menigeen die zich toen in Tinseltown bevond. Zeker voor ene Irwin Allen. Deze regisseur had een voorliefde voor extreme condities. In de jaren '70 blikte hij enkele rampenfilms in elkaar, die vandaag de dag nog steeds bij de allerbeste behoren. We mogen daarbij niet vergeten dat er toen nog niet echt sprake was van special effects. George Lucas kwam met zijn Star Wars filmpjes pas op het einde van de helse rit van de seventies. Allen zorgde toen echter voor een zeer actuele film, alhoewel het gevaar toen kwam van een gierige makelaar. In 'The Towering Inferno' maakte het publiek kennis met de gevaren van een zeer hoog gebouw (dan nog wel in San Francisco!). In de film spreekt men echter over een staaltje van hoogtechnologie en vakmanschap. Paul Newman is de argeloze architect van het gedrocht die fier is op zijn prestatie. De opening van het gebouw zal plaatsvinden op het 138ste verdiep, waar oesters en kaviaar rijkelijk zullen vloeien. Het feestje zal echter bedorven worden door een klein brandje. Snel wordt duidelijk dat er bespaard is op de bedrading en dat de 'sprinklers' niet functioneren. Brandweerman Steve McQueen snelt ter hulp, maar ook hij kan niet voorkomen dat de vuurzee zich meester maakt van 'The Glass House', zoals het boek heet waarop de film is gebaseerd. Alhoewel de oorzaak van de ramp totaal verschillend is, vertoont de film vele gelijkenissen met de beelden die we op 11 september en later kregen te zien. Ook in 'The Towering Inferno' zoeken mensen een uitweg via een sprong in het diepe. Ook in 'The Towering Inferno' worden brandweermannen geconfronteerd met iets dat ze nog nooit hebben meegemaakt. In de jaren '80 en '90 ontdekt Hollywood een nieuwe 'opportunity' om de kassa's te doen rinkelen: de terroristen.

 

Sven Van Beirs

 
Interview met Bram Smeyers en Peter Missotten

Het grote ongelijk van Einstein -Interview met Bram Smeyers en Peter Missotten, regisseurs van de Vlaamse cultfilm, The Cutting The Cutting was te zien op het festival van Gent in 2001. De bizarre, filosofisch aandoende Vlaamsgesproken maar Engels ondertitelde thriller-horror-lachfilm had me in zijn greep. Uitgelachen door mijn collega's die de film absoluut niets vonden zocht ik heil bij mensen die mijn visie onderschreven, want The Cutting is wel degelijk een fantastische film, je moet er gewoon even bij nadenken.

 

