Start

Titel: Moens
Voornaam: Gaston
Berekend veld: Gaston Moens

Start

Titel: Moens
Voornaam: Frank
Berekend veld: Frank Moens
 
Dit was 2013

Wat 2013 duidelijk een interessant filmjaar maakt, is dat de diverse eindejaarslijstjes die we zowel binnen onze eigen redactie als elders onder ogen kregen, er heel verschillend uitzien. Daar zou je uit kunnen concluderen dat er geen sprake was van enkele topfilms of anders net dat er zoveel goede producties waren dat het erg moeilijk kiezen is. Onze slogan - liefde voor de film - indachtig, gaan wij uit van de tweede stelling en presenteren we onze lezers bij deze onze top 10 van het afgelopen jaar.

Enkele films sneuvelden aan de eindstreep. Django Unchained werd door niemand slecht bevonden, maar kreeg ook net onvoldoende applaus. Het meeslepende The Impostor, de tragiek van What Maise Knew, de bikini's van Spring Breakers en de maar niet van de grond komende muziekcarrière van Llewyn Davis werden hoog gewaardeerd, maar niet genoeg voor onze top 10. Tenslotte juichten we ook Ain't Them Bodies SaintL'Inconnu du Lac en Kapringen inefficiënt toe. De beste Nederlandse prent in jaren, Borgman, kon er eveneens net niet meer bij. 

Er waren verder nog heel wat eervolle vermeldingen. Avant L'HiverBehind the CandelabraBlancanievesCaptain PhillipsHors les MursLa vie d'AdèleLe passéMetro ManilaStar Trek Into DarknessTabuA Touch of Sin en World War Z wisten allemaal meerdere cinefielen te bekoren. Wat een eclectisch lijstje ook. Elke filmfan moet wel iets van zijn gading gevonden hebben. Opmerkelijk is wel dat ondanks onze waardering voor producties van over de hele wereld, onze top 10 voor 70% uit Amerikaanse films bestaat. 

Films die de redactie én de lezers het meest verdeelden waren er zoals gewoonlijk ook. Pacific Rim kreeg van ons (een groot) voordeel van de twijfel, Cloud Atlas was een interessant experiment, To the Wonder hebben we misschien ondergewaardeerd. Met The Counselor en La Cinquième Saison wisten we niet goed wat aanvangen.

Maar we zijn er dus uit.  

10.THE PLACE BEYOND THE PINES

Een breed beschouwend en van onuitgesproken emoties zinderende brok tragiek met een hoog realiteitsgehalte en topacteerwerk van Ryan Gosling, Bradley Cooper, Eva Mendes en Dane DeHaan. Regisseur Derek Cianfrance is er een om in de gaten te blijven houden. Lees hier de volledige recensie. 

9. PRISONERS

Dit sfeervol en degelijk psychologisch uitgediept Hollywooddrama boordevol treffende vertolkingen van o.a. Jake Gyllenhaal en Hugh Jackman bleef nog even nazinderen. Een intense cinemabeleving die je sterk laat meeleven met de protagonisten maar de kijker ook op het verkeerde been zet. Lees hier de recensie. 

8. LA GRANDE BELLEZZA

Pas enkele maanden na zijn release uitgegroeid tot een publiekslieveling, deze sprankelende, bitterzoete ode aan Rome en zijn mondaine inwoners, maar nog meer aan het leven, de liefde en de kunst. Een heerlijk filmisch genoegen vol elegante beelden en composities. (recensie)

7. THE CONGRESS

Jammer genoeg volledig aan het grote publiek ontgaan, deze sublieme half geanimeerde science-fictionprent die ondanks zijn intellectueel discours ook een krachtige en indrukwekkende kijkervaring wist te zijn. Lees hier onze recensie. 

6. ONLY GOD FORGIVES

De plot was futiel, maar de estethische en atmosferische beleving zorgden haast voor een uppercut van een film, een piekfijn gestileerde wraakfilm waarin de koele présence van Ryan Gosling knap contrasteert met meedogenloze gruwel en bloederige agressie. (recensie)

5. MUD

Of je Mud nu een gevoelige familiedrama, een teder coming-of-age relaas, een tragische romance of een spannend mysterie noemt, centraal staan drie gedeukte personages die trachten om te gaan met het verlies van de liefde of de pijn van het opgroeien. Dit alles in het met passie in beeld gebrachte natuurschoon van het diepe zuiden van de VS. Opnieuw een memorabel personage voor Matthew McConauughey. (recensie

4. KID

Fien Troch combineert op grandioze wijze afstandelijke nuchterheid, geënsceneerde werkelijkheid en tragische stiltes in dit hypnotiserende drama. De twee jonge hoofdacteurs laten hun sprekende gezichten al het werk doen, maar met effect. Dromerig enerzijds, hartverscheurend raak anderzijds, dringt Kid in je hoofd en je hart om daar zijn onconventionele maar zo te prijzen zelf te zijn. (recensie

3. THE MASTER

Paul Thomas Anderson haalt met elke nieuwe film gegarandeerd de eindejaarslijstjes. Zo ook dit keer, met zijn hallucinante karakterstudie van een man die ten onder gaat aan begeerte, agressie en obsessie. Meteen ook een magistraal acteerduel tussen Joaquin Phoenix en Philip Seymour Hoffman, Grootse, pictorale en memorabele cinema. (recensie

2. ZERO DARK THIRTY

Na The Hurt Locker overtreft Kathryn Bigelow zichzelf me deze cinematografische variant van een magnetische storm, waarvan het inwendige kopas hevig tott en vlijmscherpe vragen op doet borrelen. Een fervente eis tot nadenken over de intoxicerende zeitgeist van digitale afstandelijkheid en anoniem geweld. Een brandend actuele en tegelijk historische oorlogsthriller van de bovenste plank.

1. GRAVITY

Zo het begrip cinema nog te herdefiniëren of voelbaar te maken is, is dat wat Gravity heeft gedaan. Alfonso Cuarón is de meest capale filmmaker denkbaar om uit te werken hoe de mens een speelbal zou kunnen zijn van natuurkrachten die we amper kunnen bevatten. Een overweldigende ruimtetragedie en de cinematografische ervaring bij uitstek die een groot wit scherm waard is. Ondanks de grensverleggende technische kant, ook een emotioneel meeslepend overlevingsdrama met een uitstekende Sandra Bullock. Lees hier de volledige recensie. 

Lees ook: De Beste Vertolkingen van 2013

 

Sven De Schutter

 
Boys on Film: Youth in Trouble

Al negen edities ver zijn we met de 'Boys on Film'-compilaties, een initiatief van Peccadillo Pictures. Deze Engelse filmdistributeur concentreert zich voornamelijk op wereldcinema, art house, onafhankelijke cinema en gay & lesbian cinema. Niet heel lang geleden was een van hun langspeelfilms - 'Les Invisibles', een documentaire over enkele bejaarde holebi's - bij ons in de zalen te zien. Met de 'Boys on Film'-dvd's verkennen ze alle aspecten van de mannenliefde gezien door de ogen van verschillende cineasten van over de hele wereld. Meestal wordt er op deze compilaties rond een thema gewerkt, de eerste kreeg de bijtitel 'Hard Love' (ok, niet zo subtiel), de tweede 'In Too Deep' (nog minder subtiel) en nu de negende 'Youth in Trouble'. Zoals de titels aantonen moet iedereen volwassen worden; ook het LGBTQ-genre.

VERFRISSENDE BLIK

Wie een opeenstapeling van coming of age van jonge homo’s verwacht moet elders gaan zoeken want deze nieuwste worp van Peccadillo Pictures bewijst dat er veel meer te vertellen valt over dit thema. Onder sommigen van deze fantastische kortfilms staat het homo-zijn zelfs niet centraal, wat misschien nog de meeste verfrissende invalshoeken en verhalen oplevert. In één film, 'Colonial Gods', gaat het zelfs gewoon over de vriendschap tussen twee mannen.

In de film 'Family Affair' zorgt de thematiek een beetje voor een rare wending, alsof de cineast zich plots herinnerde dat hij iets over homo-zijn wou vertellen. Toegegeven, dat is kort door de bocht want overigens is deze 'Family Affair' van de Braziliaanse Caru Alves de Souza een sterke film die ons iets vertelt over de machocultuur in Brazilië en hoe het niet zo evident is om daar een ‘ander soort’ identiteit te hebben. Vooral wanneer je in een familie leeft met een machobroer en – vader en een ongelukkige moeder die zich eerder terugtrekt in haar eigen wereld.
 


'Family Affair' (Caru Alves de Souza)

 

Mooi is hoe de cineast de psychologie van zijn personages weet te symboliseren aan de hand van de verschillende ruimtes in het appartement. De donkere woonkamer staat hierbij in schril contrast met de heldere waskamer waar alle geheimen worden bewaard: het roken van de moeder en het homo-zijn van de jongste zoon. Het is enkel in deze onbeduidende maar eerlijke ruimte dat de personages hun ware identiteit kunnen beleven. In de andere ruimtes, waar normaal gezelligheid en een familiaal gevoel moet heersen, heerst de dominantie van de vader en de oudste zoon. Maar zoals reeds aangehaald is dit homo-zijn op geen enkel ander moment aanwezig in de film, zelfs niet sluimerend, waardoor dit realistisch familie-epos op het einde redelijk bruusk naar een genderverhaal ombuigt.

UITSCHIETERS

Iets evenwichtiger is de film 'Together' van de Britse James Cook waar de genderkwestie zich beperkt tot ‘twee mannen die gaan samenwonen’ en waar alles draait rond een indringer die hun gezellige  leven compleet om zeep helpt. Een regelrechte mindfuck waar het verhaal en de spanning ijzersterk worden opgebouwd en die de kijker met een zeer onaangenaam gevoel achterlaat.