Frank Moens

 
Oscars 2001

"This is the highlight of my day": zo begon Kevin Spacey zijn obligate dankwoord nadat hij de oscar voor de beste mannelijke hoofdrol uit de handen van Gwyneth Paltrow kreeg. In tegenstelling tot vorig jaar waren het dit jaar wel noemenswaardige films die met de hoofdprijs gingen lopen. Het geheel begon met enkele leuke beelden van de "arrivals at the red carpet" en omstreeks half vier kon het spektakel beginnen. Zo'n dikke 4 uur later zou pas het doek vallen. Een nieuw millennium en een nieuwe wind waaiden door de oscars. Voor de goede gang van zaken zorgde dit jaar het Amerikaanse producentenkoppel Richard D. en Lili Fini Zanuck. Bij wie die naam geen belletje doet rinkelen eventjes de volgende tips: Jaws, Driving Miss Daisy, Rush, Mulholland Falls. Het zou een korte en dynamische uitreiking moeten worden. Dat eerste kon je al meteen schrappen. Zelden waren de acceptance speeches zo lang. En Warren Beatty brak zowat een record. Hij kreeg de Irving Thalberg Memorial Award voor zijn carriere. Lange tijd zag het ernaar uit dat Warren in zijn dankwoord iedereen zou bedanken die hij ooit tegen het lijf liet. De frisse wind kwam vooral van Billy Crystal die nog maar eens liet zien dat niemand de oscars beter in handen heeft dan hij. Na Woopy Goldberg vroeger waren we weer blij Crystal zijn kop te zien. En zoals het Billy Crystal past, was zijn entree wederom fenomenaal. De regie was dat ietsje minder. Tijdens de dankwoorden werd meerdere malen de verkeerde kop bij de verkeerde naam gezet. Maar daar let enkel een beroepsgek als ondergetekende op. Vooral de videomontages in plaats van de ellelange dansnummers waren welkom. Een 15 minuten durende medley met de grootste filmhits was echter ook weer niet nodig. Vooral de occasionele blik achter de schermen was leuk maar ook niet mee dan dat. De uitslag van de oscars was eigenlijk enkele dagen geleden al bekend. De Wall Street Journal hield namelijk een kleine poll bij enkele Academy-leden. En de krant zat er niet ver naast. Niet dat dit meteen verrassingen met zich meebracht. Zoals verwacht ging American Beauty lopen met de Oscar voor de beste film, beste regisseur, beste acteur en beste orgineel script. En laten we de oldtimer Conrad L. Hall niet vergeten? Hij zorgde voor het camerawerk en werd ook hiervoor bekroond. Als er dan al verrassingen waren dit jaar dan kwam die wel van The Matrix. Die sleepte zowat alle technische prijzen in de wacht, dus FX, Geluidseffecten, Geluid en Montage. Het gevolg was dat Star Wars, Episode I: The Phantom Menace in de kou bleef staan. Niemand die daar echter een traan om liet. Eerlijk is eerlijk en The Matrix was beter dan Star Wars. Wat niet zo moeilijk was. Eventuele tweede verrassing was de Oscar voor Hilary Swank in Boys Don't Cry. Zij zorgde ervoor dat de hoogzwangere Annette Bening niet van haar stoel moest. De Italiaanse Roberto Benigni mocht haar de oscar overhandigen. Dit jaar hield hij zich echter gedeisd omdat de organisatoren hem uitdrukkelijk hadden gevraagd van het meubilair te blijven, aldus Benigni. Geen klimpartij over de stoelen dus. De Oscar voor de Beste Buitenlandse Film was voor onze persoonlijke favoriet: Todo Sobre Mi Madre van Pedro Almodovar. Hij kreeg de prijs uit handen van Antonio Banderas. We zullen het maar toeval noemen. De oude rot in het vak Michael Caine mocht voor zijn rol in The Cider House Rules de Oscar voor de Best Mannelijke Bijrol afhalen. En ook dit was weer geen verrassing. Zijn acceptance speech was dat wel. Hij noemde zichzelf geen winnaar en vond het leuk dat het vroegere "and the winner is" vervangen werd door "and the oscar goes to". Hoewel dat in principe uiteraard wel hetzelfde betekent. Maar laten we niet te negatief denken, Michael Caine blijkt met beide voeten op de grond te staan. De oscar voor de Beste Vrouwelijke Bijrol was voor Angelina Jolie, die meer dan behoorlijk was in Girl, Interrupted. Niet de meest smakelijk onderwerpen op deze oscaruitreiking dus. Vorig jaar was de grote winnaar het afgeborstelde humor/drama Shakespeare in Love, dit jaar het ruwe American Beauty. De thema's van de film liegen er niet om: pedofilie, drugs, homofobie, nazisme etc. The Cider House Rules stelt de abortusproblematiek centraal. Pittig detail tijdens de uitreiking stonden enkele honderden demonstranten voor The Shrine Auditorium te protesteren tegen de nominatie van The Cider House Rules. Een film die volgens de tegenstaanders van abortus voor abortus pleit.