Een andere uitschieter is het Spaanse 'Easy Money' van Carlos Montero waar een hilarisch misverstand uitdraait tot een tragische situatie, wat een beetje doet denken aan de films van Quentin Tarantino. Maar Montero laat het niet bij deze klassieke wending en neemt in de plot opnieuw een bocht van 180 graden. Veel kan er verder niet over dit verhaal verteld worden, het zou zijn zoals het verpesten van een goede mop. Deze film is sober in de vormgeving maar moet het dan ook volledig hebben van het verhaal en de acteerprestaties die trouwens uitstekend zijn; elk personage weet met veel flair en overtuiging zijn rol neer te zetten.
 


'It's not a cowboy movie' (Benjamin Parent)

 

'It’s not a cowboy movie' van Frans regisseur Benjamin Parent behoort ook tot het betere werk en was in 2013 genomineerd voor een César voor beste kortfilm. Het opzet van de film is even eenvoudig als origineel: twee jongens en twee meisjes doen respectievelijk in de jongens-en meisjestoiletten hun relaas over de film die ze gisteren op TV hebben gezien; 'Brokeback Mountain', “avec les cowboys pede, tu sais”. Terwijl de jongen als een volleerd filmcriticus zijn kijkervaring uit de doeken doet aan een klasgenoot, grappen en filosoferen de meisjes over het homo-zijn en de moeilijke beslissingen die daarbij komen kijken. Hier wordt het al snel wat emotioneler omdat één van de meisjes haar vader ‘verkeerd’ is.

De toiletten zijn hier een plek waar de jongeren vrijuit en opvallend volwassen over hun emoties kunnen praten. Het is aandoenlijk en grappig tegelijk. Wanneer de deuren van de toiletten opengaan en ze het schoolleven opnieuw tegemoet treden, regent het onmiddellijk weer puberale verwijten: "Hey homo! Ta gueule, avec ta moustache!" Net als in 'Family Affair' wordt hier een geheime plek gecreëerd waar serieus over de dingen kan nagedacht worden en waar men echte emoties niet hoeft in te houden.

COMING OF AGE

Deze compilatie mag dan geen opeenstapeling van coming of age verhalen zijn, er zitten er toch twee in verscholen, namelijk 'Prora' en 'The Wilding'.

In 'Prora' (internationaal haalde de film al een hele rist prijzen binnen) gaan Jan en Matthieu op zoek naar hun geaardheid en dat tegen de achtergrond van een gebouw dat in de naziperiode dienst deed als vakantiecomplex en in de communistische periode als militair complex. Twee perioden in de geschiedenis die we niet onmiddellijk associëren met vrijheid blijheid. Met een even statige en strakke beeldvorming volgt de Zwitsers-Duitse Stephane Riethauser de experimenten van zijn protagonisten die in 23 minuten tijd een heel stuk volwassener zijn geworden. Hun uitgelatenheid, zorgeloosheid en onbezonnenheid maakt naar het einde van de film toe plaats voor wijselijk zwijgen en bedachtzaamheid. Waar eerst alles meer in de openheid leeft, moet de kijker in het tweede deel van de film alles meer tussen de lijnen lezen. Wie dit filosofisch meer wil uitdiepen, kan ook hierin een link met de architectuur zien en begrijpen dat dit verhaal niet zomaar in deze omgeving geplaatst wordt.

In de Australische film 'The Wilding' wordt de liefde tussen twee jongens alweer in een afgesloten ruimte geplaatst namelijk in de cel van een jeugdgevangenis. Opnieuw een ander leven binnen dan buiten. Grant Scicluna schetst geduldig maar rauw de tweestrijd van het hoofdpersonage die moet kiezen tussen vrijheid en liefde.
 


'The Wilding' (Grant Scicluna)

 

Een ander realistisch relaas krijgen we te zien in 'Colonial Gods' dat zoals reeds eerder vermeld werd, niks met homoseksualiteit te maken heeft maar alles met het opgeven van de eigen idealen, ontgoocheling, wantrouwen en verraad. Het is niet altijd de liefde die hard is, ook vriendschap is soms in hetzelfde bedje ziek. 

BUITENBEENTJE

Tussen al dit dramaturgisch geweld loopt 'Deep End' een beetje verloren. Hier wordt de homothematiek heel klassiek benaderd zonder dat er iets extra aan wordt toegevoegd. In deze verfrissende selectie waarin de lat algemeen gezien zeer hoog ligt, wordt deze film jammer genoeg snel vergeten.

ISOLEMENT

Als er dus één ding opvalt binnen deze compilatie is het dat de meeste regisseurs ervoor kiezen om het psychologisch isolement heel ruimtelijk te benaderen: een cel, een waskamer, een woningcomplex achter een muur, een hotelkamer, een complex dat ten dienste stond van dictatoriale regimes en een toilet. Ruimtes waar mensen hun geheimen prijsgeven en hun ware zelf kunnen beleven meestal als onderdeel van een ander, al dan niet opgelegd, leven.

Dat maakt deze selectie zeer coherent en toont doorheen de verschillende culturen en verhalen een gelijkaardige benadering. Een benadering die heel letterlijk en tastbaar toont hoe er steeds geschipperd wordt tussen verschillende identiteiten maar ook hoe sterk de invloed van een ruimte op de psychologie van de mens kan zijn. Zeker wanneer men geheimen moeten bewaren.

Coverfoto: 'Prora' (Stéphane Riethauser)

 

 
Sigur Rós

In 2012 lanceerde de populaire (en bijna-mythische) Ijslandse post-rockgroep Sigur Rós een kortfilmwedstrijd. Ter ere van hun album ‘Valtari’ verklaarden zij muziek te maken die niet vastgepind ligt rond één bepaalde emotie. In plaats daarvan: ongedwongen klanken met enig mysterie, waarbij fantasie en interpretatie de bovenhand heeft.

Die gedachtegang bleek een voldoende insteek om enkele kortfilmmakers van over de hele wereld, gestuwd door hetzelfde budget, aan het werk te zetten met de nieuwe nummers van het album.

Elke kortfilm focus zicht op één of meerdere tracks en de resultaten zijn verbluffend. De één al sterker dan de ander, maar stuk voor stuk inspirerend en tot de verbeelding sprekend. Opmerkelijk ook, hoe natuur en mysterie twee wederkerende begrippen zijn die in elk filmpje hun daad lijken te doen. De groep koos zelf een - volgens ons zeer terechte - winnaar.

Nu de Ijslandse groep volop de wereld rondtoert met hun nieuwste - en misschien wel betere - album ‘Kveikur’, en daarbij ook twee keer ons land passeerde, is het hoog tijd om de kortfilmparels van deze dvd-box eens vanonder het stof te halen. 

Coverfoto: 'Ekki Múkk' (Nick Abrahams)

 

 
Selected Shorts #15

In aanloop naar het kortfilmfestivalseizoen in België verschijnt een nieuwe Selected Shorts met een greep uit de beste kortfilms van Belgische bodem in 2012. Vorig jaar nog met twee animatiefilms (zie Selected Shorts #14), dit jaar is Selected Shorts #15 helemaal gericht op fictie.

Dus geen plaats voor de animatie 'Natasha' van Roman Klochkov, die op het Kortfilmfestival Leuven nochtans de Prijs van het Publiek voor beste Vlaamse animatie binnenhaalde en op Anima 2012 de SACD-prijs in ontvangst mocht nemen. Ook 'La boîte de sardines' op datzelfde Anima goed voor de Grote Prijs van de Waals-Brusselse Federatie, valt nergens te bespeuren.

Wat we wel terugvinden op Selected Shorts #15: de kortfilm-fictie-toppers van het afgelopen festivaljaar. Films die ene hele resem prijzen binnenhaalden, zoals het autobiografische 'De Naam van de Vader' van Timothy Wennekes dat op het Filmfestival van Gent 2012 goed was voor de prijs voor beste Belgische Studentkortfilm en ook 'Corps perdu' van Lukas Dhont, dat op datzelfde festival een eervolle vermelding kreeg. Nog films van jong en gekend talent: het beklijvende 'Funny Games'-iaanse 'Tsjernobyl Hearts' van Emilie Verhamme, alsook 'Perfect Drug' - de geestverruimende trip van Toon Aerts.


'Dood van een Schaduw' (Tom Van Avermaet)

 

Niet verwonderlijk vinden we 'Dood van een Schaduw' terug in de selectie - publieksfavoriet op IKL én Oscargenomineerd. Maar dit is echter niet de enige Belgische kortfilm op de DVD die het tot in Hollywood schopte: Wouter Bouvijn, die eerder dit jaar de bronzen medaille wist binnen te halen op de Student Academy Awards, zag immers z’n 'Tweesprong' bekroond tot Beste Internationale Film op Hollyshorts Film Festival. Ook 'Mont Blanc' van Gilles Coulier verliet de landsgrenzen en sleepte een nominatie voor een Gouden Palm in Cannes in de wacht. Voorts deden ook de coming-of-age-films 'Kus Me Zachtjes' (Anthony Schatteman) en 'Robyn O.' (Cecilia Verheyden) het niet onverdienstelijk dit jaar. De filmmakers ontvingen respectievelijk onder meer de Humo Award op het IKL en de prijs voor beste kortfilm op het Brussels Film Festival.

Nog meer gezinsdynamiek was te zien in 'Rosa, Zusje van Anna' waarin Janet van den Brandt de relatie en de daarmee gepaard gaande perikelen tussen drie zusjes in beeld brengt. Het absurdistische 'The Importance of Sweet and Salt' van Benoit De Clerck verkent dan weer de cinematografische mogelijkheden van een reeds overleden doch sprekende vis en mocht daarvoor op het IKL de Prijs van de Jury voor Beste Vlaamse Fictiefilm mee naar huis nemen. En met 'Rotkop' bewezen Raf en Jan Roosens dat ook de belevenissen van een vijftienjarige vlegel een publiek kunnen beroeren. De film won de Prijs voor Beste Kortfilm op het Slamdance Festival in de VS.

Als vanouds bekijken we Selected Shorts dus als een aardige bloemlezing, een best of van de Belgische kortfilm in 2012, en als een voorproefje van het moois dat deze filmmakers ons in de toekomst nog kunnen brengen. Goed om weten: Selected Shorts #15 is een dubbeluitgave, met zowel een DVD- als Blu-rayschijf.

Coverfoto: 'The Importance of Sweet and Salt' (Benoît De Clerck)

 

 
Nieuwe namen - 2013

Voorspellen wie een grote naam wordt, is niet evident, maar de tien filmmakers die we u twee jaar geleden voorstelden, staan intussen allemaal op de A-lijst. Ook vorig jaar keken we in onze glazen bol, al is het nog even afwachten of die acteurs het allemaal zullen waarmaken. Nu we een jaar later zijn, wagen we ons aan een nieuwe voorspelling. Wie staat op de rand van een doorbraak?

JASON CLARKE

Wie pas na zijn 40e doorbreekt als acteur, heeft doorgaans al flink moeten zwoegen om er te staan. Deze Australiër heeft echter nog niet gek veel rollen op zijn actief, maar de laatste jaren zijn dat er echter enkel in topfilms. Na Public Enemies waarin hij één van Johnny Depp’s bendeleden speelde, werd hij gecast in o.a. David Schimmer’s Trust en John Hilcoat’s Lawless waarin hij zich perfect staande wist te houden naast Tom Hardy en Shia LaBeouf, die zijn twee broers speelden. Eén van de hoofdrollen in het op Oscargoud hopende Zero Dark Thirty van Kathryn Bigelow en een voorname rol in The Great Gatsby naast Leonardo DiCaprio, maken dat we in 2013 niet aan Jason Clarke zullen ontkomen. Staan verder op het programma: maar liefst twee films van Terrence Malick en de actieprent White House Down.

JAMES BADGE DALE

Met maar liefst vier grote producties gepland voor 2013, is de kans bijzonder groot dat u binnen een jaar wel weet wie deze acteur is. Als hoofdrolspeler van de serie Rubicon, vond hij blijkbaar makkelijk werk na het voortijdig stopzetten van de reeks: na kleine rollen in Shame en The Grey, is deze Amerikaan  klaar voor het grote werk. Het drama Flight met Denzel Washington, de zombiethriller World War Z met Brad Pitt, de avontuurlijke western The Lone Ranger met Johnny Depp en tenslotte een voorname rol in Iron Man 3, zullen er voor zorgen dat u in 2013 simpelweg niet naast hem zal kunnen kijken.

DANE DEHAAN

Deze jonge acteur speelde in 2012 twee opmerkelijke rollen. In de onverwachte hit Chronicle toonde hij zich van zijn meest gevaarlijke kant, waarbij hij zelfs zijn meer telegenieke tegenspelers naar huis speelde. In Lawless vertolkte hij de aandoenlijke Cricket, de gehandicapte vriend van Shia LaBeouf. Het waren twee zeer uiteenlopende rollen, die zijn veelzijdigheid toonden en van hem een grote belofte maken. Het komende jaar zien we hem in The Place Beyond the Pines, een misdaaddrama met Ryan Gosling, in Kill Your Darlings, een biografisch drama waarin Daniel Radcliffe de dichter Allen Ginsberg zal spelen en in Atom Egoyan’s Devil’s Knot, met Oscarwinnaars Reese Witherspoon en Colin Firth. Maar dat DeHaan’s broodje pas echt gebakken is, werd duidelijk toen hij gekozen werd voor de rol van Harry Osborne in de sequel op The Amazing Spider-Man (2014).

DOMHNALL GLEESON

 Deze roodharige Ier viel in 2012 op in het zwierige Anna Karenina en de thriller Shadow Dancer. Als zoon van de befaamde bijrolacteur Brendan Gleeson, bemachtigde hij al heel wat kleine rollen in films waarin vaderlief meespeelde. In Never Let Me GoTrue Grit en Harry Potter and The Deathly Hallows zagen we hem een breder speelveld betreden. De toekomst lijkt enkel grote rollen in petto te hebben, waaronder de hoofdrol in de romantische science-fictionkomedie About Time, naast Rachel McAdams en Bill Nighy. Voor 2014 staat het aanstekelijke drama Frank gepland, waarin hij het scherm deelt met Michael Fassbender en Maggie Gyllenhaal. 

OLGA KURYLENKO

In feite is dit Oekraïense model geen groentje meer als het op acteren aankomt. In 2008 al leerde de wereld haar kennen als Bondgirl in Quantum of Solace. Verder mocht ze als verplichte schoonheid opdraven, al dan niet gekleed, in weinig vermeldenswaardige producties, zo gaat dat doorgaans met Bondgirls. In 2013 lijkt voor Kurylenko echter pas echt het sterrendom te lonken. Na een hoofdrol in Terrence Malick’s To The Wonder, naast Ben Affleck, speelt ze ook naast Tom Cruise in de science-fictionprent Oblivion. Nog meer grote namen? In Seven Psychopaths deelt ze het scherm met Christopher Walken, Colin Farrell, Woody Harrelson, Michael Pitt en Sam Rockwell.

BRIT MARLING

 De charismatische Amerikaanse verscheen op de radar na rollen in de Sundancehits Another Earth en Sound of My Voice, twee films die ze zelf schreef om toch maar aan werk te geraken. Nu staat ze op de rand van een doorbraak. In Robert Redford’s The Company You Keep toonde ze zich op haar meest innemend in een bijrol, maar het is haar rol in de thriller Arbitrage, waarin ze de dochter speelt van Richard Gere en Susan Sarandon, en een hoofdrol in de ecothriller The East die haar het komende jaar laten opvallen.  In The Green Blade Rises deelt ze later nog het scherm met Jason Clarke, één van onze andere beloftes.

SCOOT MCNAIRY

 Na meer dan 25 kleine en grote rollen in films die meestal slechts een heel klein publiek wisten te vinden, is deze Amerikaan eindelijk aan het grote werk toe. De interessante sci-fi-thriller Monsters liet hem eindelijk opvallen, waarna hij in 2012 in twee sterke producties verscheen. In Killing Them Softly zagen we hem als één van de twee sukkels die door Brad Pitt op de hielen worden gezeten, terwijl hij in Argo deel uitmaakte van de groep gegijzelde diplomaten. De soms wat verfrommeld uitziende acteur zal in 2013 o.a. te zien zijn naast Matt Damon in Promised Land van Gus Van Sant en in het ongetwijfeld geweldige Twelve Years a Slave van Shame-regisseur Steve McQueen. Ook het eerder vermelde Frank, met Domhnall Gleeson, staat op zijn lijstje.

ALICIA VIKANDER

 De bevallige Zweedse viel ons enkele jaren geleden al op in het bekroonde Pure, een ongekunsteld psychologisch drama waarin ze een getroubleerde tiener speelt. Die rol heeft haar geen windeieren gelegd. Het afgelopen jaar schitterde Vikander aan de zijde van Mads Mikkelsen in het aangrijpende A Royal Affair en maakte ze haar Engelstalig debuut aan de zijde van Keira Knightley in Anna Karenina. Dit lijkt te volstaan om van een doorbraak te gewagen. In 2013 staat de avonturenfilm The Seventh Son op het programma, waarin ze naast Jeff Bridges en Julianne Moore staat. Daarna volgt terug een Zweedse productie: Hotell, geregisseerd door Pure-cineaste Lisa Lanstedt en het Wikileaksdrama The Fifth Estate met Benedict Cumberbatch als Julian Assange. Ze heeft het mooi voor elkander, die Alicia Vikander. 

 

Van wie verwacht u veel te horen? Laat het ons weten op onze Facebookpagina

 

Sven De Schutter

 
In the Mood for Wong Kar-wai

Met bloedrode inkt en felgele markeerstift stond 17 april in onze agenda aangestipt. Het scriptum ‘WKW’ er in zwarte blokletters dwars over geklad. Want op die dag werd Wong Kar-wai’s langverwachte The Grandmaster op het Belgische publiek losgelaten. Een donkere biopic waarin de Hongkongse cineast inzoomt op het leven van Ip-man, de legendarische trainer van Bruce Lee. Omdat onze nachtrust al enkele weken door torenhoge verwachtingen werd verstoord, trokken wij de ladekast van ons archief open en doken ter voorbereiding nog een keertje doorheen het ganse oeuvre van de meester der melancholie. Aan de hand van een handvol filmfragmenten tonen we in een bescheiden retrospectieve wat die nachtelijke zoektocht heeft opgeleverd. Verwacht bruisende personages, stroboscopisch geweld, roerloze natuurpracht en vooral bakken neonverlichte eenzaamheid. Of zoals Wong het zelf opmerkte bij het bekijken van één van zijn films: “It is really a trip.

New Wave overspoelt Hongkong

Een kleine geschiedenis

Wanneer Wong Kar-wai in de vroege jaren tachtig zijn eerste stappen zet in het audiovisuele veld, gutst de Hongkongse Nouvelle Vague doorheen de grootstad. Gedragen door lokale grootheden als Ann Hui, Tsui Hark en Patrick Tam blaast deze nieuwe generatie filmmakers een sociale en politieke wind doorheen de Hongkongse cinema die op dat moment gedomineerd wordt door het Wuxia zwaardgekletter van de Shaw Brothers en consorten. Hoewel het niet over dezelfde stilistische noch  vormelijke ontwrichtende kracht beschikte als die van de Franse Nouvelle Vague bleek de Oosterse variant desalniettemin cruciaal te zijn voor de identiteit van Hongkongse cinema. 1980 was immers het decennium waarin de fundamenten werden gelegd om Hongkong van Britse naar Chinese voogdij over te dragen. Het is tegen het licht van deze tumultueuze periode in dat een groep cineasten opstaat met een persoonlijke (en vaak cynische) visie op de Hongkongse identiteit. De prachtige opener van Ai Sha (Love Massacre, 1981) is daar een mooi voorbeeld van.
   