Fashion

Uiteraard was er ook dit jaar weer heel wat fashion te zien op de rode loper. De meest in het oog springende outfit was, althans voor de mannen, Cameron Diaz. Zij was wel heel luchtig gekleed en deed daar uiteraard geen doekjes om. Eveneens luchtig gekleed was Drew Barrymore die hopelijk niet veel moest betalen voor het jurkje want vooral aan de achterzijde ontbrak heel wat stof. De pushup bra is weer helemaal in. Getuigen het grote aantal boezems dat duidelijk naar de vrijheid snakte. Meerdere malen keek de toeschouwer in de huiskamer uit naar de uitvinding van 3D-tv. De vrouwen konden zich dan weer vergapen aan Trey Parker en Matt Stone, de makers van South Park. Vooral Stone leek eerder op een pimp die de weg naar Sunset Blvd. zocht dan op een uitgenodigde gast. Verder was er uiteraard Brad Pitt die menig vrouwenhart sneller deed slaan. Jammergenoeg kwam hij tijdens de uitreiking niet in beeld. Russel Crowe dan weer wel maar de vraag of die vrouwenharten sneller doet slaan kunnen we vrij snel negatief beantwoorden. Het feit dat hij tijdens die 4 uur niet 1 maal glimlachte zal er ook wel mee te maken hebben. Reden tot lachen was er nochtans wel vooral toen Cher bijna op haar gezicht ging in een jurk die totaal niet bij haar imago hoorde. Maar het is afgelopen. Hopelijk is het volgend jaar ietsje spannender want dat was deze uitreiking zeker niet. Ook de urendurende speeches mogen achterwege blijven. Geef Billy Crystal toch gewoon een one man show en dan kijken we nu al vol ongeduld uit naar de 73ste editie.

 

Frank Moens

 
Klassieke filmscènes (I)