Na enkele jaren van televisiewerk wordt Wong Kar-wai onder de vleugel genomen door Patrick Tam. Hoewel het tot 1988 wachten is op Wongs debuut laat hij zich voor het eerst opmerken in ’86, als scenarist van Tams vijfde langspeler Final Victory. Door Wong zelf omschreven als zijn beste scenario tot op heden is Final Victory een enigmatisch stukje cinema. Niet zozeer om het kolderieke verhaal of de eindeloze stoet aan bedenkelijke practical jokes, maar wel omdat enkele Wongiaanse stijlkenmerken zich reeds laten optekenen. Expressionistisch lichtgebruik in een contemporain Hongkong en Amerikaanse popsongs doorheen een Aziatische bril passeren immers reeds hier de revue. Wat Wongs precieze invloed was op dit lichtvoetig gangsterdrama van Patrick Tam en hoe beide heren elkaars verdere carrière beïnvloedden valt moeilijk in te schatten, maar zeker is dat Tams protegé niet veel later de New Wave fakkel van hem zou overnemen en doorheen Hongkong een nieuw soort cinema zou laten stormen.

 

Van Franse Nouvelle Vague tot Wongs New Wave

Veel meer nog dan de pioniers van de Hongkongse New Wave steunt het oeuvre van Wong op enkele sleutelkenmerken van de Franse Nouvelle Vague. Die link begint al bij de naam ‘Wong Kar-wai’, die zich als een felbegeerd Aziatisch exportproduct doorheen de arthouses van de Westerse wereld zwalpt. Want net als de met glitter besprenkelde namen van Chabrol, Godard, Rivette of Rohmer wordt die van Wong Kar-wai systematisch gelinkt met het Franse idee van auteur. Een term, vormgegeven door de guru der filmkritiek André Bazin en verder ontwikkeld door François Truffaut, die ervan uitgaat dat het de regisseur (en niet de producer, acteur of schrijver) is die zijn hoogstpersoonlijke stempel drukt op het kunstwerk, de film. Keuzes in vorm, stijl en thematiek stemmen uit zijn persoonlijke visie. Met geldschieters die doorheen de vaak enorm lange producties terugkrabbelen (Ashes of Time, The Grandmaster, 2046 en In the Mood for Love kenden allen een draaiperiode die meer dan twee jaar overspande)  en acteurs die door het onafgewerkte of simpelweg afwezige scenario meer dan eens de wanhoop nabij waren, geldt Wongs visie overduidelijk als allesoverheersende kracht op diens filmsets.

Maar belangrijker dan een glibberige term als auteur, die bijvoorbeeld de onpeilbare waarde van cinematograaf Christopher Doyle negeert, zijn de talloze vorm- en stijlkenmerken die zo sterk stoelen op enkele meesterwerken van de Nouvelle Vague. Daarvan zetten wij er enkele van de mooiste en meest frappante op een rijtje:

1.

Via handheld camera’s, jump cuts en improviserende acteurs openbaart zich in meesterwerken als À Bout de Souffle, le Quatre Cents Coups enParis nous Appartient een nieuw soort cinema.  Parijs is haar epicentrum. Grootstedelijke vervreemding, haveloze, onstuimige zielen en jazz stormen er door de straten. Dertig jaar later geeft Wong Kar-wai daar met de visuele triptiek van Chungking Express, Fallen Angels en Happy Together zijn eigen draai aan. Aangevuld met stroboscopische bewegingen, popmuziek, MTV montage en veel neonlicht is het resultaat een overrompelende cinema. Een opstoot van rauwe energie, verpakt in melancholische liefdesverhalen en versneden met de Hongkongse potpourri cultuur. Het zinderende karakter van een film als Chungking Express doet een beetje denken aan de romans van Kerouac of een vroege film van Truffaut. Verassend, wild, onstuimig en ontembaar. De sfeer van verdwaalde zielen, gedrenkt in de broeierigheid van het alledaagse leven. Voor zowel de Franse als de Hongkongse New Wave kwamen vele van deze esthetische keuzes voort uit een gebrek aan budget. Net dankzij deze beperking zijn vele van de Nouvelle Vague films -  van Parijs over Tsjecho-Slowakije en Iran tot Hongkong - de perfecte belichaming van een vrije cinema. Het onderstaande clipje uit Happy Together toont het einde van een vriendschap, gefilmd in een losse handheld stijl met enkele laconische freeze frames die zowel aan Truffaut als MTV doen denken.  Even later breekt het nachtleven (dit keer van Buenos Aires) in al zijn neonverlichte pracht en praal open. Voor de mooiste jump cut aller tijden moet u trouwens bij dezelfde film zijn. Minuut 49 om precies te zijn.

2.

Naast die befaamde Nouvelle Vague-trilogie schemert er doorheen zijn gehele oeuvre diezelfde modernistische toets die de Nouvelle Vague zo typeerde, in het bijzonder de films van Jean-Luc Godard. Zo wordt één van Godards favoriete vormkenmerken - de herhaling - op ingenieuze wijze ingezet in het treurdicht In the Mood for Love. Al vroeg in zijn carrière peilde Godard met films als Pierrot le Fou (1965) en Masculin-Féminin (1966) naar het repetitieve karakter van onze popcultuur en wie het zich nog herinnert, weet dat hij daar met King Lear (1987) nog een Brechtiaanse schep bovenop deed. In deze idiosyncratische adaptatie van Shakespeare verscheen eenzelfde scène met Norman Mailer (die de tournage voortijdig verliet) immers twee keer, al ging het wel om verschillende outtakes. Zonder het zelfreflexieve kantje sijpelt eenzelfde techniek ook In the Mood for Love binnen. Tot tweemaal toe wandelen Chow Mo-wan en Lai Chen, de gedoemde geliefden van het verhaal, doorheen hetzelfde achterstraatje van Hongkong anno 1960. Uiterst subtiel verandert het blikkenspel, de cameravoering en de dialoog tussen de twee ogenschijnlijk identieke scènes. Het resultaat is een prachtige afspiegeling over de maakbaarheid van ons geheugen. Over hoe ons herinneringsbeeld kleine details bijkleurt en andere zaken liever vergeet. Over hoe twee eenzame dertigers, gevangen in de sociale voorschriften van de jaren ‘60, elk hun versie van een affaire onthouden hebben.

3.

Van Wongs sterke affiliatie met modernistische verteltechnieken blijkt al veel vroeger dan dit fragment uit het jaar 2000 sprake te zijn. Misschien wel de meest gewaagde en bepalende scène uit zijn ganse oeuvre is de sequentie die Days of Being Wild, Wongs tweede film, afsluit. Om redenen die de interne logica van de film te boven gaan, krijgt een volstrekt onbelangrijk en niet eerder geïntroduceerd personage deze laatste vijf minuten geheel voor zich alleen. In een bloedstollend mooie longtake zien we Tony Leung zich opmaken voor een avondje uit, zich er hoegenaamd niet van bewust dat de verbaasde kijker een afrondend einde verwacht voor de getroebleerde helden van de film. Enigmatischer wordt het nog wanneer blijkt dat er van Days of Being Wild nog een andere, eerder obscure, versie bestaat waarin deze scene ook aan het begin van de film verschijnt. De onnavolgbare David Bordwell verhaalt erover op diens blog. Met een dergelijke kunstgreep stelt Wong Kar-wai (net als de Franse New Wavers) klassieke verteltechnieken in vraag, een leidmotief dat ook latere films als 2046 en Ashes of Time zal domineren. Daarmee wordt de film als tekst opengeslagen, krijgt de verhalenwereld een bredere scoop en blijkt dat de film geen allesomvattend en gesloten condensaat van het leven hoeft te zijn. Daarnaast is deze weergaloze sleutelscène ook gewoon prachtig om zien, met een claire obscur die Wongs latere werk voorafschaduwt. Chris Doyle sluipt met zijn camera minutieus doorheen het bedompte kamertje en Tony Leung is ook hier op z’n best wanneer hij banaliteiten weet te verheffen tot oneindig interessante manierismen.

4.

Tot slot doet Wongs enorme passie voor popcultuur ook sterk aan Godard denken, al mist zijn Oosterse kijk wel het cultuurpessimisme van zijn Franse collega. Wie bij het woord popcultuur in de eerste plaats aan Coca-Cola, McDonalds en MTV denkt, doet er goed aan om Fallen Angels nog een keer door de dvd-speler te halen. Daarin wordt duidelijk hoe sterk Wongs filmwereld zichzelf ophangt aan iconische billboardmerken en flitsende videoclipmontage. Daarnaast verwijst hij zoals elke goede cineast maar al te graag naar zijn grote idolen. Knipogen naar Fellini, Truffaut, Antonioni en Resnais zijn daarbij van terugkerende aard. Verder is het ook leuk om zien dat Wongs ietwat naïeve debuutfilm As Tears go By hulde brengt aan Sergeo Leone’s Once Upon a Time in the West en met een ijsbeker subtiel naar de roemrijke koffiescène uit Godards 2 ou 3 Choses Que Je Sais d’Elle alludeert. Maar het allermooist wordt het wanneer Wong popmuziek uit de wereldbibliotheek met zijn films vermengt. Gaande van Frank Zappa, The Cranberries, Nat King Cole en Berlin, over de samba en rumba’s van Xavier Cugat en Astor Piazzola tot de eigentijdse composities van Shigeru Umebayashi en Danny Chung. Soms (wanneer er niet genoeg geld voorhanden was om het origineel aan te kopen) laat Wong een nummer coveren door een lokale band, zoals het indrukwekkende Karmacoma van Massive Attack in Fallen Angels. Ongetwijfeld de mooiste mix van film en muziek komt uit Chungking Express. Het personage van Faye Wong, in het echte leven een immense popster aan het Oosterse firmament, vliegt zichzelf op de tonen van The Mamas & The Papas’ California Dreamin’ doorheen het appartement van de jongen die ze stalkt. Het zijn drie van de meest onsterfelijke minuten uit het oeuvre van Wong en och, waarom niet, uit de moderne filmgeschiedenis.

 

Hongkong, mon amour

In het hart van Wong Kar-wai’s oeuvre ligt Hongkong als een roestige pacemaker vervat. In bijna al zijn films duikt de grootstad op. Eens als een verstikkend kluwen van neon en geweld, dan als een verloren paradijs. Maar altijd is ze de stille gangmaker voor die immer terugkerende thematiek van verlangen, herinnering en onbeantwoorde liefde. Waarom Wong de pracht van Hongkong verkiest boven die van bijvoorbeeld het Groothertogdom Luxemburg, nochtans gezegend met een vergelijkbare oppervlakte, valt wellicht te verklaren door zijn hoogstpersoonlijke band met die stad. Zoals vele Chinese gezinnen verruilt de familie Wong het communistische Shanghai anno 1960 voor een Mandarijnse getto in Hongkong. Gereserveerd als ze zijn ontdekt de vijfjarige Kar-wai er samen met zijn moeder het bruisende leven van de Britse kroonkolonie en wordt er verliefd op de diversiteit van haar cinema’s. Wong vindt er de kapitalistische buzz van een florerende vrijhaven, overgoten met de romantiek van mariachimuziek, cricket en Wonton noodles (meegenomen door inwijkelingen uit respectievelijk de Filipijnen, het VK en Guangzhou). Tegelijk is Hongkong het kruispunt van Chinees communisme en Westers imperialisme, van decadentie en armoede, van traditie en moderniteit en maakt hij er kennis met de eenzaamheid die in elke grootstad huist. Zijn Chinese roots en Mandarijnse tongval, maar ook de stroeve sociale voorschriften van die tijd snijden hem af van de Cantonese hubbub. Laat het onderstaande filmpje u alvast meevoeren naar de toenmalige poort van het Verre Oosten.

Aan het prille begin van Wongs carrière als regisseur doet Hongkong vooral dienst als decor van naïef boefjesgedrag en brutaal geweld. De debuutfilm As Tears go By, oftewel de Aziatische versie van Scorcese’s Mean Streats, wordt dankzij de Hongkongse massa, die opgroeide met flitsende Wuxia-prenten en kinetische virtuoso van John Woo, een lokaal monstersucces, goed voor een flinke winstmarge en een handvol nominaties. Hoewel Wongs meesterschap hier duidelijk nog in zijn kinderschoenen staat, schuilt er in het laatste bloedbad van de film pure visuele poëzie. Het is een bravourestukje wat montage betreft en een van die zeldzame explosies van geweld die je zowel met ontzag als weemoed vullen.

 

Vrije vogels en een vervlogen verleden

Een eerste glimp van Hongkongs ambivalente identiteit anno 1960 wordt ons in Wongs tweede langspeler Days of Being Wild gegund. Hierin volgen we een handvol jongeren, geplaagd door verveling en geldzorgen, die er een sport van lijken te maken zichzelf en elkaar eenzaam, verloren en afgewezen te doen voelen. Zo is er Tide, de politieagent met nachtdienst, die verlaten straten afstruint in de hoop er het meisje tegen het lijf te lopen waar hij heimelijk verliefd op is. Datzelfde meisje (Lai Chen genaamd, onthoud die naam) zit echter nog met de blues over haar voormalige beau en verlangt ernaar om terug naar Taiwan te keren. Tezelfdertijd probeert een wulps danseresje zich halsstarrig vast te klampen aan haar nieuwe vlam, en duwt ze hem net hierdoor van haar weg. In het epicentrum van deze gebroken-harten-film dwaalt Yuddy rond, die als geadopteerde Filippino rusteloos wacht op de dag dat zijn pleegmoeder hem vertelt waar zijn echte moeder woont.

In het Hongkong van Wong Kar-wai lopen zielen verwond en hunkerend rond. De havenstad is slechts een tussenplek, waar mensen ooit naartoe kwamen om er een nieuw leven te starten maar zichzelf nu gestrand vinden tussen gebroken herinneringen en verlammende verlangens, dromend van andere oorden en verloren moeders. Net zoals Yuddy’s dubieuze identiteit is Hongkong een stad/land zonder echte roots: half China, half Groot-Brittannië. Coca-Cola wordt er gedronken in de cafetaria van een leeg voetbalstadion en Aziatische jongeren kammen er hun haar naar het model van James Dean en andere rebels. Haar straten zijn uitgeregend en verlaten, haar appartementen donker en bedompt. Net zoals Hongkong eeuwenlang de speelbal is geweest van koloniale en territoriale conflicten, zo beleeft Yuddy zijn existentiële zoektocht eerder vanaf de zijlijn. Gewillig laat hij zich van de ene in de andere relatie glijden, slechts aangemoedigd door verveling en gehinderd door bindingsangst. Passief laat hij de zoektocht naar zijn herkomst geheel van de goodwill van zijn pleegmoeder afhangen. Pas wanneer zij een exodus naar Amerika onderneemt en hem eindelijk het adres van zijn echte moeder toevertrouwt, zoekt hij haar op. Maar zij blijkt hem niet als zoon te willen erkennen en eens te meer zwerft Yuddy onbestemd rond.

In een stijl die naar het visuele meesterschap van Ashes of Time en In the Mood for Love hint, maar ook literair sterk uit de hoek komt, vlecht Wong doorheen Days of Being Wild de mooie metafoor van een vogel die niet kan landen en daarom gedoemd is eeuwig te vliegen. Zijn dood zal het enige moment zijn waarop hij kan rusten. “The bird only lands once in its life… that’s when it dies.” Ook hieruit spreekt de rusteloosheid en ontworteldheid van de Hongkongse zeitgeist. Het onderstaande clipje illustreert.

 

Paradise Lost

In zijn vijfde film, In the Mood for Love, diept Wong Kar-wai de thematiek van aliënatie en eenzaamheid in Hongkong verder uit. Het verhaal speelt zich enkele jaren na dat van Days of Being Wild af en geldt tegelijk ook als tweede luik in een trilogie die afgesloten wordt met 2046. In een periode die de jaren 1962 - 1966 overspant beginnen Lai Chen (het Taiwanese meisje uit Days of Being Wild) en Chow Mo-wan (de enigmatische knul die Days of Being Wild mocht afsluiten) een affaire. Beiden zijn ze ongelukkig getrouwd met overspelende echtgenoten en doen ze er alles aan om zichzelf over te geven aan dezelfde hartstochten waarin hun afwezige eega’s zich hebben gestort.  Maar de strenge sociale voorschriften en angst voor voyeurisme beletten hen om zich echt over te geven aan de affaire. Wat rest is een reeks schrijnend mooie tableaus van twee gedoemde geliefden die er in het halfduister van achterkamertjes en steegjes niet in slagen de traditionele voorschriften achter zich te laten en de moderne liefde de omarmen.

Ook in deze wenyi-prent over onderdrukt verlangen is Hongkong opnieuw de locus voor vastgeroeste zielen en gestrande dromen. Voor het eerst in Wongs oeuvre verschuift de thematische waaier van grootstedelijke eenzaamheid in het leefmilieu van rusteloze jongeren naar dat van vastgeroeste dertigers. Daarbij tekent hij een complexe studie uit over rolpatronen en de haperende mechanismen van ons geheugen. Niet enkel thematisch maar ook visueel slaagt Wong Kar-Wai er samen met Christopher Doyle in om op sublieme wijze het melancholische gemoed van zijn karakters te vertalen naar de visuele sfeer van de stad. Zo worden alle scènes bewust klein gehouden, in de beslotenheid van bedompte hotelkamertjes, verlaten steegjes, krappe bureaus en kleine noodlestandjes, zonder ooit het postkaartpanorama van Hongkong te tonen. De locaties worden via montage en distantiëringselementen opgebroken om zo de subjectieve ervaring van de af- en opgesloten hoofdpersonages te benadrukken. De weinige buitenopnames ademen daarenboven de droefgeestigheid van een verlaten stad uit. Dat het merendeel van de scènes als een huis clos aanvoelen ondersteunt het gevoel van beknotting, voyeurisme en sociale controle die uit de strikte afbakening van de toen heersende omgangscodes voortkwam.

Wong recreëerde zijn verloren paradijs uit de restjes van het hedendaagse Hongkong en Bangkok (beide steden hadden in de jaren '60 een gelijkaardig uitzicht) en natuurlijk dankzij vernuftig studiowerk. Dit stelt hem in staat zijn eigen geromantiseerde beeld op te hangen van een stad die nooit bestaan heeft. In de eerste plaats is deze film dan ook de nostalgische recreatie van een verdwenen stad, door het geheugen van de cineast herleid tot een melancholisch paradise lost en heden ten dagen opgeslokt door de onomkeerbare sloophamer der globalisering en modernisatie. De filmische stad als drager van een uitgegomde geschiedenis. Tot in het kleinste detail reconstrueert Wong een Hongkong dat op het spanningsveld staat tussen traditie en moderniteit. Dit doet hij aan de hand van een amalgaam van traditionele en populaire cultuur, met invloeden van films als Spring in a Small City, Vertigo en Brief Encounter, muziek van Nat King Cole en Zhou Xuan (waarnaar de oorspronkelijke Chinese titel verwijst) en schrijvers als Liu Yi-chang (Intersections) en Manuel Puig (Heartbreak Tango). Ook de befaamde cheongsams, de prachtige jurken die Lai Chen doorheen de film draagt, zijn daarvan getuige. Met de hals omsloten maar de armen bijna volledig ontbloot, variërend van kleurrijk tot monochroom, versierd met een bloemetjesmotief of een strak lijnenpatroon, etaleert deze jurk zowel klasse en gereserveerdheid als vrouwelijke sensualiteit. Deze cheongsams zijn een hybride van traditioneel Chinees ontwerp en Westerse stijl, waarmee de jurk enerzijds seksuele emancipatie uitdraagt maar anderzijds imperialistische afhankelijkheid. In een verhaal over onderdrukt verlangen, sociale achterdocht en rolpatronen omvat deze simpele jurk reeds op wonderlijke wijze de hele thematiek van zijn film.

Ergens halverwege In the Mood for Love doet Wong iets wonderlijks met enkele trackingshots, spiegels en helgeel licht. De gesluierde beelden attesteren het voyeurisme en de herinneringsthematiek, terwijl de spiegels Chow Mo-wan en Lai Chen van elkaar afzonderen. Nooit worden ze rechtstreeks in hetzelfde beeld getoond, enkel via de opake barrière van het spiegelvlak. Verderop in het fragment wordt een deel van het complexe rollenspel, dat aan Hitchcocks Vertigo doet denken, uit de doeken gedaan en deelt de huisbazin een aanmatigende sociaalkritische sneer uit. Let er ook op hoe de huisbazin onscherp wordt getoond en hoe op die manier Lai Chens isolement wordt benadrukt. Bovendien toont het volgende filmpje niet enkel Wongs visuele raffinage en interesse voor herhaling, maar ook enkele van die bloedmooie cheongsams (de aandachtige kijker telt er vijf).