Goeie cinema blijft hangen. In dit artikel presenteren we u tien memorabele momenten uit de filmgeschiedenis. Het betreft geenszins de tien meest memorabele momenten -dat zou onzinnig zijn. Het zijn gewoon tien willekeurige momenten die de cinema in al haar kracht en schoonheid laten zien. Het zijn momenten die in een flits meer zeggen dan duizend woorden ooit zouden kunnen, van die beelden die voor altijd op je netvlies gebrand zijn en die je voor altijd met je mee zult dragen. In deze selectie hebben we geprobeerd om de wat minder bekende cinemamomenten aan het voetlicht te brengen, in de hoop dat deze de erkenning krijgen die ze verdienen. Dus in deze lijst zult u geen Casablanca, Apocalypse Now of Titanic aantreffen, omdat we hopen dat iedereen die legendarische momenten al kent. Dat wil geenszins zeggen dat we voor het obscure of afwijkende gegaan zijn. Wat volgt in een selectie van filmscènes waarbij speciale aandacht ging naar een harmonieus samengaan van vorm en inhoud. Omdat veel van de geselecteerde fragmenten eindes van films bevatten en bovendien belangrijke plotinformatie gegeven moest worden, kunnen de stukjes spoilers bevatten voor mensen die de films nog niet gezien hebben. 1. Dishonored (Josef von Sternberg, 1931) Als de films van Josef von Sternberg, zoals Gaylyn Studlar claimt, gedomineerd worden door de masochistische esthetiek dan is de tweede film die Von Sternberg samen met Marlene Dietrich voor Paramount maakte, Dishonored, de culminatie van deze esthetiek. Net zoals het masochistische universum van Leopold von Sacher-Masoch (Venus in Furs) staan ook de films van Von Sternberg in het teken van aspecten als verloochening, hypersensualiteit, wisselende geslachtsrollen, fetisjisme en het uitstellen van bevrediging. In Dishonored speelt Dietrich een geheim agente die, zoals ons aan het begin van de film wordt medegedeeld, de beste geheim agente van de wereld had kunnen zijn -was ze geen vrouw. Omdat ze uiteindelijk weigert het landsbelang boven haar eigen belang te stellen, wordt ze door haar land ter dood veroordeeld: ze zal sterven voor het vuurpeloton. Maar omdat de masochist plezier vindt in pijn is de doodswens het hoogste, meestal onbereikbare ideaal -Dietrich gaat haar dood dan ook letterlijk met opgeheven hoofd tegemoet. Hiermee gaat ze dwars tegen de patriarchale maatschappij in, door haar ultieme straf, de dood, niet alleen te accepteren, maar zelfs te verwelkomen. Von Sternberg is echter geen sadist, zoals Lars von Trier zich opwerpt in bijvoorbeeld het einde van Dancer in the Dark, hij is juist een masochist en volgens Deleuze zijn het masochisme en het sadisme twee tegenovergestelde, onverenigbare werelden. De uitvoering van de doodstraf is Von Sternberg op de toppen van zijn kunnen: sensuele belichting, feestelijke kostuums, erotische close-ups en zijn typische koude afstandelijkheid. Maar het erotiseren van de doodstraf van Marlene is natuurlijk nog niet genoeg voor Sternberg, hij is de ultieme masochistische estheet. Want net zoals de masochist plezier vindt in het uitstellen van het ultieme genot (het orgasme), daar stelt Von Sternberg de doodstraf zo lang mogelijk uit: niet alleen door de vele spanningsopbouwende close-ups, maar ook door de officier eerst weg te laten lopen, omdat hij weigert een vrouw dood te schieten. Uiteraard wordt deze gewoon vervangen door iemand met minder scrupules, maar dat geeft Dietrich wel de gelegenheid om nog even wat lippenstift op te doen en haar panty op te trekken alvorens ze wordt doodgeschoten, alsof ze een date heeft met een leuke kerel. Marlene Dietrich die een date heeft met de dood, zoiets kan alleen in het perverse universum van Josef von Sternberg. 