 

Au revoir, mon amour.

Hoewel 2046 stilistisch en thematisch een waardige maar ietwat pompeuze afsluiter is voor Wongs jaren ’60-trilogie, springen we enkele decennia verder en belanden bij Happy Together en het jaar 1997. Happy Together - de film die Wong voor In the Mood for Love draaide, in vele cinefiele lijstjes als één van dé films van de jaren ’90 staat genoteerd en wat ons betreft meteen ook bestempeld mag worden als Wongs absolute meesterwerk - verhaalt over het zinderend liefdesleven van een homoseksueel koppel dat na een mislukte vakantie vast komt te zitten in Buenos Aires.  Tevergeefs proberen ze er hun relatie nieuw leven in te blazen en lopen er hun ziel stuk op de vuile trottoirs waarlangs slecht betaald werk en alcohol als glasscherven verspreid liggen. Interessant is dat het dit keer Buenos Aires en niet Hongkong is die als stad der gebroken harten fungeert. Ook in Buenos Aires, dat op de wereldbol aan exact de andere kant van Hongkong ligt, blijkt net dezelfde mix te bestaan van rusteloosheid en melancholische schoonheid. Eén van de boutades uit de film luidt: “Turns out that lonely people are all the same.”

1997 is niet enkel het jaar waarin Ho Po-wing en Lai Yiu-fai besluiten om de watervallen van Iguazu te bezichtigen, maar markeert ook het historische moment waarop Groot-Brittannië de voogdij van Hongkong voorgoed terug aan de Chinese Volksrepubliek overdraagt. Zo komt er aan de Britse lease die in 1842 werd getekend en in 1941 kortstondig werd onderbroken door de Japanse bezetter, een einde. Na deze officiële overdracht wordt Hongkong tot in 2047 een speciaal statuut toebedeeld, waarbij het gedurende 50 jaar een hoge mate van autonomie zou mogen behouden en er in se niets verandert (hiernaar verwijst de titel 2046, waarin Wong het allerlaatste jaar voor de volledige Chinese incorporatie exploreert aan de hand van een futuristisch verhaal). Tegen de achtergrond van deze voor een land existentiële verandering ontvluchten Po-wing en Yiu-fai dus Hongkong en gaan aan de andere kant van de globe op zoek naar nieuw geluk. Dat vinden ze er voor even…

Maar uiteindelijk draait ook daar de zoveelste reboot van hun relatie (Po-wing vraagt herhaaldelijk aan Yiu-fai of ze helemaal opnieuw kunnen beginnen) uit op verbittering en eenzaamheid. Aan het einde van 1997, na een jaar van destructieve liefde in Argentinië, keert Yiu-fai alleen terug naar Hongkong. De wekker in zijn oude kamer wordt op 00:00 gezet. Zowel voor Hongkong als voor Yiu-fai moet dit breukjaar het moment markeren van een nieuw begin, dit keer echter zonder Po-wing of Britse voogdij. Een schone lei die nog onbezoedeld is door de smet van slechte herinneringen en verscheurende relaties. In de laatste scène van de film neemt Yiu-fai een tramrit doorheen zijn nieuwe stad. Terwijl The Turtles vrolijk hun Happy Together op de soundtrack zingen, snelt het neonverlichte Hongkong voorbij. In een station komt de rit tot stilstand en met een ironische knipoog die aan Truffauts Les Quatre Cents Coups doet denken, zet Wong net op dit onbeweeglijke beeld een freeze frame. Misschien duidt dit laatste, stilstaande beeld op de immobiliteit waarin Hongkong nu verzeild is geraakt, gekluisterd aan de belofte van 50 jaar bevroren autonomie en tegelijk losgerukt van haar Britse identiteit. Misschien heeft Yiu-fai, aangekomen in een stad waar niks zal veranderen, net als Antoine uit Les Quatre Cents Coups nergens meer om naartoe te gaan, wetend dat er ook niets aan/met hem zal veranderen.

Catharsis in een grashalm

Toch schuilt er achter Wongs opus zelden zwartgallig pessimisme. Aan het eind van elke film krijgen naast de melancholie en verlorenheid ook hoop en catharsis een plaatsje toebedeeld, al vullen die nooit de verwachtingen in waarvan de personages hadden gedroomd. Zo ook het laatste hoofdstuk van Happy Together, dat tegelijk het einde van een tumultueuze relatie markeert als het begin van een prille vriendschap. Tijdens zijn verblijf in Buenos Aires raakt Yiu-fai bevriend met een dromerige Vietnamese jongen, Chang. Hoewel ook zij uiteindelijk andere wegen in zullen slaan, betekent hun vaarwel niet het einde van hun relatie. In één van de mooiste scènes uit de film vraagt Chang om iets voor hem in te spreken op een cassettebandje, zodat hij een memento heeft aan Yiu-fai. Met de cassetterecorder in zijn hand gekluisterd, probeert Yiu-fai iets zinnigs te bedenken, maar zijn gebroken hart laat slechts een zacht gehuil verstaan. Later neemt Chang het stille gesnik van Yiu-fai, opgenomen op het cassettebandje, mee naar een vuurtoren aan het einde van de wereld. Daar laat hij het gebroken hart van zijn vriend vermengen met de eindeloze stilte van een stuk niemandsland. Tegelijk probeert ook Yiu-fai in het reine te komen met zijn mislukte relatie. Hij herhaalt het reisje naar de watervallen van Iguazu en vindt er niet de gedroomde romantiek maar wel overdonderende en tegelijk beeldschone eenzaamheid. Op datzelfde moment onderneemt ook Po-wing een poging om het verleden te vergeten, maar al dansend sluipt een herinnering aan Yiu-fai het aftandse glas van een spiegel binnen.

Herinneringen haken zich in alle personages van Wong Kar-wai als weerhaken vast. Ze staan onherroepelijk vastgelegd op cassettes, zoals de bandopnemer van Chang, of de Hi8-tapes uit Fallen Angels. Ze hangen als een smet op de ziel van een gedumpte politieagent (agent 223 uitChungking Express) en een rebel zonder doel (Yuddy uit Days of Being Wild). Het verleden kluistert hen vast aan apathie, vertroebelt elke nieuwe relatie en doet hen steeds weer in dezelfde vicieuze cirkel belanden. Op sommige momenten flitsen herinneringen tegelijk pijlsnel en glashelder voorbij (het einde van As Tears go By), andere keren ontvouwen ze zich traag en opaak achter halfgesloten ramen en in bestofte spiegels (zo is dat in Po-wings dansscène en tegensprekelijk nagenoeg in heel In the Mood for Love). In het universum van Wong is het geheugen tegelijk omfloerst met romantiek, als venijnig en contraproductief. Tot op zekere hoogte zijn al deze personages - of ze nu uit het gestileerde paradise lost van de jaren ’60 stammen of uit de flitsende onderbuik van de nineties - een afspiegeling van Hongkongs ambivalente identiteit. De stad die als een speelbal van wereldmachten steeds weer werd geadopteerd, ontvoogd, ontworteld en geïncorporeerd, heeft twee generaties groot gebracht die zowel geplaagd worden door zowel bindings- als verlatingsangst. Nagenoeg alle zielen in Wongs werk blijken niet in staat een duurzame relatie op te bouwen en tegelijk klampen ze zich halsstarrig vast aan hun gebroken harten en vergeelde herinneringen. Steeds opnieuw belanden personages in dezelfde (vaak fatalistische) cirkel van eenzaamheid en geweld. In zowel As Tears go ByFallen Angels als Days of Being Wild wordt elke protagonist zowel voortgedreven als verteerd door zijn hang naar geweld. Uiteindelijk wacht voor al deze aficionado’s van geweld enkel vervreemding en de dood. Ook minder recalcitrante tobbers lijken vast te zitten in een perpetuum van onrust en isolement dat aangewakkerd wordt door het onvervuld verlangen van hun melancholisch hart.

En toch is er hoop! Toch slagen sommigen onder hen erin deze neerwaartse spiraal te doorbreken en vrede te nemen met het verleden. En de sleutel hiertoe blijkt in de natuur te schuilen. Niet de overrompelende, allesomvattende en goddelijke natuur van een Tarkofsky of Malick maar wel de roerloze schoonheid ervan als contrapunt voor de broeierige stad. Een eerste glimp vangen we hiervan op in Days of Being Wild, waar de krappe slaapkamertjes en smoezelige cafetaria’s plotsklaps opengetrokken worden door een zoevend shot van een voorbijflitsend palmbomenbos. Een droombeeld van Yuddy misschien, een vluchtpunt, een plaats van herkomst? Maar ook wanneer we die zinderende sequentie van Happy Togetherterug opzoeken, waarbij Yiu-fai de stappen en de stemmen uit zijn verleden herhaalt, komen we de catharsis van de natuur tegen. Zijn gebroken hart laat hij uitwaaien in de onmetelijke stilte aan het eind van de wereld. Zijn mislukte reis onderneemt hij een tweede keer alleen, waardoor hij het verleden zowel herbeleeft als achter zich laat. Met de kolkende waterval als perfecte metafoor voor hun destructieve liefde en alle symboliek van water die daarbij hoort.

De Natuur op haar mooist

Maar de allermooiste plek die de natuur toebedeeld krijgt in het canon van Wong Kar-wai is weggelegd voor de laatste scene uit In the Mood for Love. Het barokke kleurenpalet, de sombere claire obscur en de verstikkende interieurs worden opengetrokken naar een van de alleroudste plekken in Cambodia. In deze sequentie vertrouwt Mo-wan zijn geheime relatie met Lai-chen toe aan een klein gaatje in de ruïnes van Angkor Wat. De plaats is honderden jaren oud – vele pilaren zijn afgevlakt, anderen herleid tot puin – en ze lijkt op niets meer dan een ver relict uit het verleden. Toch groeit er uit dat kleine gaatje van Mo-wan even later een grashalm en wordt deze mythische plek opnieuw opgevuld met een beetje leven. Hetzelfde zou ook gezegd kunnen worden van Chows herinneringen aan Lai-chen: ze zijn vervlogen en net als de tempel vlakken ze steeds meer af. Tegelijk beaamt de film dat herinneringen, net als een ruïne, nog vatbaar zijn voor verandering. Zo vult hij de leegte van deze oude herinneringsplek, deze mnemonische site der beschaving op met zijn eigen, banale herinnering aan een ongrijpbaar meisje. Terwijl de tijd haar werk doet en de natuur haar plaats inneemt tussen het puin is Mo-wan nu wellicht aangekomen op een plek waar hij het verleden kan laten rusten en vooruit kan kijken.

Eigenlijk is deze link met de natuur zo gek nog niet. Het allereerste beeld waarmee As Tears go By opende en dat tegelijk het begin van Wongs carrière mocht inluiden, is dat van een groep wolken, gevangen in een muur van televisieschermen. Een enkel beeld als perfecte metafoor voor het gevoel van stadsaliënatie en het verlangen naar de natuur.

Wongs films zouden in dit licht gelezen kunnen worden als een zoektocht naar rust, identiteit en onafhankelijkheid. Als een manier om vrede te nemen met het verleden. Een loslaten van herinneringen, al komt dat nooit zonder de dubieuze notie dat er - om het met de woorden van Jeroen Brouwers te zeggen - “niets bestaat dat niet iets anders aanraakt”. Dat het gedroomde tabula rasa toch ook altijd een voortzetting van het verleden is. Succesvol opnieuw beginnen, zoals Po-wing dat zo graag wil, kan pas echt slagen als de voetloze vogel van Yuddy ondanks alle tegenslag en hartzeer toch een plek vindt om te landen. Voor de personages van Wong Kar-wai blijkt de natuur alvast een goede plek om uit te rusten en het verleden te vergeten. In een stad als Hongkong, divers en verdeeld, lijkt die landingsbaan echter moeilijker te vinden, maar misschien dat ontluikende liefde ook daar een stukje van de weg kan tonen. Het laatste woord is daarom aan de twee verliefde vogels die Chungking Express afsluiten.

 

 

Ruben Vandersteen

 
Dit was 2012

Als er één ding opvalt bij het afsluiten van het filmjaar 2012, is het wel dat er veel verschillende favorieten waren. Terwijl vorig jaar een film als The Tree of Life moeiteloos alle lijstjes haalde, is er nu opmerkelijk weinig unanimiteit.

Onder de K.U.T-redactieleden was het dus wikken en wegen. Het is ons mits enig geven en nemen gelukt een top samen te stellen van films die voor ons het voorbije filmjaar definieerden. Uiteraard sneuvelden ook enkele films die minstens één redactielid nauw aan het hart lagen. Zo vinden de mooie biografie Cloclo, de Belgische Oscarinzending A Perdre la Raison, het broeierige Once Upon a Time in Anatolia, de eigenzinnige romanverfilming Wuthering Heights en het indringende Skoonheid geen plaats bij de eerste tien. Ook toppers als ArgoPlayDe Rouille et D'OsHeadhuntersLooper of Prometheus haalden de eindstreep niet, maar laat bij deze duidelijk zijn dat ze beslist tot het betere werk van 2012 behoorden. Als het op Vlaamse films aankomt, hadden we Offline beslist dat plaatsje in de top gegund, maar ook die moet het enkel met onze appreciatie stellen. 

Voor we onze top 10 aan u voorleggen, geven we alvast de conclusie mee dat geen enkele van de films die onze hoogste appreciatie krijgen, in 3D vertoond werden. Hoezeer Hugo vorig jaar ook een nieuwe trend leek aan te kondigen, voorlopig blijft er een kloof tussen spektakel en écht goede cinema, en dat zelfs zonder snobistisch te willen zijn.

Laat op onze Facebookpagina gerust weten wat u van de K.U.T- top 2012 vindt.  

 

10. THE DARK KNIGHT RISES

Niet The Avengers, maar The Dark Knight Rises blijkt uiteindelijk onze comicverfilming van het jaar. Christopher Nolan's bloedserieuze afdaling in de getormenteerde geest van Bruce Wayne/Batman bood opwinding én tragiek, en dat op een majestueus canvas. Hoe grandioos enkele van de actiescènes ook, is dit sluitstuk meer dan enkel een actieprent.

9. JAGTEN

Een onschuldige man ziet zijn bestaan in duigen uit elkaar vallen. Thomas Vinterberg vindt een juiste genuanceerde toon om deze krachtige film van een meesterlijke emotionele spanning te voorzien. Mads Mikkelsen zet een zoveelste glansrol neer. (recensie)

8. I WISH

Een innemende beschouwing van familiegeluk en vriendschap door de ogen van kinderen. De Japanse regiseur Hirokazu Kode-Eda maakt er een lichtvoetige, maar wonderbaarlijk mooie film van waarin een groep jonge acteurs met veel enthousiasme een aantal aandoenlijke personages neerzet. (recensie)

7. SKYFALL

James Bond heruitgevonden. Actie en spektakel maar vooral emoties en tragiek. Daniel Craig is alweer uitmuntend, Javier Bardem angstaanjagend, Judi Dench de bejaarde speelbal tussen de twee. Sam Mendes haalde de befaamde Roger Deakins aan boord, die de film ook nog eens bijzonder esthetisch maakt. Adele leverde uiteindelijk één van de betere Bondsongs van de laatste jaren. Optelsom: vuurwerk.  (recensie)

6. MOONRISE KINGDOM

Wes Anderson verzamelde een cast van formaat en liet allen opdraven in de gekste rollen. Toch is dit nieuwe uitstapje in het unieke Andersonuniversum meer dan een kolderesk toneeltje. Deze nostalgische, bitterzoete ode aan jeugdige verliefdheid is als vanouds ook weer piekfijn georchestreerd, wat alweer een juweeltje van een film oplevert. (recensie)

5. TINKER TAILOR SOLDIER SPY

In deze meesterlijk in beeld gebrachte spionagethriller volgen we een grandioos ingetogen Gary Oldman die middels ouderwets speurwerk tracht te achterhalen welke van zijn collega's de mol is. Sfeervol en intelligent opgebouwd, tjokvol oerdelijke acteurs en meeslepend tot de laatste minuut, behoort deze topthriller tot het beste wat de cinema dit jaar te bieden had. Klasse. (recensie)

4. TAKE SHELTER

Een meta-realistische rampenfilm is maar één van de vele omschrijvingen die bij dit indringend psychologische drama passen. Een langzaamaan waanzinnig wordende Michael Shannon ziet in de naderende storm het einde van de wereld. Wat volgt haalt het beste uit diverse genres en brouwt er een bevreemdende, suspensvolle film mee. De beloftevolle cineast Jeff Nichols wordt daarmee duidelijk op de kaart gezet.(recensie)

3. THE DEEP BLUE SEA

Een vrouw in een verlammende tweestrijd. Passie, obsessie, schuld, boetedoening. Zware thema's, fraai verpakt als fatale romance. Terence Davies puurt een immense schoonheid uit het archaïsche en oudmodische en creëert zo een gestileerd, melancholisch, in je hart kervend treurdicht. 'The Deep Blue Sea is als een rit in een oude stoomtrein'. (recensie)  

2. ELENA

Haast ongezien ging dit Russisch familiedrama aan het publiek voorbij. Regisseur Zvyagintsev hekelt het nieuwe kapitalisme in zijn land en toont ons hoe dit het lot van een vrouw tussen twee werelden beïnvloedt. Terwijl je als kijker houvast zoekt in de kilte tussen de protagonisten, schipperend tussen afschuw en medeleven, manifesteert zich een sluimerende akeligheid. Sober en strak gestileerd, heeft deze rauwe, koude film een haast hypnotiserende effect. (recensie)

1. AMOUR

Zelfs dementie slaagt er niet barsten aan te brengen in de muur van liefde tussen een ouder echtpaar. Van alle franjes gestript, afstandelijk, puur observerend, maar ook hartverscheurend eerlijk en vredig verpletterend, is Amour een bloedmooie uppercut van een film. Michael Haneke's tot in het merg tintelende monument voor het leven én de dood, blijkt zowat de enige film te zijn waar vrijwel elke filmliefhebber het over eens is: dit is een meesterwerk. 

 

Sven De Schutter

 
Met Roger naar de cinema

De donkere cinemazaal in met ons aller deugniet Roger Vangheluwe? U bedankt er wijselijk voor wellicht. Op een verfilming van zijn levensverhaal zit ook al geen mens te wachten, al is het satirisch potentieel van zo'n grotesk figuur onuitputbaar en zou zelfs één van onze redacteurs er in figureren! Maar de cinema heeft doorheen de tijd best al inspiratie gehaald uit de onfrisse praktijken van persverse geestelijken en andere grijpgrage lieden. De schandalen, de trauma's, de methodes, de roddels, de controverse: 20 films over kindermisbruik op een rijtje. 