2. Stella Dallas (King Vidor, 1937) Barbara Stanwyck speelt in deze film de rol van Stella Dallas, een ontzettend goedbedoelende, maar ook wat naïeve en wereldvreemde vrouw. Als de relatie met haar man in het slop geraakt is, is de allesoverheersende liefde voor haar dochter het enige wat het leven haar nog te bieden heeft. Als vervolgens duidelijk wordt dat Stella haar dochter niet de plaats in de high society kan geven die haar man wel kan bieden, besluit ze in een moment van ultieme zelfopoffering haar dochter bij haar vader te laten wonen. Omdat dochter moeder niet verlaten wil, pretendeert Stella dat ze haar dochter niet meer wil, zodat die haar kansen bij haar vader en diens milieu wel moet grijpen. Als Stella leest dat haar dochter gaat trouwen, is het haar lot dat ze deze trouwerij van buitenaf, in de regen door een raam kijkend, moet meemaken. Regisseur King Vidor laat op indrukwekkende wijze het drama voor zich spreken, zonder onnodige kunstgrepen om de emoties overdadig uit te wringen: met ingetogen muziek op de soundtrack toont Vidor ons enkele prachtige close-ups van een indrukwekkend acterende Stanwyck als ze naar haar trouwende dochter kijkt; na enkele momenten wordt ze door een politieagent gesommeerd om weg te gaan, wat ze ook doet. Met een subtiel tracking shot toont Vidor dat Stella wegloopt van het raam, weg van haar dochter, weg van alles wat ze eigenlijk nog had, om uiteindelijk te eindigen met een lichte glimlach op Stella?s gezicht. Want ondanks dat Stella zelf helemaal niets meer heeft, weet ze dat haar dochter gelukkig is en deze wetenschap is voor haar voldoende om zelf ook gelukkig te zijn. Met dit ultieme eerbetoon aan zelfopofferende moederliefde zal geen fatsoenlijk mens de ogen droog kunnen houden. 3. Force of Evil (Abraham Polonsky, 1948) Deze film gaat over een advocaat die ervoor pleit om allerlei kleine bedrijfjes samen te laten gaan in een groot bedrijf, terwijl zijn oudere broer juist zo?n klein bedrijfje heeft en zijn zelfstandigheid wil behouden. Dat de film geschreven en geregisseerd is door de Marxistische Abraham Polonsky is zelfs uit de korte synopsis op te maken en Force of Evil is dan ook een directe aanval op het kapitalistische systeem. Deze thematiek wist Polonsky te vatten in één iconisch shot, waarin John Garfield te zien is als hij over een compleet lege Wall Street loopt - het symbool bij uitstek van het Amerikaanse kapitalisme- waarbij hij letterlijk een nietige figuur is tussen de enorm hoge gebouwen die dat kapitalisme vertegenwoordigen. Naast de symbolische lading die dat beeld met zich meebrengt, heeft het ook nog een andere interessante connotatie: de link die gelegd wordt tussen de film noir en de apocalyptische film. Want de locatie is normaal gesproken een plaats van constante bedrijvigheid en door Garfield volledig alleen op deze plaats te laten dolen lijkt hij moederziel alleen op de wereld, alsof hij de enige nog levende persoon op aarde is. Alsof de mensheid voor een keer niet uitgeroeid is door een of ander virus zoals in de apocalyptische film, maar door de morele leegte die zo typisch is voor de film noir. 4. A Star is Born (George Cukor, 1954) Deze Cukor is een remake van een David O. Selznick-productie uit de jaren 1930, maar het lijkt welhaast speciaal voor hoofdrolspeelster Judy Garland geschreven, zo sterk zijn de parallellen tussen deze film en haar persoonlijke leven. A Star is Born gaat over een zelfdestructieve Hollywoodacteur (gespeeld door James Mason) die in Garland een nieuw talent ontdekt, maar uiteindelijk zichzelf verliest in zijn eigen roem en alcoholisme -net de factoren die Garlands gehele carrière geplaagd hebben. Mason ontdekt het personage van Garland in deze film als ze haar song The Man That Got Away zingt. Ze brengt dit samen met een jazzband in een repetitie zonder publiek, maar Garland zingt het alsof haar leven ervan afhangt, met die bijna onnatuurlijke intensiteit die al haar werk kenmerkt. Het is allemaal gewoon net iets te veel, te intens en het is deze discrepantie tussen wat ?nodig? is en wat ze geeft die een groot deel van al haar persoonlijke problemen zou veroorzaken en hoewel deze problemen in de film naar het Masonpersonage getransporteerd zijn, is de vergelijking met Garlands echte leven overduidelijk. Daarnaast is de gehele uitvoering van het liedje door Cukor met één lange take in beeld gebracht, waarin zijn achtergrond als theaterregisseur ontzettend goed te zien is en waarmee hij acteurs de mogelijkheid geeft om, net als in het theater, momentum op te bouwen. Garlands intensiteit komt er ook bijzonder duidelijk naar voren. Het is een glorieus moment waarin Hollywood er in slaagt om daadwerkelijk iets over zichzelf en het leven te zeggen. 