ELEVE LIBRE

Onze landgenoot Joachim Lafosse bood ons een ontnuchterende, soms misselijkmakende blik op de subtiele manipulaties van een bijzonder geslepen mentor om zijn student aan zijn roede te rijgen. De kijker ziet met afgrijzen hoe de strop steeds strakker om de nek van de argeloze tiener komt te zitten, maar stelt ook de grenzen van misbruik in vraag. Een film die blijft hangen (recensie)

LITTLE CHILDREN

Een nevenplot in deze anti-romance van regisseur Todd Field, draait om de aanwezigheid van een vrijgelaten pedofiel in een rustige woonwijk. Is de hysterie van de buurtbewoners terecht en in hoeverre mogen we meeleven met de tragische figuur? Heeft hij recht op een verfrissende duik in het lokale zwembad op een snikhete dag? En dan hebben we het nog niet over de intrieste positie van zijn moeder, bij wie hij inwoont: je kind blijft je kind. Jackie Earl Haley maakte vanuit de vergetelheid een comeback van jewelste met een gelaagde vertolking die hem een Oscarnominatie opleverde. (recensie)

MYSTERIOUS SKIN

Na een reeks komische, absurde, sexy, verfrissende tienerfilms koos cineast Greg Araki voor de verfilming van de roman Mysterious Skin, waarin de getroubleerde tiener Brian door zijn vriendschap met de cocky Neil tot de schokkende vaststelling komt dat zijn baseballcoach hem toch iets té graag zag. Een verrassend ingetogen en aangrijpende film die ook toont hoe verschillend slachtoffers de feiten verwerken, door Araki liefdevol en met veel visueel vernuft in beeld gezet. En dan duurde het nog minstens 5 jaar eer Hollywood Joseph Gordon-Levitt ontdekte! (recensie)

LOLITA

De wereldberoemde roman van Nabokov is de controverse die bij het verschijnen in de jaren '50 ontstond intussen ontgroeid, maar geldt nog steeds als een heldere inkijk in de psyche van een door lust gedreven man die volkomen in de ban raakt van zijn 12-jarige stiefdochter. Kubricks verfilming werd een klassieker, eveneens fel gecontesteerd bij de release, hoewel de prent ons niet meer dan wat seksuele symboliek toont. Door de waanbeelden van de dader (een grootse James Mason) een plaats te geven, slaagt Lolita er trouwens in de perversiteit te overstijgen. (recensie)

THE WOODSMAN

Nicole Kassell zet haar camera aan de andere kant: wat met een pedofiel die de draad van het leven weer tracht op te nemen? Verdient zo iemand nog kansen? Het is moeilijk de mens achter de dader te vinden, maar The Woodsman schetst een genuanceerd portret dat nergens defensief overkomt, maar wel inzicht biedt in pedofilie als geestelijk deficit. Kevin Bacon zet één van de allerbeste vertolkingen van zijn leven neer in deze tragische prent. (recensie

HAPPINESS

Deze gitzwarte familiefilm van Todd Solondz voert - naast andere zielige figuren - een gezellige huisvader op die de vriendjes van zijn zoon maar al te graag te logeren vraagt. Wat verdovende middelen in een onschuldige drankje en klaar komt Kees. Solondz verpakt de tragiek met zwarte humor, zonder enige sympathie voor de dader of de feiten minder schokkend voor te stellen. De bekentenis van de vader aan zijn zoon - met de weigering om hem ook te misbruiken - bekijk je met een zekere afschuw, al gaat het voor het jongetje enkel om een afwijzing van vaderliefde. Comfortabele cinema is dit geenszins. (recensie)

Bekijk het beklemmende gesprek hier.

DEATH IN VENICE

Noch in de roman van Thomas Mann, noch in de film van Visconti, is enige sprake van kindermisbruik. Het verhaal van een oudere man die gefascineerd raakt door de jeugdige schoonheid van een tienerjongen, toont ons hoe hard de confrontatie kan zijn met het ouder worden. Het verlangen van de protagonist naar de frisse knaap, is eerder pijnlijk omwille van de onschuld en onbevangenheid die de jongen bezit, dan een seksueel smachten naar. Visconti's aanpak, waarbij de tiener niet als een lustobject maar als een esthetisch symbool opgevoerd werd, droeg er toe bij dat de film weinig kritiek kreeg en al snel als een meesterwerk beschouwd werd.

HARD CANDY

Hoe vaak moeten we tienermeisjes nog vertellen dat ze niét moeten ingaan op de uitnodigingen van onbekende, oudere mannen die zich via het internet opdringen? In Hard Candy lijkt Hayley - een uitstekende Ellen Page - echter te weten wat ze doet. Ze draait al snel de rollen om en besluit de kinderlokker zijn verdiende loon te geven. Maar is hij wel een pedofiel? Of is zij gewoon gestoord? Het levert een beklemmende en stijlvolle film op.

THE BOYS OF ST.VINCENT

Deze bekroonde Canadese televisieproductie brengt het waargebeurde verhaal over massaal kindermisbruik in een katholiek jongensinternaat in de jaren '70. De slachtoffers vonden later de moed om dit aan te klagen. De makers kozen voor een realistische, bij momenten benauwend authentieke weergave van de feiten, waardoor dit een een behoorlijk harde en tragische productie is geworden. 

FESTEN

Ondanks de occasionele zatte tante, verlopen onze familiefeestjes verlopen doorgaans een stuk minder spectaculair dan in dit Deense drama. Thomas Vinterberg laat één en ander flink uit de hand lopen in deze waarlijk onvergetelijke film, waarin een pater familias jaren na de feiten alsnog de rekening gepresenteerd krijgt voor zekere onfrisse praktijken. Dit en plein public, tijdens een speech voor een volle zaal. 

MYSTIC RIVER

Clint Eastwood's schitterende verfilming van Dennis Lehane tragische roman, ontwikkelt zich vanuit een bijzonder onprettige gebeurtenis uit de jeugd van de protagonisten. Hun hele verdere leven zal bepaald worden doordat één van hen in handen viel van een kinderverkrachter. Tim Robbins speelt zijn onverwerkt trauma met verve en won - net als Sean Penn - een Oscar voor deze film. (recensie)

CAPTURING THE FRIEDMANS

Deze intrigerende documentaire laat ons kennis maken met een alledaags Amerikaans gezin waarvan de vader en oudste zoon beschuldigd worden van pedofilie. De zaak wordt in deze fascinerende film langs zoveel kanten bekijken, dat maar niet op te maken valt of deze mannen echt schuldig zijn of niet. Als kijker wordt je meegenomen op een confronterende trip doorheen een raadselachtig web van roddels, veronderstellingen, getuigenissen en vragen tot je verdwaalt in één grote grijze zone tussen leugen en waarheid. (recensie)

BLUE BELGIUM: THE DUTROUX CONNECTION

Onze eigenste Ed Wood - Vlaanderens slechtste regisseur Rob Van Eyck - keek terug op de Dutrouxzaak en andere Belgische schandalen en pakte zo uit met wat misschien een controversiële film had geweest als ook maar iemand hem serieus had genomen. De minderjarige slachtoffers werden in de filmversie vervangen door volwassenen, maar niettemin speelt één van België's beruchtste kinderlokkers een voorname rol in dit lachwekkende spektakel.

DOUBT

Deed-ie of deed-ie het niet? Een helleveeg van een non is vastbesloten een sympathieke priester aan te klagen voor het misbruik van de enige zwarte leerling van de school. De twijfel uit de titel slaat al snel over op de kijker: het intelligente scenario neemt enkele subtiele bochten en kruidt het drama met zoveel nuance, dat je als kijker al snel geconfronteerd wordt met je eigen, vaak misplaatste, veronderstellingen. De briljante vertolkingen van Meryl Streep en Philip Seymour Hoffman vallen daarbij niet te onderschatten. (recensie)

ROMAN POLANSKI: WANTED AND DESIRED

De gelauwerde regisseur van The Ghost Writer en The Pianist moet het zich niet riskeren nog een voet op Amerikaanse bodem te zetten, sinds hij in de jaren '70 de koffer indook met een 13-jarig meisje. Deze alles onthullende HBO-documentaire zet de feiten op een rijtje om ons er aan te herinneren dat de man die als cineast nog steeds in grote doen is, wél een veroordeelde seksdelinquent is.

A SERBIAN FILM

Lang voor de Belgische dvd-release ging de reputatie deze Servische film vooraf. Deze uitermate gore en bloederige horrorthriller, die in Groot-Brittannië alvast flink gecensureerd moest worden vanwege de necrofiele en pedofiele handelingen in de plot, is extremer dan zomaar wat sensationele prut in het kielzog van Saw en andere slasherhorror, maar is anderzijds ook geen artistiek verantwoorde shocker. Hoe dan ook, zelfs de geharde kijker zal moeite hebben deze prent te verteren, waarin o.a. een pasgeboren baby verkracht wordt en een gedrogeerde man zijn eigen zoontje tot bloedens toe sodomiseert. 

PRECIOUS

Of dit nu een overschatte weekendfilm is of een waarlijk aangrijpend, realistisch relaas van kinderverwaarlozing, moet u misschien zelf uitmaken. Mo'Nique kreeg alleszins een Oscar voor haar vertolking als beestachtige moeder, die haar dochter zowel als huissloof als als bedgenoot inschakelde, met elke daad de waardigheid van haar eigen vlees en bloed vertrappelend. (recensie)

THE WAR ZONE

Acteur Tim Roth nam in 1999 zelf de megafoon in handen voor zijn eerste  - en tot op heden enige - film, waarin de seksuele relatie tussen een vader en zijn dochter centraal staat. Een bijzonder harde, beklijvende, maar te weinig geziene film die het aandurft incest als thematiek te hanteren. Met dappere vertolkingen van Ray Winstone, Lara Belmont en Tilda Swinton en Colin Farrell in een van zijn eerste rollen. (korte recensie

SLEEPERS

De derde film in deze lijst met Kevin Bacon. Dit keer haalt hij de sadist in zich boven om als kwaadaardige cipier in een jeugdinstelling zijn lusten te kunnen botvieren op de jonge protagonisten. Later zal hij de rekening gepresenteerd krijgen. De sterrencast, waaronder Brad Pitt, Dustin Hoffman en Robert De Niro konden niet verhinderen dat dit drama lang niet zo indrukwekkend was als gehoopt, maar regisseur Barry Levinson bezorgt ons toch een degelijke film.

LA MALA EDUCACION

We sluiten af met een goeie ouwe katholieke priester met een honger naar tienerjongens. Pedro Almodóvar hanteert dit gegeven om er een gelaagde en kleurrijke suspensethriller van te maken met Gael Garcia Bernal in een gewaagde rol. De Spaanse grootmeester schuwt de homo-erotische beelden niet, maar aarzelt niettemin om de verwrongen moraal van de langgerokte afgevaardigden van de katholieke kerk bloot te leggen. (recensie)

 

Sven De Schutter

Pagina's

Subscribe to Kortfilm.be & Kutfilm.be RSS