5.Imitation of Life (Douglas Sirk, 1959) Met deze remake van de gelijknamige John Stahl-film uit 1934 bezorgde regisseur Douglas Sirk de Universal studio destijds hun allergrootste succes. Het zou ook Sirks laatste film blijken en in zekere zin zou het de culminatie zijn van de hysterisch gestileerde melodrama?s waar hij in de jaren ?50 bekend om kwam te staan. Het complexe verhaal draait onder meer om een donkere huismeid die problemen met haar dochter krijgt omdat deze haar huidskleur weigert te erkennen en als blanke probeert door het leven te gaan. Haar moeder poogt dit tegen te gaan, maar maakt alles enkel erger waardoor de kloof tussen hen nog groter wordt. De moeder besluit vervolgens om haar dochter haar eigen leven te laten leiden en neemt officieel afscheid, waardoor ze echter wel fysiek volledig instort. Als de moeder uiteindelijk sterft door een gebroken hart krijgt ze een grootse begrafenis, waar haar dochter ten tonele verschijnt en ze zich, realiserende dat ze medeschuldig geweest is aan de dood van haar moeder, op de doodskist van haar moeder werpt, smekend om vergiffenis. Voor de concluderende begrafenisscène trekt Sirk letterlijk alle registers open en duwt hij zijn melodrama naar ongekend hysterische hoogten. Dit is des te opmerkelijker aangezien de rest van de film akelig koud en kil is, met Sirks gebruikelijke benadrukking van harde oppervlaktes en uiterlijk vertoon. De gehele film door beklemtoont Sirk de innerlijke leegheid van zijn personages in hun weelderige omgevingen, gepersonifieerd door de meest artificiële van alle Hollywoodsterren, Lana Turner, die in deze film een recordaantal juwelen draagt -een feit dat door de marketing zorgvuldig uitgebuit werd. Na twee uur lang alle onderhuidse spanningen kunstmatig opgekropt te hebben gehouden, komen alle emoties in de slotscène als een ontkurkte champagnefles ineens naar buiten -laat dat maar aan een zorgvuldig dirigent als Sirk over. Het resultaat is een artificieel gemanipuleerde variant van de Griekse tragedie waarin zowel emotionele catharsis voor de kijker mogelijk is als een overweldigend gevoel van aporie. Het grote publiek smulde ervan, maar voor de meer oplettende kijker overheerst een pijnlijk gevoel van radeloosheid. 6. Whatever Happened to Baby Jane? (Robert Aldrich, 1962) Baby Jane (Bette Davis) was een kindsterretje en kreeg zodoende alle aandacht, iets waar haar zus Blanche (Joan Crawford) moeilijk mee kon leven. Echter toen beide dames wat ouder waren, werden de rollen omgekeerd: Blanche kreeg alle aandacht en Baby Jane was het lelijke eendje. In een moment van razernij en jaloezie veroorzaakt Baby Jane een ongeluk waarbij Blanche in een rolstoel komt te zitten. Vanaf dit moment wordt de hulpeloze Blanche emotioneel geterroriseerd door haar zus. Dit is althans het beeld wat de gehele film oproept: de sympathie van de kijker wordt duidelijk constant bij de hulpeloze Blanche gelegd en Baby Jane, vooral dankzij de groteske rol van Bette Davis, wordt geportretteerd als een zieke en jaloerse figuur die haar zus nog niet het licht in de ogen gunt. Tot het moment op het einde van de film, op het strand, waar Blanche, fysiek en mentaal kapot gemaakt door Baby Jane, opbiecht dat zij juist degene is geweest die verantwoordelijk was voor het ongeluk en de daaropvolgende transformatie van Baby Jane van een onschuldig meisje in een grotesk wezen. Op dat moment komt de onschuldige Baby Jane naar de oppervlakte en in een bravoure performance zegt Bette Davis (in enorme close-up): Then you mean? all this time we could?ve been friends?? In één klap verandert Baby Jane van een van de meest groteske figuren in de cinema in een weerloos klein meisje, van dader tot slachtoffer. 7. The Naked Kiss (Samuel Fuller, 1964) Filmcriticus Manny Farber omschreef ooit als geen ander wat er zo goed kan zijn aan lowbudget filmmakers, in zijn essay ?Underground Films?: '[They] did their best shooting? from the deepest, worst angle? with material that is hopelessly worn out and childish? en daarin vond hij: ?the unheralded ripple of physical experience, the tiny morbidly life-worn detail, something hard and formful.? Hoewel The Naked Kiss nog gemaakt moest worden toen Farber zijn essay schreef, lijkt hij de film rechtstreeks te omschrijven, vooral het tweede citaat is rechtstreeks van toepassing op deze film. De beroemde opening van de prent kan gezien worden als de definitie van Sam Fullers esthetiek: vanuit een point of view-shot zien we een mooie vrouw met een naaldhak op de camera (en het publiek dus) inhakken, afgewisseld met shots waarin de man die ze aanvalt te zien is. Er is opzwepende jazzmuziek te horen en de schokkende handcamera geeft een gevoel van aanwezigheid en directheid. In het heetst van de strijd valt ineens het haar van het hoofd van de vrouw af en wordt duidelijk dat ze een pruik droeg en verder kaal is. Een wat conventioneler regisseur had eerst een establishing shot gebruikt waarin duidelijk was geworden wat de situatie is, zo niet Fuller. Hij gooit de kijker direct letterlijk middenin de actie en maakt ten volle gebruik van het verrassingseffect om zo de maximale emotionele impact uit de scène te halen. In zijn beroemde cameo in Jean-Luc Godards Pierrot le Fou gaf Fuller zijn visie op film: ?Film is like a battleground - love, hate, action, violence, death. In one word: emotions. En zie! De (e)motion picture was geboren. 8. The Shop on Main Street (Jan Kadar & Elmar Klos, 1965) In deze klassieker uit de Tsjechische New Wave moet een man tijdens WOII tegen zijn zin in het winkeltje van een oude Joodse vrouw overnemen, iemand die nauwelijks in de gaten lijkt te hebben dat er überhaupt een oorlog gaande is. Tegen het einde van de film worden alle Joden getransporteerd naar een kamp en in een wanhopige poging om de oude vrouw voor dit lot te behoeden duwt de man haar een kast in om haar te verbergen. Deze actie blijkt later niet alleen onnodig geweest (de oude vrouw heeft vrijstelling gekregen), het blijkt bovendien bijzonder ongelukkig: de vrouw heeft de val niet overleefd. Op dat moment verandert de rol van de camera: van een passieve, observerende bijstander naar een actieve, veroordelende rol. De camera beweegt vrijelijk door de ruimte op zoek naar de man, die beseft wat hij gedaan heeft en uit pure schuld de camera probeert te ontwijken. Maar de blik van de camera (en dus die van het publiek) is onverbiddelijk en hoe vaak de man ook probeert weg te duiken, iedere keer weer vindt deze hem weer en confronteert ze hem met zijn schuld. In de zoektocht van de modernistische jaren 1960-kunstfilm naar vernieuwende vormen van filmische subjectiviteit presteert The Shop on Main Street het ultieme en slaagt het er in om pure subjectieve cinema te creëren waarin camera en personage een poëtisch geheel vormen. De man kan niet leven met zijn schuldgevoel en hangt zichzelf op. De film zelf eindigt echter op een iets minder depressieve noot, in een geste die in alles Felliniaans te noemen is: in een oogverblindend wit licht gaan de deuren van het winkeltje open en lopen de man en de oude vrouw in een idyllisch soort hiernamaals naar buiten. Kadar en Klos realiseren hiermee het potentieel van Federico Fellini, een potentieel dat de Italiaanse regisseur zelf uit het oog verloren is op het moment dat hij zo erg in zijn eigen illusie is gaan geloven. 9. A Woman under the Influence (John Cassavetes, 1974) De vrouw uit de titel is Gena Rowlands, de man is Peter Falk en de vrouw is onder de invloed van mentale instabiliteit. John Cassavetes heeft ooit eens gezegd: ?I have a one-track mind. That?s all I?m interested in: love -and the lack of it'en al zijn films zijn terug te leiden op die lijfspreuk, dus ook A Woman under the Influence. Het echtpaar Falk/Rowlands is vreselijk dol op elkaar maar niet in staat om dat te tonen en problemen ontstaan als de mentale instabiliteit van vrouwlief aan het licht komt in de emotionele breakdown-scène in de huiskamer, waarin Rowlands het uiteindelijk volledig verliest en ze opgenomen moet worden in een inrichting. De scène behoort tot de meest emotioneel doorwrochten momenten uit de gehele filmgeschiedenis, niet in de laatste plaats door de werkwijze van Cassavetes, de karakterregisseur bij uitstek. Hij had volledig lak aan traditionele regels op filmgebied en deed datgene wat nodig was om de diepste emoties uit het moment en zijn acteurs te halen -zélfs als dat betekent dat het beeld onscherp wordt of woorden maar half verstaan kunnen worden. De typische Cassavetes-scène duurt eindeloos voort, zonder duidelijke opbouw of doel en is vaak rommelig, gecompliceerd, onverwacht en gênant. Net zoals het leven dat is. Veel mensen vergeleken zijn films met jazzmuziek, vanwege het geïmproviseerde en spontane gevoel, het onevenwichtige tempo en dan ineens een volledig onverwachte solo die je in al zijn intensiteit van je stoel blaast. De scène draagt dit alles in zich en is een hartverscheurend stukje film waar vorm en inhoud een perfect huwelijk vormen en waarin Rowlands en Falk een nieuwe dimensie aan het begrip acteren geven. 10. In Einem Jahr mit 13 Monden (Rainer Werner Fassbinder, 1978) Erwin/Elvira ligt in rouwkleding in een verlaten kantoorpand. De belichting bestaat uit rode knipperende lichten. We vermoeden dat het nacht is. We horen iemand typen. Een man komt de kamer binnen met een krat en een touw en het wordt snel duidelijk dat hij zichzelf wil gaan ophangen. Elvira biedt de man brood, kaas en wijn aan, maar heeft alleen geen flesopener. De man natuurlijk wel, want dat is logisch als je zelfmoord gaat plegen. Ze eten en drinken wat en er volgt een existentiële verhandeling over het leven, zelfmoord, de wil om te leven en andere zwaarmoedige zaken. Uiteindelijk hangt de man zich gewoon op. Het is een ronduit bizarre scène uit Fassbinders meesterwerk In Einem Jahr mit 13 Monden uit 1978, een film waarin hij zijn voorliefde voor autobiografische prenten tot in het extreme doorvoert. De beschreven scène draagt verhaaltechnisch niets bij aan de film maar registreert toch enorm op emotioneel vlak, vooral als je weet in wat voor situatie Fassbinder de film maakte. Kort voor de opnames begonnen had zijn vriend zelfmoord gepleegd door ophanging en in een poging om dat gigantische verlies te verwerken besloot de workaholic Fassbinder om maar een film te maken, omdat films maken het enige was wat hij nog leek te hebben. Het resultaat was een ronduit schizofrene film, een film die van stijl naar stijl en van emotie naar emotie springt, een levend vat vol interne tegenstrijdigheden en waarvan de incoherentie een directe neerslag was van de emotionele verwarring die Fassbinder gevoeld moet hebben tijdens de productie. De zelfmoordscène is slechts een klein onderdeel van de film, maar met zijn directe galgenhumor en bijna klinische afstandelijkheid vreselijk memorabel. Fassbinder laat je lachen en huilen op hetzelfde moment, hij laat de hele wereld meevoelen in zijn pijn en maakt iedereen getuige van zijn eigen rouwproces, zoals het een ware emotionele exhibitionist betaamt. Maikel Aarts

 

Frank Moens

 
Interview met Prof. Ernest Mathijs

Horrorfilms - lichamelijkheid - censuur en het effect ervan

Professor doctor Ernest Mathijs studeerde in 1993 af aan de Vrije Universiteit Brussel af met een thesis over filmkritiek en de hedendaagse film, in 2000 doctoreerde hij over de referentiekaders gebruikt in filmkritiek toegepast op de films van David Cronenberg. Hij doceert aan het RITS en aan de VUB, is auteur van talloze artikels over de horrorfilm en is sinds kort medewerker van K.U.T. Tijd voor een interview dus

 

Frank Moens

 
Interview met Vincent Bal

Een stripfanaat uit de jaren '50 -Interview met Vincent Bal, regisseur van De Man van Staal

 

Filip Hermans

Pagina's

Subscribe to Kortfilm.be & Kutfilm.be RSS